De Hethieten en Hoerrieten in oude tijden

De Hethieten en Hoerrieten in oude tijden De nieuwe Hethitische samenleving kreeg zijn beslag in het oosten van Klein-Azië in het onderwerpen en/of het zich vermengen met de lokale bevolking door een mogelijk uit de Kaukasus afkomstige bovenlaag, die zich bediende van een Indo-Europese taal. Deswege verwisselden ze de letters p en b en de g en de k. Hun schrift lazen ze van rechts naar links, waarna de tweede regel van links naar rechts gelezen werd.Hun taal stond aanvankelijk bekend als Arzawa, maar zelf noemden ze hun taal Nesite naar de stad Nesja. De oppergod van de Hoerrieten Teshub werd door de Hethieten als stormgod overgenomen.

Algemeen

Net als de Amorieten bewegen deze nomaden, die zouden afstammen van de zoon van Kanaän Heth, zich direct aan het begin van het tweede millennium v.Chr. vanuit hun kerngebied naar het zuidwesten. Ze noemden het door hen veroverde land Chatti, naar zijn oorspronkelijke bewoners. Hatti is de Griekse benaming is, omdat ch bij hen gelijk is aan h. De Hethieten kwamen van origine uit de streek Kussara, waarin de rivier de Halys (Kizil Irmak) stroomt. Anitta hun eerste koning veroverde omstreeks 1900 v.Chr. de stad Nessa/Nesja, wat in eerste instantie tot residentiestad werd verheven. Ze hadden het paard gedomesticeerd, droegen puntige laarzen die van voren omkrulden en veroverden delen van Klein-Azië. Hun nieuwe kerngebied kwam daarbij te liggen op 135 kilometer hemelsbreed ten oosten van de huidige stad Ankara. De Hethieten werden naast herders ook landbouwers en daarnaast waren ze werkzaam in de handel en de mijnbouw. Daarbij werd koper, wat bij vermenging met tin brons oplevert, en erts gedolven. In het oude Nabije Oosten werden uitsluitend de skeletten van de doden onder het huis begraven. Het koninkrijk Amurru vormde een buffer tussen hun en Egypte. Omstreeks 1650 v.Chr. namen de Hethieten het spijkerschrift over van de Babyloniërs en tevens werden naast hun eigen goden de goden van veroverde volken overgenomen.

Hethieten (Hatti)

De geschiedenis van dit Indo-Europese volk kenmerkt zich door veelvuldig optredende oorlogen, opstanden en samenzweringen. De koning werd beschouwd als de plaatsvervanger van de stormgod op aarde, met als symbool de stier, zonder dat de koning overigens een goddelijke status had. In deze rol combineerde hij de functie van opperpriester, krijgsheer en rechter. De grote Hethitische koningin naast hem, die in een duidelijke relatie stond met de zonnegodin Arinna, had een zeer invloedrijke positie, die zij ook na de dood van haar echtgenoot als koningin-moeder behield. De grote familie van de koning vormde de belangrijkste component van deze samenleving, doordat deze de hoogste functies in het rijk vervulden. De elite van het rijk, waarvan ook de leden van andere machtige families deel vanuit uitmaakten, namen de resterende hoge functies voor hun rekening. De gewone bevolking was in zijn totaliteit onderworpen aan de bovenlaag en beperkt in haar bewegingsvrijheid. Ze werden gedwongen regelmatig arbeid voor de koning te verrichten als een soort belastingbetaling (luzzu). De Hethieten droegen kenmerkende puntige laarzen die van voren omkrulden.

Bestuurlijke maatregelen

De elite van het rijk leverde ook de wagenstrijders en vormden tevens de panku, een soort raad van edelen. Het grondbezit van vooral de aristocratie was onderhevig aan een complex van verplichtingen en opvolgingsperikelen liepen met regelmaat uit op bloedige en langdurige conflicten. Daartoe ondernam koning Telepinu, die later als vegetatiegod werd betiteld, omstreeks 1500 v.Chr. een poging om de troonopvolging te laten garanderen door de panku, omdat bij de dood van de heersende koning vazalstaten veelal probeerden onafhankelijk te worden. Mede omdat de macht van de panku in de loop van de tijd geleidelijk afnam, had zulks geen blijvend resultaat. Een regeringsbeambte (hazanna) was belast met de veiligheid van een stad. De Hethieten schuwden na 1550 v.Chr. de diplomatie niet om de macht over de noordelijke staatjes in Syrië uit te oefenen. Deze macht was in 1500 v.Chr. in handen van de Mitanniërs en Egyptenaren, om sedert 1358 v.Chr. weer te berustten bij de Hethieten. Verslagen staten konden vazalstaten worden, waarbij zulks bekrachtigd werd middels huwelijksbanden. Vanaf 1200 v.Chr. na de volksverhuizingen waren deze noordelijke staatjes grotendeels zelfstandig en namen Arameeërs in het binnenland de leiding in handen.

Krijgshandelingen

Onder de Labarna I en II in de periode 1680-1600 v.Chr. werd begonnen met de vereniging van stadstaten en wordt het strategisch gelegen Hattusa (Bogazköy) in 1650 v.Chr. de hoofdstad. Deze stad werd gesticht op de ruïnes van een oudere stad en omringd door een muur van plaatselijk 8 meter dik. Hun taal noemden ze sindsdien Hattili. Tevens werden oorlogen gevoerd met de Hoerrieten en de stad Aleppo (Halab). In het algemeen begonnen de veldtochten in het voorjaar als de sneeuwlagen begonnen te smelten tot aan de herfst. Aleppo, in oude tijden ook Halpa genoemd, was gelegen op het kruispunt van karavaanwegen, waar veel goederen werden verhandeld wat de economie van deze stad ten goede kwam. Labarna II wijzigde in 1620 v.Chr. zijn naam in Chattusili I. Ook voerden ze in de zestiende eeuw v.Chr. onder Mursili I een verrassingsaanval uit op de 750 kilometer verderop gelegen stad Babylon. Een tweede expansie vond plaats in de periode 1380-1200 v.Chr., waarbij Tudhalya doordrong in het westen van Klein-Azië. Een verdere uitbreiding in zuidelijker richting werd door toedoen van de Egyptische Pharaoh Thoetmosis III, die in Egypte regeerde in het begin van de 15de eeuw v.Chr. verijdeld. Ook de stichting van de staat Mitanni speelde in dit kader een rol. Vanaf die tijd werd het prioriteit het noorden van Syrië te kunnen controleren vanwege de karavaanroutes.

Een nieuwe bloeitijd

Eerst onder het bewind van Suppiluliuma I brak er sedert 1380 v.Chr. een nieuwe bloeitijd aan, omdat nomaden in de tussenliggende 50 jaar verwoestingen in het land hadden aangericht. Deze vorst vernieuwde het verdrag met het rijk van Kizzuwatna in Cilicië. In 1350 v.Chr. onder koning Suppiluliuma I 1386-1348 v.Chr. veroveren de Hethieten, middels een doortocht door de nauwe Cilicische Poort, de staat Mitanni aan de bovenloop van de Eufraat, na in 1353 v.Chr. de vestingstad Karkemisj reeds te hebben overwonnen. Het veroverde gebied omvatte daarbij geheel Syrië tot aan de noordgrens van Palestina en vormde de basis van het machtige rijk der Hethieten. In 1348 v.Chr. dienden de vorsten van tien vazalstaten nog elk jaar in persoon voor de koning te verschijnen, waar twee heersers van protectoraten van verschoond waren. Zij mochten bij volmacht hun trouw betuigen.

De slag bij Kadesj

Geruime tijd later in 1274 v.Chr. vond het treffen met de Egyptenaren plaats in de slag bij de heilige stad Kadesj (Tell Nebi Mend), gewijd aan de God Adad. De uitkomst van deze slag is uiterst onzeker. Met dien verstande dat Kadesj, Amurru en Ugarit sindsdien weer onder de Hethieten vielen. Ramses II werd in deze slag door de Sjerden gesteund en de Hethieten door de Lukka uit Lycië. Eerst 13 jaar na dato sloten de Hethieten met de Egyptenaren een niet-aanvalsverdrag.

Teloorgang van het Rijk der Hethieten

In de loop van de 13de eeuw v.Chr. tijdens de regering van de vorstin Puduhepa 1266-1230 v.Chr. ontstonden er mogelijk problemen met het volk Achchiyawa, dat zich westelijk van hen ophield. Dit gekoppeld aan opstanden van de burgerbevolking en meer en meer raids van bewoners van het noordelijk berggebied zorgden ervoor dat de toenmalige hoofdstad Hattusa, het tegenwoordige Boghazköy, verwoest werd. Deze stad werd weer opgebouwd onder Tabarna, wiens naam onder zijn opvolgers als titel voor hun koninklijke waardigheid werd aangenomen. Rond 1200 v.Chr. vielen dan nog de Phrygiërs vanuit het westen (Balkan) Klein-Azië binnen tezamen met de zeevolken, waartoe de Filistijnen behoorden. Hiermede kwam er een abrupt einde aan de hegemonie van de Hethieten. Daarmede namen de donkere eeuwen, die zouden duren tot 800 v.Chr., een aanvang. Vanaf deze periode waren de Phrygiërs blijvend gehuisvest in Klein Azië.

Hoerrieten

Deze nomadenstam is vermoedelijk van origine afkomstig uit het gebied van de Kaukasus en/of het noorden van Iran, alwaar ze sinds 2300 v.Chr. woonachtig waren. Deze stammen vormden destijds nooit een apart koninkrijk, maar leefden in grote aantallen in de omgeving van de Khabur, een zijrivier van de Eufraat, in Mitanni en Hanigalbat. Ook werden ze mede door het drogere klimaat rond 2100 v.Chr. aangetroffen in de regio van de stad Urkesh en het noorden van Mesopotamië en Syrië. In deze gebieden vermengden ze zich met Semitische stammen en vormden zo het volk van de Arameeërs. Omstreeks 1900 v.Chr. waren de Hoerrieten een vazalstaat van het Amoritische koninkrijk Mari geworden. Minderheden van Hoerrieten konden daarentegen in vele staatjes worden aangetroffen, slechts in de Khaburvallei en in het koninkrijk Arrapha vertegenwoordigden ze het overgrote deel van de bevolking. Arrapha werd geregeerd door vorsten zoals Ithi-Teshub en Ithiya, om in 1450 v.Chr. een vazalstaat te worden van de koning van Mitanni. Als Goden hadden ze Teshub en zijn gemalin Hebat (=Hera), de zonnegodin. Uiteindelijk werd het in de 14de eeuw v.Chr. verwoest door de Assyriërs.

Het stichten door de Hoerrrieten van de staat Mitanni

Vanaf 1500 v.Chr. vormden de Hoerrieten hun grootste en tevens invloedrijkste natie het koninkrijk van Mitanni, gesticht door de legendarische koning Kirta. Mitanni groeide zeer geleidelijk vanuit het dal van Khabur aan en werd in de periode 1450-1350 v.Chr. het machtigste koninkrijk van het Nabije Oosten. Daarbij geholpen door hun leger dat de beschikking had over lichte driepersoons strijdwagens en de composietboog. Het religieus centrum van het koninkrijk Mitanni was gevestigd in Kahat. Sedert de regeringsperiode van Muwatallis, die zijn vader Mursili II in 1295 v.Chr opvolgde, worden naast nieuwe namen voor de Goden, bij de Hethitische koninklijke familie ook Hoerritische namen aangetroffen. Hij stierf in 1282 v.Chr. en werd eerst na enige jaren bij gebreke aan een wettige erfgenaam opgevolgd door zijn broer Chattusilis III. Die zou regeren tot 1250 v.Chr. Deze Chattusilis II werd opgevolgd door Tudchaliasj IV van 1250-1220 v.Chr. die ook de Noord-Syrische steden Karchemisj en Alalach beheerste, al hoewel in 1242 v.Chr. de Assyriërs een raïd in het kernland uitvoerden.

De teloorgang van de Hoerrieten

Diens zoon Arnuwandas IV volgde hem op en zou regeren tot 1190 v.Chr. Vanaf die datum ontbreken de koninklijke annalen. Ook cultureel werden de Amorieten door de Hoerrieten beïnvloed. In dit kader is het bizar dat de koningen van Mitanni in plaats van Hoerritische namen Indo-Europese namen droegen. De adel (maryannu) diende het centrale regime van soldaten en wagenmenners te voorzien. Omstreeks 1200 v.Chr. was de rol van de Hoerrieten en Hethieten uitgespeeld, met dien verstande dat in latere tijden rond om het Van meer het koninkrijk Urartu ontstond, wiens taal sprekend leek op die van de oud-Hoerrieten.

Lees verder

© 2014 - 2024 Zonne, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Assyriërs in oude tijdenAssyriërs in oude tijdenToen na 3000 v.Chr. Semitische nomaden Mesopotamië binnenvielen, sloot een deel daarvan zich aan bij twee nog onbekende…
De Hyksos en de ZeevolkenDe Hyksos en de ZeevolkenNa een mythische overstroming van 2349 v.Chr. kwamen er in het Midden-Oosten weer volksverhuizingen op gang. Een en ande…
De geschiedenis van AfghanistanDe geschiedenis van Afghanistan is zeer complex en begint al zeer vroeg. Veel overblijfselen zijn gevonden en met de Neo…
Boekrecensie: "Kerstmis" van Dick BrunarecensieBoekrecensie: "Kerstmis" van Dick BrunaIn de tijd voor kerst zijn veel ouders op zoek naar een boek over het Kerstverhaal. Speciaal voor peuters en kleuters he…

Wat gebeurde er in 1969?Wat gebeurde er in 1969?1969 was het jaar van de maanlanding. Neil Armstrong zet als eerste mens een voet op de maan. Ook is 1969 het jaar van W…
Antwerpen in de Tweede Wereldoorlog: de V-bommenAntwerpen in de Tweede Wereldoorlog: de V-bommenAntwerpen werd tijdens de Tweede Wereldoorlog begin september 1944 bevrijd door geallieerde troepen. De feestvreugde bar…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Publiek Domein, Wikimedia Commons (PD)
  • Aula wereldgeschiedenis in jaartallen van Karl Ploetz
Zonne (298 artikelen)
Laatste update: 17-11-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.