Biografie Carry van Bruggen

In de vaderlandse literatuur neemt Carry van Bruggen en geïsoleerde plaats in. Haar beste boeken zijn nauwelijks op bevredigende wijze bij Nederlandse stromingen in te delen. Haar individualisme en onafhankelijke opstelling hebben ertoe bijgedragen dat ze nooit door een groepering is ‘geadopteerd’. Eigenlijk zijn alleen eenlingen door Carry’s werk beïnvloed, en dan niet eens zozeer door haar romans en verhalen als wel door de in haar werken ontvouwde denkbeelden.

Het leven van Carry van Bruggen

Caroline Lea de Haan werd op 1 januari 1881 geboren als dochter van de joodse godsdienstonderwijzer en voorzanger (rebbe) Izak de Haan en zijn vrouw Betje Rubens. Er kwamen nog 16 broertjes en zusjes, van wie er negen voor hun eerste levensjaar stierven. Toen ze vijf jaar was, belande ze in het stadje Zaandam, en daar is ze opgegroeid. In Zaandam heeft ze in een propvol, donker huisje aan een sloot gewoond en is ze naar school gegaan. Ze heeft er op haar vrije woensdagmiddag en zondag de joodse school bezocht. Ze werd ook naar een breischooltje gestuurd, omdat haar vorderingen op handwerkgebied miserabel waren. In Zaandam bezocht Carry de Haan de ulo-school en vervolgens de normaalschool, die haar opleidde tot onderwijzeres. Vanaf 1900 vestigde Carry de Haan zich als lerares in Amsterdam waar ze door toedoen van haar broer, die daar rechten studeerde, in contact kwam met voornamelijk studenten en artiesten.

Onderwijzeres Carry de Haan ontworstelt zich aan haar milieu onder meer via een gemengd huwelijk met de gescheiden journalist en literator Cornelus Johannes Antonius (kortweg Kees) van Bruggen, op 6 januari 1904. Een dag na hun huwelijk vertrekken Kees en Carry van Bruggen naar Indië, waar Kees hoofdredacteur werd van de Delil-courant. Aan deze krant droeg ook Carry door middel van recensies en columns bij. De Indische periode was al met al weinig plezierig en in 1907 ging het echtpaar weer in Amsterdam wonen. Vanaf het begin van haar huwelijk werkte Carry erg hard. Ze deed vertaalwerk (na grotendeels op eigen kracht Frans, Duits en Engels te hebben geleerd), schreef wekelijks een recensie in een krant, werkte mee aan verscheidene literaire tijdschriften en publiceerde toneelstukken, verhalen en romans. Daarnaast zorgde ze voor twee kinderen, Bertha en Kees. In 1914 gingen Carry en Kees van Bruggen uit elkaar, maar de officiële scheiding werd pas in 1918 uitgesproken. Carry ging in Laren wonen en voorzag zichzelf en haar kinderen in onderhoud door lesgeven en een indrukwekkend aantal lezingen (soms meer dan honderd per seizoen).

Tijdens de Eerste Wereldoorlog start de rusteloze schrijfster een afmattende reeks lezingen en is ze ook als emanciperende journaliste, romancière en essayiste overbelast. Deze onafgebroken inspanning ligt mede aan de basis van de zenuwziekte die zich later gaat openbaren en die zal leiden tot haar tragische dood in 1932. In 1920 (20 juli) hertrouwde Carry met de 21 jaar oudere kunsthistoricus Adriaan Pit. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.

Op 3 april 1928 werd Carry tijdens een lezing onwel en verzonk ze in een depressie. De instorting van Carry van Bruggen betekende het begin van een vreselijke lijdensweg, die de depressieve Carry gedurende vier jaar van de ene naar de andere psychiatrische inrichting voerde. Op 14 november 1932 nam ze een overdosis slaapmiddelen waaraan ze twee dagen later, zonder bij kennis te komen, overleed. Carry van Bruggen werd begraven op het protestantse kerkhof op de Sint-Jansheuvel te Laren.

Het werk van Carry van Bruggen

Carry van Bruggen schreef een groot aantal romans, waarvan Heleen en Eva waarschijnlijk de belangrijkste zijn. De hoofdpersonen van deze boeken zijn individualistische vrouwen die pogen te ontsnappen aan het keurslijf van conventies en burgerlijk moraal. Met name in Eva wordt, voor die tijd, zeer openhartig geschreven over de vrouwelijke seksualiteit.
Andere bekende werken van haar zijn: De verlatene, een aanval op het antisemitisme en tegelijk een afwijzing van de strenge joodse orthodoxie; Uit het leven van een denkende vrouw, een autobiografische roman onder het pseudoniem Justine Abbing; en het veel gelezen Het huisje aan de sloot, een aantal samenhangende schetsen gebaseerd op haar jeugd in Zaandam. Ofschoon Carry van Bruggen geen enkele rol speelde in de toenmalige feministische beweging, zijn haar boeken doordrenkt van een feministische problematiek, of nog ruimer: van de problematiek van minderheidsgroepen.

Vooral in haar eerste boeken sluit ze zich nog sterk aan bij de realistische richting van Querido en Heijermans. In 1907 nadat het echtpaar Van Bruggen uit Indië terugkeerde, debuteerde Carry in boekvorm met een bundel schetsen In de schaduw. Dit is het eerste van een vijftal boeken dat zij tussen 1907 en 1910 het licht zal laten zien en die deels handelen over het leven in de tropen en zich deels afspelen in het joodse milieu van haar jeugd. Ze zijn allemaal geschreven onder invloed van de literaire mode van die tijd, het naturalisme, waarin de mens beschreven wordt als het product van natuurlijke en maatschappelijke krachten. Met Heleen maakt zij zich definitief los van het naturalisme. Het verschil tussen Heleen en De verlatene, het hoogtepunt in haar vroegere werk, is opmerkelijk. Zij is nu slechts geïnteresseerd in ‘subjectieve zelfverdieping’.

Overigens is het verstandig voor ogen te houden dat Carry van Bruggen weinig geïnteresseerd was in de techniek van schrijven. Zij zag zichzelf vooral als iemand die een boodschap had uit te dragen. In de kritieken die zij schreef, keek ze niet in de eerste plaats naar hoe een boek geschreven was, maar naar wat het de mensen bracht en openbaarde.

Werken van Carry van Bruggen

Onder eigen naam

  • In de schaduw (van kinderleven), 1907
  • Een badreisje in de tropen, 1909
  • Goenong-Djatti, 1909
  • Breischooltje, 1910
  • De verlatene, 910
  • Heleen, 1913
  • Het Joodje, 1914
  • Een coquette vrouw, 1915
  • Vaderlandsliefde, menschenliefde en opvoeding, 1916
  • Van een kind, 1918
  • Om de kinderen, 1918
  • Prometheus, 1919
  • Enkele bladen uit Helene’s dagboek, 1919
  • Het huisje aan de sloot, 1921
  • Een Indisch huwelijk, 1921
  • Avontuurtjes, 1922
  • Vier jaargetijden, 1924
  • De grondgedachte van ‘Prometheus’, 1924
  • Hedendaags fetischisme, 1925
  • De klas van twaalf, 1926
  • Tirol, 1926
  • Eva, 1927

Onder pseudoniem Justine Abbing

  • Uit het leven van een denkende vrouw, 1920
  • Een kunstenaar, 1921
  • Het verspeelde leven, 1922
  • De vergelding, 1923
© 2008 - 2024 Annemonica, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De bruggen van de eurobiljetten staan in NederlandDe bruggen van de eurobiljetten staan in NederlandWat heel veel mensen niet weten is dat de bruggen die op onze eurobiljetten staan helemaal niet bestonden toen deze op 1…
Implantaten gebit, hoe worden ze geplaatst?Implantaten gebit, hoe worden ze geplaatst?Implantaten geven u een mooi gebit maar het is geen los kunstgebit. De implantaten worden in de kaak aangebracht met een…
Schaatsen tijdens de Winterspelen van 1968 in GrenobleWat gebeurde er tijdens de Winterspelen van 1968 in Grenoble allemaal in de schaatssport? Hoe succesvol waren de Nederla…

Dichteres M. VasalisM. Vasalis (1909-1998) is een van de meest gelezen dichters van Nederland. Gedichten als ‘Tijd’, ‘Afsluitdijk’ en ‘De id…
Een levensbeschrijving van de gebedsgenezer RaspoetinEen levensbeschrijving van de gebedsgenezer RaspoetinEen levensbeschrijving van de Russische gebedsgenezer Raspoetin. Over zijn jeugd, zijn leven in St. Petersburg, zijn won…
Annemonica (2 artikelen)
Gepubliceerd: 12-03-2008
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Biografie
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.