Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden Halverwege de zestiende eeuw kwamen de Nederlanden onder leiding te staan van de koning van Spanje en de spanningen namen in hoog tempo toe. De reden voor de onrust was gelegen in het feit dat de Spaanse koning de inwoners van de Nederlanden dwong om het katholieke geloof te belijden, maar met name in de protestantse, noordelijke, gewesten stuitte dit op veel weerstand. Onder aanvoering van de stadhouder van Holland en Zeeland; Willem van Oranje, besloten de Nederlanden in opstand te komen, maar onder druk van de Spanjaarden leidde dit al spoedig tot een tweedeling tussen de noordelijke en zuidelijke gewesten. Het Noorden besloot de strijd met de Spanjaarden voort te zetten en in een periode van tachtig jaar vormden de Noordelijke Nederlanden zich tot de onafhankelijke Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Inhoud


Spaanse Nederlanden

Halverwege de zestiende eeuw kwamen de Nederlanden onder leiding van de koning van Spanje te staan en aanvankelijk verliep de kennismaking tussen de koning en zijn Nederlandse onderdanen goed. Toen er een verharding met betrekking tot de verschillende stromingen binnen het christelijke geloof ontstond, nam de onvrede onder de bevolking en regenten van de Nederlanden in hoog tempo toe. Voormalig vertrouweling van koning Filips; stadhouder Willem van Oranje, nam uiteindelijk de touwtjes in handen en probeerde de Spaanse koning op andere gedachten te brengen door een vriendelijk, doch dringend verzoek aan de landvoogdes der Nederlanden te sturen.

Koning van Spanje & Landheer der Nederlanden: Filips II / Bron: Antonis Mor, Wikimedia Commons (Publiek domein)Koning van Spanje & Landheer der Nederlanden: Filips II / Bron: Antonis Mor, Wikimedia Commons (Publiek domein)
De Spaanse Nederlanden
Vrijwel de gehele zestiende eeuw waren de Nederlanden een onderdeel geweest van het grote Heilige Roomse Rijk, maar in 1554 kwam hier verandering in toen de toenmalige Rooms Duitse keizer, Karel V (1500-1558), de Nederlanden losmaakte. Naast keizer van het Heilige Roomse Rijk was Karel V, onder de naam Karel I, ook koning van Spanje en de onafhankelijkheidsverklaring van de Nederlanden was alleen bedoeld om Karel's zoon; Filips II (1527-1598) de nodige leidinggevende ervaring op te laten doen. Na zijn benoeming tot Landheer der Nederlanden reisde Filips, samen met zijn goede vertrouweling Willem van Oranje, naar de Nederlanden en maakte hier kennis met het land, haar bevolking en regenten (bestuurders). De kennismaking tussen Filips en de Nederlanden verliep in eerste instantie voorspoedig maar toen in de noordelijke delen van de Nederlanden het protestantse geloof in hoog tempo begon te groeien reageerde de katholieke Filips hierop met het nemen van harde maatregelen.

Katholiek VS Protestants

Met het naderden van zijn kroning tot koning van Spanje kon Filips steeds minder vaak aanwezig zijn in de Nederlanden en hij besloot een nieuwe functie in het leven te roepen. Zijn vertrouweling Willem van Oranje kreeg de eer om als eerste stadhouder van de grote (noordelijke) gewesten Holland en Zeeland op te treden en zijn taak was het vervangen van koning Filips bij zijn afwezigheid. Om als volwaardige vervanging van de Landheer te dienen kreeg Willem enorm veel macht in zijn schoot geworpen en hij had onder andere de mogelijkheid om de Staten van de verschillende gewesten (provinciaal bestuur), de Staten-Generaal (landelijk bestuur) en/of de Raad van State (hoogste adviesorgaan van de Staten-Generaal) bij elkaar te roepen. Naarmate het protestantse geloof in de Noord-Nederlandse gebieden bleef groeien nam Filips steeds hardere maatregelen en de onvrede onder de Nederlandse bevolking nam in hoog tempo toe. Ook onder de leden van de Staten-Generaal begon een tweedeling te ontstaan op basis van het geloof. De katholieke regenten, voornamelijk afkomstig uit het zuiden, konden zich wel vinden in de Spaanse overheersing maar de noordelijke regenten, overwegend protestants, waren juist van mening dat de Nederlanden moesten vechten om hun protestantse geloof te behouden.

Landvoogdes der Nederlanden: Margaretha van Parma / Bron: Antonis Mor, Wikimedia Commons (Publiek domein)Landvoogdes der Nederlanden: Margaretha van Parma / Bron: Antonis Mor, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Eerste tekenen van verzet
In 1556 werd Filips gekroond tot koning van Spanje en hij besloot de Nederlanden definitief achter zich te laten. Dat de relatie tussen hem en de Nederlandse regenten in de afgelopen twee jaar behoorlijk was bekoeld bleek uit het feit dat Filips bij zijn vertrek een zogenaamde landvoogd(es) aanstelde, die de taken van Filips als Landheer overnam. De eer viel ten beurt aan Filips' halfzus Margaretha van Parma (1522-1586) en zij werd bij het uitvoeren van haar taak bijgestaan door een aantal van Filips' beste vertrouwelingen. Zowel de angst als het aantal moorden onder de protestantse inwoners van de Nederlanden nam in hoog tempo toe en stadhouder Willem van Oranje gebruikte zijn macht om de Spaanse koning Filips op andere gedachten te brengen. Namens een door Willem opgericht verbond, het Eedverbond der Edelen, stuurde hij een brief aan landvoogdes Margaretha waarin hij haar verzocht om een versoepeling van het beleid ten aanzien van de vervolging van de protestanten. Margaretha op haar beurt had meer dan genoeg van al het bloedvergieten en besloot een staakt het vuren in te stellen totdat ze haar halfbroer Filips had gesproken over het verzoek van het Eedverbond.

De Nederlandse Opstand

Willem van Oranje werd door zijn teken van verzet al snel gezien als leider van de Nederlandse Opstand en zijn populariteit nam in hoog tempo toe. Koning Filips deed op zijn beurt meerdere pogingen om de opstandige Nederlanden weer onder controle te krijgen, maar dit lukte hem slechts half. Willem had ondertussen zijn handen vol om te proberen alle neuzen in het land weer dezelfde kant op te krijgen, maar net als zijn tegenstander Filips, lukte dit hem maar ten dele. Onder druk van de Spanjaarden vond er in 1579 een scheuring tussen beide delen van de Nederlanden plaats die bepalend was voor de rest van haar toekomst.

Stadhouder van Holland & Zeeland: Willem van Oranje / Bron: Adriaen Thomasz. Key, Wikimedia Commons (Publiek domein)Stadhouder van Holland & Zeeland: Willem van Oranje / Bron: Adriaen Thomasz. Key, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Willem aan de leiding
Het tijdelijke staakt het vuren werd door de Nederlanden opgevat als een kleine overwinning en de populariteit van Willem van Oranje steeg naar ongekende hoogte. Helaas bleek koning Filips een stuk minder gecharmeerd van de brief van Willem en zijn Edelen en stuurde als antwoord zijn gevreesde generaal Alva (1507-1582) naar de opstandige Nederlanden. Direct na aankomst maakte Alva zijn naam als IJzeren Hertog waar en het aantal doden onder de protestantse bevolking nam in alarmerend tempo toe. Willem probeerde de Staten-Generaal zo ver te krijgen om op te treden tegen de Spaanse generaal maar de regenten durfden het niet aan een oorlog met Spanje te ontketenen. Willem liet het er op zijn beurt niet bij zitten en zocht hulp bij de Geuzen; een groep rovende zeelieden met een zeer slechte reputatie. De Geuzen kregen van Willem zogenaamde kapersbrieven overhandigd wat ze het recht gaf vijandelijke schepen (lees Spaanse schepen) te overvallen en indien mogelijk te kapen. Het inschakelen van de Geuzen bleek een zeer goede zet van Willem en ze wisten dan ook al spoedig een aantal kleine overwinningen op de Spanjaarden te boeken. De hoop onder de inwoners én de regenten van de Nederlanden laaide weer in alle hevigheid op. De leden van de Staten-Generaal besloten het voorbeeld van Willem te volgen en sloegen de handen ineen. Gedurende enkele weken kwam het hele land massaal in opstand tegen het beleid van hun Spaanse koning Filips.

Unie van Atrecht

Filips was inmiddels de wanhoop nabij en besloot het roer volledig om te gooien. De wrede hertog Alva werd terug geroepen naar Spanje, Landvoogdes Margaretha werd ontheven van haar taak en Filips' halfbroer; (Don) Juan van Oostenrijk (1547-158) werd benoemd tot de nieuwe Landvoogd der Nederlanden. Zodra Juan voet aan land zette besloten de Staten-Generaal met hem in onderhandeling te treden over een staakt het vuren en al spoedig wisten beide partijen een, vrij summiere, vredesovereenkomst op te stellen. Dat Juan de overeenkomst nooit serieus had genomen bleek toen hij, krap zes maanden na ondertekening, de citadel van de stad Naarden met geweld innam. Willem van Oranje besloot zijn macht te gebruiken om de Staten-Generaal bijeen te roepen en diende het voorstel in om de strijd met Spanje aan te gaan. De regenten van de noordelijke, protestantse, gebieden konden zich wel vinden in het voorstel van Willem, maar de katholieke zuidelijke regenten waren het totaal niet met Willem eens. De gemoederen tussen beide partijen liepen hoog op en het lukte Willem niet om alle neuzen weer dezelfde kant op te krijgen. Op 6 januari 1579 vielen de Nederlanden officieel uiteen in een noordelijk en zuidelijk deel toen de zuidelijke gewesten Henegouwen en Artesië en de Vlaamse stad Dowaai, de zogenaamde Unie van Atrecht ondertekenden. Met ondertekening van de Unie verklaarden de zuidelijke gewesten dat zij de Spaanse koning erkenden en het bijbehorende katholieke geloof onvoorwaardelijk accepteerden.

De laatste pagina van de Unie van Utrecht. / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)De laatste pagina van de Unie van Utrecht. / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Unie van Utrecht
Na de afscheiding van de zuidelijke gewesten kwamen de Noordelijke Nederlanden er alleen voor te staan en de regenten staken de koppen bij elkaar om te verzinnen hoe ze de Spanjaarden het beste konden verdrijven. Op aanraden van Willem van Oranje besloten diverse noordelijke gewesten om samen te werken en zij maakten diverse afspraken op staatkundig gebied; zoals defensie, belasting en godsdienst. Op 23 januari 1579 tekenden de gewesten: Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre (Gelderland) en de Groningse Ommelanden de Unie van Utrecht waarin voornoemde afspraken officieel werden vastgelegd. Mede door de staatkundige zaken die in de Unie werden vastgelegd werd het document ook wel gezien als één van de eerste vormen van onze Nederlandse grondwet. In de loop van de jaren 1579 en 1580 sloten ook de gewesten en steden; Amersfoort, Antwerpen, Arnhem, Breda, Brugge inclusief het Brugse Vrije, Drenthe, Friesland, Gent, Ieper, Lier, Nijmegen en Venlo zich bij de Unie van Utrecht aan.

Op weg naar zelfstandigheid

De Noordelijke Nederlanden gingen op zoek naar een buitenlandse vorst die de soevereiniteit van de gewesten wilden accepteren, maar dit bleek geen gemakkelijke opgave. De Staten-Generaal besloten uiteindelijk een samenwerking aan te gaan met Frankrijk maar dienden daar een hoge tol voor te betalen; de Noordelijke Nederlanden dienden zich onafhankelijk te verklaren van Spanje. De samenwerking bleek geen succes en na de moord op Willem van Oranje hadden de Staten-Generaal haar handen vol aan het regelen van alle zaken omtrent zijn opvolging.

Eerste pagina van de Acte van Verlatinge / Bron: The northern Low Countries, Wikimedia Commons (CC BY-1.0)Eerste pagina van de Acte van Verlatinge / Bron: The northern Low Countries, Wikimedia Commons (CC BY-1.0)
Acte van Verlatinge
Na de ondertekening van de Unie van Utrecht richtten de Noordelijke Nederlanden zich op haar volgende taak; het vinden van een, bij voorkeur, protestantse vorst die de soevereiniteit van de gewesten wilden accepteren. Willem en de leden van de (nieuwe) Staten-Generaal bespraken de mogelijkheden en hun keus viel op de protestantse Queen Elizabeth I van Engeland (1533-1603). Namens de Noordelijke Nederlanden reisde Willem naar Engeland, maar Elizabeth weigerde op haar beurt de soevereiniteit te accepteren gezien de gespannen situatie tussen Engeland en Spanje. Teleurgesteld reisde Willem door naar Frankrijk om daar verder op zoek te gaan naar hulp en vond deze uiteindelijk bij Frans, de hertog van Anjou (1555-1584), broer van de toenmalige Franse koning Frans II (1544-1560). Aangezien Frans in zijn hoedanigheid als hertog de soevereiniteit van de Noordelijke Nederlanden niet kon accepteren eiste hij dat de Staten-Generaal haar Spaanse koning zouden afzweren. Na lang beraad gingen de Staten-Generaal akkoord en op 26 juli 1581 werd de Acte van Verlatinge opgesteld; een onafhankelijkheidsverklaring van de Noordelijke Nederlanden waarbij zij koning Filips II lieten weten zijn gezag niet langer meer te erkennen.

Frans VS Willem

Na het opstellen van de Acte arriveerde Frans en zijn troepen in de Nederlanden en gingen zij gezamenlijk met Willem van Oranje de strijd aan tegen de Spanjaarden. Maar na enkele maanden bleek de samenwerking tussen Frans en Willem niet zo'n succes te zijn als men had gehoopt. Frans kon het niet verkroppen dat Willem als leider van de opstand werd gezien terwijl hij de middelen leverde om de strijd met de Spanjaarden aan te gaan. Frans had er een dagtaak aan om Willem, waar mogelijk, in diskrediet te brengen en uiteindelijk liep de situatie uit de hand toen Frans een aantal Hollandse steden met geweld probeerde aan zijn gezag te onderwerpen. De Staten-Generaal verzochten Frans en zijn troepen vriendelijk, doch dringend om hun spullen te pakken en terug te keren naar Frankrijk. Korte tijd na aankomst in Frankrijk overleed Frans en Willem reisde nogmaals die kant op om te kijken of er mogelijkheden waren om samen te werken. Aan de onderhandelingen met Frankrijk kwamen abrupt een einde toen Willem van Oranje op 10 juli 1584 in de Hollandse stad Delft werd vermoord door Balthasar Gerards (circa 1557- 1584).

De opvolger van Willem van Oranje, zijn tweede zoon Maurits van Oranje / Bron: Michiel van Mierevelt, Wikimedia Commons (Publiek domein)De opvolger van Willem van Oranje, zijn tweede zoon Maurits van Oranje / Bron: Michiel van Mierevelt, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Opvolging Willem
Na de moord op Willem van Oranje werden de Staten van Holland en de Staten-Generaal geconfronteerd met problemen omtrent zijn opvolging. Na de ondertekening van de Acte van Verlatinge verviel officieel ook de functie van stadhouder, er was tenslotte geen koning meer om te vervangen. Maar gezien Willem's leidende positie in de Nederlandse Opstand waren de Staten-Generaal het er unaniem over eens geweest de functie in ere te houden en door middel van vererving overdraagbaar te maken. Willem's oudste zoon en wettelijk opvolger; Filips Willem (1554-1618) was na de oprichting van het Eedverbond der Edelen door de Spaanse koning Filips in gijzeling genomen en was opgevoed aan het Spaanse hof. Toen na het overlijden van Willem Filips Willem zich meldde in de Noordelijke Nederlanden weigerden de Staten-Generaal hem simpelweg de toegang aangezien zij er van overtuigd waren dat Filips Willem onder directe leiding van koning Filips stond. Willem's leidinggevende positie was na zijn overlijden ingenomen door zijn persoonlijk adviseur Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) die in de politiek actief was als landsadvocaat van Holland. Op zijn aanraden besloten de Staten van Holland, met goedkeuring van de Staten-Generaal, Willem's tweede zoon; Maurits (1567-1625) te benoemen tot stadhouder. Aangezien Maurits op het moment van zijn benoeming pas zeventien jaar was en officieel minderjarig, werden zijn taken tijdelijk waargenomen door de goede vriend van zijn vader; van Oldenbarnevelt.

Oprichting en erkenning Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

De Nederlanden besloten weer op zoek te gaan naar buitenlandse hulp en kwamen weer uit bij de Engelse Queen Elizabeth en dit maal was ze bereid de helpende hand te bieden. Na aanstelling van een Gouverneur-Generaal trokken de Nederlanden en Engeland gezamenlijk ten strijden tegen de Spanjaarden, maar de samenwerking hield niet lang stand. De Nederlanden besloten dat het tijd werd om op eigen benen te gaan staan; ze riepen de noordelijke gewesten uit tot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, bonden de strijd aan met de Spanjaarden en werden uiteindelijk onafhankelijk verklaard bij de Vrede van Münster.

De Engelse Gouverneur-Generaal; Robert Dudley / Bron: Jan Antonisz. van Ravesteyn (circa 1572–1657), Wikimedia Commons (Publiek domein)De Engelse Gouverneur-Generaal; Robert Dudley / Bron: Jan Antonisz. van Ravesteyn (circa 1572–1657), Wikimedia Commons (Publiek domein)
Engels gezag
De leidende rol die in handen was geweest van Willem van Oranje ging na zijn dood over op zijn adviseur Johan van Oldenbarnevelt en op zijn advies legden de Staten-Generaal nogmaals contact met de Engelse Queen Elizabeth. Helaas weigerde Elizabeth voor de tweede maal op rij de soevereiniteit van de Noordelijke Nederlanden te accepteren, maar ze was wel bereid de Nederlanden de helpende hand te bieden. De politieke situatie tussen Engeland en Spanje was uiterst gespannen en door de Nederlanden geld en militairen te lenen kon zij haar Spaanse tegenstander verzwakken en bleef zelf buiten schot. In ruil voor haar hulp eiste Elisabeth wel dat dat er een Engelse Gouverneur-Generaal werd aangesteld die zeggenschap kreeg over een aantal, nader te bepalen, zaken. De Staten-Generaal zaten niet te wachten op Engelse bemoeienis, maar kwamen al snel tot de conclusie dat ze geen andere opties hadden. Het voorstel van Elizabeth werd geaccepteerd en namens Engeland arriveerde de graaf van Leicester; Robert Dudley (1533-1588), in de Nederlanden en nam de taak van Gouverneur-Generaal op zich. De jonge Maurits van Oranje was ondertussen in de leer bij landsadvocaat van Oldenbarnevelt en streed gezamenlijk met de Engelse Dudley tegen de Spaanse troepen. Tijdens de strijd tegen de Spanjaarden bleek dat Maurits over een enorm groot militair inzicht beschikte en Dudley zag de toekomstig stadhouder al snel als zijn grootste concurrent.

Oprichting Republiek

Door Maurits' jonge leeftijd lag het bevel over de Nederlandse vloot in handen van de Engelse Dudley, maar toen deze in een serie zeeslagen diverse Hollandse steden verloor aan de Spanjaarden was de maat voor de inwoners van de Nederlanden vol. De roep om Maurits vervroegd meerderjarig te verklaren, en hem als stadhouder ook het bevel van de vloot in handen te geven, werd steeds groter en Dudley deed er op zijn beurt alles aan om dit tegen te houden. Dudley's houding tegenover de populaire Maurits van Oranje zette veel kwaad bloed en uiteindelijk werd de situatie onhoudbaar. Met de staart tussen de benen droop Dudley af naar Engeland en de Staten-Generaal ontbonden de samenwerking. Op Maurits' achttiende verjaardag werd hij meerderjarig verklaard en benoemd tot stadhouder van Holland en Zeeland. Maurits had niet veel op met de politieke taken van zijn functie en besloot deze dan ook in de vertrouwde handen van Johan van Oldenbarnevelt te leggen. Zelfs stortte Maurits zich, samen met zijn neef Lodewijk (1560-1620), graaf van Nassau en Dillenburg en stadhouder van Friesland, op de reorganisatie van de Hollandse vloot. Na enig overleg werd besloten de leiding over de Nederlanden in handen te leggen van de Staten-Generaal en de oprichting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd hiermee een feit. Met Maurits als militair leider en Johan aan het hoofd van de Staten-Generaal ging de Republiek voor het eerst sinds jaren zelfstandig de strijd aan met de Spanjaarden.

Erkenning

De reorganisatie van de vloot bleek een succes en al spoedig wist de Republiek diverse steden op de Spanjaarden terug te veroveren. De strijd tussen beide landen raakten in een patstelling en in 1608 zochten beide landen voor het eerst toenadering tot elkaar. Helaas lagen de belangen van zowel Spanje als de nieuwe Republiek te ver uiteen om tot een vredesakkoord te komen maar de landen sloten wel een Twaalfjarig Bestand; een wapenstilstand die duurden van 1609 tot 1621. Toen het bestand in 1621 afliep had de Republiek geen behoefte de wapenstilstand te verlengen, mede omdat ze in de afgelopen twaalf jaar hun vloot op volle sterkte had gebracht. Wel waren er in de afgelopen jaren diverse politieke wijzigingen geweest; Maurits van Oranje liet Johan van Oldenbarnevelt vermoorden na een onoplosbaar meningsverschil, wat het imago van de familie van Oranje een flinke deuk had doen oplopen. Naarmate de strijd tussen beide landen weer oplaaiden begonnen de inwoners van de Republiek oorlogsmoe te worden. De oorlog die ooit in 1568 was begonnen met de Nederlandse Opstand duurden nu al bijna tachtig jaar voort en de roep om vrede nam toe. Na het overlijden van Maurits van Oranje in 1625 was het de beurt aan zijn halfbroer; Frederik-Hendrik (1584-1647), om de gemoederen tot bedaren te brengen en na een aantal jaren zat Frederik Hendrik, samen met diverse andere Nederlandse diplomaten, aan de onderhandelingstafel met de Spanjaarden. Het daadwerkelijk tekenen van de vrede tussen beide landen op 15 mei 1684 maakte Frederik Hendrik zelf niet meer mee. Maar met de ondertekening van de vrede (Vrede van Münster) werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden officieel erkend als soeverein staat.
© 2016 - 2024 Marjolijnr, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Filips Willem, prins van OranjeFilips Willem, prins van OranjeIn onze vaderlandse geschiedenis hebben we geleerd dat na de dood van Willem van Oranje zijn zoon Maurits zijn rol overn…
René van Chalon, prins van OranjeRené van Chalon, prins van OranjeBij prins van Oranje denken we misschien het allereerst aan de Nederlandse Vader des Vaderlands, prins Willem van Oranje…
Beatrix – Vrijvrouwe van Ameland met Fries bloedPrinses Beatrix heeft Fries bloed in de aderen. De vorstin erfde de titel Erf- Vrijvrouwe van Ameland van Johan Willem F…
De Vrede van Münster en onafhankelijke NederlandenDe Vrede van Münster en onafhankelijke NederlandenDe Tachtigjarige Oorlog was een van de langste internationale conflicten in de geschiedenis van de Nederlanden. Tijdens…

Het euthanasieprogramma van Adolf HitlerHet euthanasieprogramma van Adolf HitlerTijdens de Tweede Wereldoorlog liet Hitler tienduizenden gehandicapten ombrengen in speciale euthanasiecentra en concent…
Kanjermonumenten: grote beeldbepalende rijksmonumentenKanjermonumenten: grote beeldbepalende rijksmonumentenKanjermonumenten zijn grote rijksmonumenten die beeldbepalend voor hun omgeving zijn. De gebouwen, kerken, kastelen en v…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Katepanomegas, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Nederland#Republiek
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Republiek_der_Zeven_Verenigde_Nederlanden
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_van_Oranje
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Filips_Willem_van_Oranje
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Maurits_van_Oranje
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Robert_Dudley
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Johan_van_Oldenbarnevelt
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Raadpensionaris
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Lodewijk_van_Nassau-Dillenburg
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Frederik_Hendrik_van_Oranje
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Isabella_van_Spanje
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Albrecht_van_Oostenrijk
  • Afbeelding bron 1: Antonis Mor, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 2: Antonis Mor, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 3: Adriaen Thomasz. Key, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 4: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 5: The northern Low Countries, Wikimedia Commons (CC BY-1.0)
  • Afbeelding bron 6: Michiel van Mierevelt, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 7: Jan Antonisz. van Ravesteyn (circa 1572–1657), Wikimedia Commons (Publiek domein)
Marjolijnr (218 artikelen)
Laatste update: 09-02-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 20
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.