Concentratiekamp Amersfoort

Concentratiekamp Amersfoort Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten in kamp Amersfoort 35.000 mensen gevangen. Zij waren gehuisvest in barakken van kamp De Boskamp, die in 1939 gebouwd waren voor eenheden van het Nederlandse leger. In het voorjaar van 1941 besloten de Duitsers om van De Boskamp een doorgangskamp te maken. Zij wilden een klein kamp inrichten dat plaats zou bieden aan circa 600 gevangenen. In elke barak stonden stapelbedden met daarop strozakken. In de gangen tussen de bedden was plaats voor tafels en stoelen. Een apart dagverblijf was er niet. Bij de barakken hoorden waslokalen en wc-ruimten. Om het kamp werd een dubbele prikkeldraadversperring aangebracht met acht wachttorens. Tussen de beide versperringen lagen de barakken van de SS en een strafbunker.
Gemiddeld zaten er tot juni 1942 700 gevangenen tegelijk in kamp Amersfoort. In december was dit aantal gestegen tot 2400. Tussen de ingebruikname van het kamp in 1941 en maart 1943 werden ruim 8500 gevangenen ingeschreven.

Wreedheden

Commandant van het kamp, dat onder de SS en de SD viel, werd Walter Heinrich. Heinrich liet de gang van zaken over aan Johann Stὅver die commandant in Schoorl was geweest. Na de opheffing van kamp Schoorl kreeg Stὅver Karl Peter Berg naast zich. Toen Heinrich in het begin van 1943 verdween, volgde Berg hem op. Berg was het die de SS-er Kotȁlla aanzocht om hoofd van de kampadministratie te worden. Op zijn nieuwe werkplek maakte Berg, die zich in Schoorl meestal correct had gedragen, zich schuldig aan excessieve wreedheden. Zo liet hij zich met enige regelmaat rondrijden op de rug van een kruipende gevangene die hij intussen schopte en met een zweep afranselde. Dat ging wel heel erg in tegen de regels van de SD die voorschreef dat gevangenen slechts in zeldzame gevallen en dan nog met mate lichamelijk geweld toegebracht mocht worden.

Binnen- en buitencommando’s

Onder de gevangenen bevonden zich verscheidene communisten die afkomstig waren uit kamp Schoorl. Daarnaast strafgijzelaars, Joden, Jehova’s getuigen, illegale werkers, zwarthandelaren en predikanten en pastoors die zich tegen de bezetter hadden gekeerd. De meesten werden doorgevoerd naar Westerbork of Vught en naar kampen in Polen of Duitsland. Een aantal gevangenen bezweek, werd doodgeschoten of ontsnapte, en 18 mensen werden ontslagen.

De gevangenen moesten werken in de binnen- en buitencommando’s. De werkzaamheden binnen bestonden onder meer uit eten bereiden, werken in het kledingmagazijn, de garage en de verschillende werkplaatsen. Dit was minder zwaar dan in de buitencommando’s, waar gewerkt werd aan de uitbreiding van het kamp en de gevangenen bomen moesten rooien, zand afgraven, stenen bikken, timmeren en metselen. Aannemer G.B. van Hoek uit Delft bouwde met hulp van de gevangenen tien grote, stenen slaapbarakken en collega’s van hem verschillende loodsen, waarin werkplaatsen gevestigd zouden worden. Meer dan 20 verschillende bedrijven waren betrokken bij de uitbreiding van het kamp.

Straf

De gevangenen die buiten hun werk hadden werden vaker afgeranseld als ze het tempo niet bij konden houden. Ze waren onvoldoende beschermd tegen de weersomstandigheden en kregen, net als de overige gevangenen, veel te weinig eten: een stukje brood van ongeveer zeven centimeter per dag met soms wat boter of beleg en een bord koolsoep. Hierdoor vermagerden ze zeer. Van thuis mocht elke gevangene maandelijks 20 gulden ontvangen, zodat hij in de kampkantine extra eten kon kopen.
Bij het minste of geringste kregen de gevangenen straf. Meestal bestond dat uit urenlang staan op een afgerasterd veld bij de ingang, de ‘Rozentuin’. De Duitsers gaven ook lijfstraffen of lieten hen urenlang op appel staan. Het ergst waren echter de dagelijkse mishandelingen.

Joodse gevangenen

Joden werden het slechtst behandeld. Zij werden afgezonderd van de overige gevangenen, kregen minder eten, mochten geen geld van thuis ontvangen en deden het zwaarste werk. In hoog tempo groeven zij zand af voor de uitbreiding van het kamp en de aanleg van een sportveld voor de SS, sjouwden met rioolbuizen en zware stenen en werden daarbij voortdurend geslagen met knuppels en zwepen. De commandanten Stὅver, Berg en later Kotȁlla vermaakten zich daarbij door Joden na afloop van het werk in looppas met een kar achter zich aan naar de appelplaats te laten lopen, waarbij ze hen met stokken sloegen. Net voor de appelplaats was een scherpe bocht. Sommige Joden struikelden daar, waarna anderen over hen heen vielen. De Duitsers sleepten alle Joden die niet meer in staat waren op te staan naar de Rozentuin en gooiden hen daar neer. Verschillende Joodse gevangenen stierven.

Russische krijgsgevangenen

Op 27 september 1941 kwamen 101 Russische krijgsgevangenen aan in het kamp. De Duitsers voerden hen eerst in optocht door Amersfoort met de bedoeling dat de bevolking een afkeer van deze ‘Untermenschen’ zouden krijgen. Maar die opzet slaagde niet, want de bevolking kreeg medelijden en probeerde de gevangenen eten te geven. Van de Duitsers mocht dat niet.

Eenmaal in het kamp lieten de Duitsers de mannen eerst drie hele dagen staan of liggen op een met prikkeldraad omgeven veld. Daarna brachten zij hen onder in een aparte barak waar ze hen langzaam uithongerden. In april 1942 waren 24 mannen gestorven. Dat ging de Duitsers niet snel genoeg en zij besloten de overige gevangenen te liquideren. Dat gebeurde in de ochtendschemering van donderdag 9 april 1942. De Russen werden met twee vrachtwagens naar de Leusderhei gebracht, waar de Duitsers hen in groepjes doodschoten.

Gevlucht uit de bunker

Verschillende keren slaagden gevangenen erin te ontvluchten. De meest spectaculaire ontvluchting is die van Gerrit Kleinveld geweest, die vastzat omdat hij betrokken was geweest bij een overval op een distributiekantoor in Joure. Kleinveld werd geboeid aan handen en voeten en opgesloten in de bunker. Drie weken lang schuurde hij met de boei van zijn rechterhand over de betonnen vloer tot hij de veer in zijn boei kon uitbuigen en de boei losmaken. Met een stevige lepel die hij in zijn cel had gevonden, boorde hij twee weken lang in het beton op de plaats waar een van de spijlen van het raampje van zijn cel bevestigd was. Het uiteinde wrikte hij bijna los. Daarna maakte hij een ‘zaag’ van zijn lepel door er ‘tanden’ in te slaan en zaagde het andere uiteinde van de spijl door. Dit kostte hem vijf weken.

Op 1 maart 1943 ontdeed hij zich van de overige boeien, duwde de spijl weg uit het raam en kroop door de prikkeldraadversperringen die hij met twee plankjes uit zijn cel uiteen boog. Zo kwam hij buiten het kamp en vond onderdak bij vrienden in Amersfoort. Op zijn ontsnapping volgde geen strafappel, omdat bijna alle gevangenen naar Vught overgebracht waren.
Tot mei 1943 werd kamp Amersfoort niet gebruikt. De capaciteit werd vergroot, zodat er nog meer gevangenen opgenomen konden worden.

Voedsel en medicijnen van het Rode Kruis

In mei namen de Duitsers het kamp opnieuw in gebruik. Drie maanden later waren er al weer 400 gevangenen en aan het einde van het jaar 4000. In totaal bevolkten 26.000 mensen voor kortere of langere tijd het kamp. De gevangenen die in deze periode aankwamen, werden sneller doorgevoerd naar andere kampen.
In deze tweede periode van het bestaan van het kamp was het regime minder streng en mochten gevangenen voedselpakketten ontvangen. Zij kregen beter te eten en hoefden minder zwaar werk te doen. Dat gold niet voorde Joden. Zij werden even slecht behandeld als in de eerste periode.
De Duitsers lieten ook medewerkers van het Rode Kruis toe, die wekelijks voedsel en medicijnen brachten. De gevangenen keken erg naar hun komst uit.

Strafappel op Nieuwjaarsdag

Een enkele keer ontzegden de Duitsers de Rode Kruismedewerkers de toegang tot het kamp, als straf voor de gevangenen. Dat gebeurde bijvoorbeeld op Nieuwjaarsdag 1945, toen twee gevangenen ontsnapt waren en alle gevangenen, met uitzondering van enkele gijzelaars, een strafappel kregen. ‘Liggen en opstaan tot je verrekt’, had de kampcommandant bevolen. De gijzelaars zagen hoe_

‘uren lang in de ochtendschemering de massa kromp en zich keerde en wentelde en liggen bleef op de ijsvlakte, kromp onder de zweepslagen, zich wentelde in eigen en anderer vuil…. waar even later een Duitse laars zich in dat gezicht plantte’ en ‘dat bewakers over de ruggen van de gevangenen heenliepen’.

Niet minder dan 130 gevangenen meldden zich die dag voor behandeling bij de ziekenbarak. Een aantal mannen overleefde de martelingen niet.

Schrikbewind van Kotȁlla

Berucht werd in deze periode Kotȁlla, een geestelijk gestoorde man, die aangenomen was om de administratie te doen, maar Berg verving als die afwezig was. Tijdens het dagelijkse appel sloeg hij gevangenen met een knuppel. Ook hitste hij honden tegen hen op – net als Berg - en schopte hen tussen de benen, de zogenaamde Kotȁllatrap. Al snel kreeg hij de bijnaam ‘de Beul van Amersfoort’.
Vooral Joodse gevangenen leden onder Kotȁlla’s schrikbewind.

De bevrijding

Op 19 april 1945 werd het kamp overgedragen aan het Rode Kruis. De circa 500 gevangenen die nog in het kamp verbleven, kregen een Rode Kruispaspoort en mochten naar huis. Daarna werden er NSB’ers, collaborateurs en SS’ers geïnterneerd.
In augustus 1946 werd het kamp overgedragen aan het Departement van Oorlog om dienst te doen als legerkamp.

Berg werd in 1946 geёxecuteerd; Stὅver en Kotȁlla kregen levenslang. Heinrich ontkwam aan berechting. Hij is sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog spoorloos.
© 2015 - 2024 Mh1903, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Kamp Schoorl, het eerste doorgangskamp in NederlandKamp Schoorl, het eerste doorgangskamp in NederlandOp 10 augustus 1942 overleden in Auschwitz Louis (29) en Sonja (22) de Kadt uit Schoorl. Zij waren joods en samen met hu…
Concentratiekampen in NederlandConcentratiekampen in NederlandMensen die in de Tweede Wereldoorlog gearresteerd werden door de nazi’s hoefden niet te wachten op een eerlijk proces, z…
Amersfoort: uitgaan, attracties, musea, winkelenAmersfoort: uitgaan, attracties, musea, winkelenAmersfoort is een leuke stad waar van alles te zien en te doen is. Het oude centrum heeft vele historische gebouwen en m…
ECCO schoenen uit Tønder in DenemarkenECCO schoenen uit Tønder in DenemarkenECCO is een familiebedrijf dat de schoenen produceert met die naam. ECCO noemt het een wereldwijde familie van schoenmak…

De prinses van ZweelooDe prinses van ZweelooIn 1952 werd in het Drentse dorp Zweeloo een fascinerende historische ontdekking gedaan. Men vond er het graf van een bu…
Nimrud aan de Tigris – Assyrische stad in IrakNimrud aan de Tigris – Assyrische stad in IrakNimrud is een oude stad die archeologisch van grote betekenis is. Drieduizend jaar geleden was het de hoofdstad van het…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Arch, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 8 en 10. Den Haag,1978
  • Sintniklaas, H., De SS-frontarbeiders van kamp Amersfoort. Kampen, 1999
Mh1903 (118 artikelen)
Laatste update: 26-01-2017
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 3
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.