Het Mongoolse Rijk

Voor het eerst in de geschiedenis verenigde het grootste gedeelte van Azië zich onder een vlag. Dit is het Mongoolse Rijk, aangevoerd door Djengis Kan. Hij was er voor het eerst in geslaagd Azië te verenigen onder een bewind.

De opkomst van de Mongolen

De Mongolen waren oorspronkelijk een stam in de Gobi-woestijn gelegen in Centraal-Azië. Dit was een nomadisch volk dat werd bestuurd door enkele hoofdmannen. Maar het werd pas een grote krijgsmacht nadat alle stammen waren verenigd tot een Rijk. Dit gebeurde onder het bewind van Djengis Kan. De Mongolen bestonden vooral uit Turken, Kitanen Tataren, Ruruanen en de Hunnen. Allen hebben een lange geschiedenis van conflicten met China.

De Mongoolse Krijgers waren geduchte tegenstanders. De Mongoolse stammen hadden gevreesde krijgers tot hun beschikking waaronder boogschieters en ruiters. Maar het dodelijkste wapen van de Mongolen was de combinatie ervan. Ruiters gewapend met bogen zaaiden dood en verderf over heel Azië. Plekken die nog niet veroverd waren vielen snel onder de macht van de ''machtige'' Djengis Kan.

Het Mongoolse Rijk was de grootste uit de gehele geschiedenis. Het strekte zich uit van Vietnam tot Duitsland. En van Siberië tot de Indische Oceaan. Hun sterk en goed georganiseerd leger zorgde ervoor dat dichtbevolkte landen zoals China en Perzië snel vielen voor de Mongolen. En andere uitgestrekte gebieden van Azië.

Djengis Kan

Djengis Kan is de man die bijna heel Azië verenigde onder dezelfde vlag. De vele stammen maakten samen èèn machtig rijk. Djengis Kan is geboren rond 1160 waar hij door zijn clan verstoten werd. Bij een andere stam nam hij de leiderschap over, mede doordat hij onbevreesd was en de andere Mongolen overtuigde dat hij het dapperste was. Stuk voor stuk onderwierp hij andere stammen tot hij uiteindelijk in 1206 bijna alle stammen had weten te verenigen. Vanaf toen werd hij Djengis Kan genoemd ofwel ''universele heerser''. Zijn echte naam was Temujin.

Om al deze stammen onder controle te houden stelde hij nieuwe wetsregels op. De kleinste vergrijpen werden erg zwaar bestraft. Zo werd in vorm van twijfel de hele groep uitgeroeid. Dit zorgde voor de nodige rust in het rijk. In het Mongoolse rijk zelf was er dan ook weinig conflict onder het volk. Waar Djengis Kan wel heel tolerant voor was, is het toelaten van verschillende godsdiensten in zijn rijk. Vooral het Boedhisme en de Islam waren veel voorkomende godsdiensten.

Zijn succes op militair niveau was te danken aan zijn militaire genialiteit en zijn vooruitziende blik. Ook zijn techniek was ongeëvenaard. Er zijn veel boeken waarin zijn technieken worden beschreven. Zelfs voor deze tijd kan het nog nut bewezen omdat het ook gaat over 'effectief leiderschap'. Dit zorgde ervoor dat zijn mannen met dodelijke precisie toeslagen en altijd met overwinningen uit de strijd kwamen. Zijn troepen werden onderverdeeld in groepen van 100, 1000 en 10000 man. Hun technieken voor vijanden te overwinnen waren erg wreed. Dit zorgde ervoor dat veel steden zich liever direct overgaven in plaats van te vechten. Plekken die vooral onder grote druk van het Mongoolse rijk stonden waren China en Rusland.