Klaus Barbie, de slachter van Lyon en zijn wrede misdaden
Dat de Gestapo in het Derde Rijk een thuishaven voor bedenkelijke figuren was weten we al langer. Sommige booswichten staken er echter met kop en schouders uit. Een van de wreedste Gestapo-chefs was ongetwijfeld Klaus Barbie. In het bezette Lyon was hij zo berucht dat hij de bijnaam ‘slachter van Lyon’ kreeg. Zijn ondervragingsmethodes tartten alle verbeelding. Hij was ook verantwoordelijk voor de dood van de Franse verzetsstrijder Jean Moulin. In de vroege uurtjes liet hij een weeshuis in Izieu ontruimen en zette alle kinderen op de trein naar Auschwitz. Na de oorlog vluchtte Barbie naar Bolivië en ontsprong lange tijd de dans, maar op het einde van zijn leven kwam het alsnog tot een proces.
Leven van Klaus Barbie
Jeugd
Nikolaus (Klaus) Barbie werd op 25 oktober 1913 geboren in Bad Godesberg. In 1933 sloot hij zich aan bij de SS waarna hij in 1937 ook lid van de NSDAP werd.
Carrière
Tussen juni 1940 en begin 1942 werkte hij voor de SD in Amsterdam. Hier ondernam hij actie tegen Nederlandse Joden.
In november 1942 werd hij naar Lyon gestuurd om er de lokale afdeling van de Gestapo te gaan leiden. Barbie was toen 29 jaar. Zijn voornaamste opdracht was infiltreren in de verzetsbewegingen en ze vernietigen. Toen hij de leiding van de plaatselijke Gestapo overnam sprak hij profetische woorden:
"Ich bin gekommen um zu töten"
(Ik ben gekomen om te doden)
Het zou niet lang duren voor Barbie zijn beloftes waarmaakte. Zijn brutale aanpak gaf hem al gauw de bijnaam 'slachter van Lyon'.
Misdaden van de slachter van Lyon
De twee bekendste incidenten op het 'palmares' van Klaus Barbie zijn de dood van Jean Moulin en het ontruimen van het weeshuis in Izieu.
Sadistische methodes
In Lyon ontpopte Barbie zich al gauw tot een van de wreedste nazi's. Men schat dat de Gestapo-chef tijdens zijn schrikbewind meer dan vierduizend mensen heeft gedood.
De ondervragingsmethodes van Barbie tartten alle verbeelding. Hij dompelde slachtoffers onder in een kuip met ijskoud water tot ze bijna verdronken, bracht naalden of allerlei voorwerpen in hun lichaam, bracht brandwonden toe of elektrocuteerde de ondervraagden. De weinigen die het overleefden omschreven Barbie als een echte sadist die er van genoot om mensen te doen lijden en te mishandelen.

Herdenkingsmonument voor Jean Moulin /
Bron: Djampa, Wikimedia Commons (GFDL) Jean Moulin
Jean Moulin was een beroemd Frans verzetsstrijder die vanaf 1940 protestgroepen vormde. Hij had goede contacten met generaal Charles de Gaulle in Londen en richtte met zijn steun een nationale raad van verzet op: de Conseil National de la Résistance (CNR). Toen de nazi's Moulin in 1943 konden arresteren nam Barbie persoonlijk de ondervraging voor zijn rekening. Barbie mishandelde en martelde de verzetsstrijder, bond hem aan handen en voeten vast en gooide hem de keldertrap af.
Volgens getuigen sloeg Barbie Moulin zelfs even in coma. Maar wat Barbie ook probeerde en hoe hij hem ook toetakelde, tot zijn grote frustratie gaf Moulin geen krimp. Hij loste geen namen van andere verzetsstrijders. Uiteindelijk zette de Gestapo Moulin op een trein naar Duitsland. Tijdens die reis overleed hij, vermoedelijk door de uitputtende fysieke mishandelingen.
Er was nadien veel speculatie over de vraag wie Moulin verraden had zodat de nazi’s hem in handen kregen. De ware toedracht kwam echter nooit aan het licht.
Het weeshuis in Izieu
In het weeshuis ‘Colonie d’Enfants’ in Izieu liet Barbie in de vroege uurtjes vierenveertig Joodse kinderen ophalen en op een transport naar de gaskamers van Auschwitz zetten.
Drieënveertig van hen kwamen om. Slechts één kind, Leon Reiffmann, was erin geslaagd om te ontsnappen en zich te verstoppen. In zijn verslag meldde Barbie trots dat hij het ‘weeshuis had opgeruimd’.
Barbie na de oorlog
Barbie werd pas op het einde van zijn leven veroordeeld en slaagde er nog decennia in om te ontsnappen aan berechting voor zijn misdaden.
Duitsland
Na de oorlog dook Barbie aanvankelijk onder in Duitsland. Hij nam valse familienamen als Spier, Klein of Becker aan. De Amerikaanse contraspionagedienst CIC huurde Barbie na de Tweede Wereldoorlog zelfs in als informant tegen de communisten.
Vlucht naar Bolivië
Hij kon in 1951 vluchten naar Bolivië (vermoedelijk eveneens met hulp van de CIC) waar hij in La Paz onder de valse naam Klaus Altmann een zorgenloos en luxueus leventje leed. In 1957 werd Barbie genaturaliseerd tot Boliviaan. Verschillende dictators in Bolivië en Peru deden in de jaren zestig en zeventig op hem beroep als ‘ondervragingsspecialist’.
Op het gebruik van de valse achternaam na deed Barbie geen moeite om zijn identiteit te verbergen. Vaak ontmoette hij andere voormalige nazi’s en wanneer hij genoeg drank op had zong hij in het openbaar samen met hen oude kampliederen.
Uitlevering
De twee bekende nazi-jagers Serge en Beate Klarsfeld ontdekten de identiteit van Barbie al in 1972. Toch duurde het nog tien jaar voor Barbie werd uitgeleverd. Enerzijds weigerde de Boliviaanse regering iemand uit te leveren die een Boliviaans staatsburger was.
Anderzijds was ook Frankrijk niet helemaal gerust in de terugkeer van Barbie omdat hij namen van voormalige collaborateurs van het Vichy-regime kon noemen. Een aantal van hen zat ondertussen op respectabele posities. Pas in 1983 leverde Bolivië hem uit aan Frankrijk.
Geen spijt
Barbie toonde geen enkel berouw over zijn vroegere misdaden. In 1973 vroeg het blad O Globo hem in een interview of hij spijt had. Barbie's antwoord was duidelijk:
"Wat? Waarom? In een oorlog doodt iedereen iedereen. Dan zijn er geen goeden en slechten. Ik ben een overtuigde nazi. Ik aanbid de nazi-discipline en ik ben er trots op dat ik commandant ben geweest van het fijnste korps van het Derde Rijk, de SS.
Al zou ik nog duizendmaal geboren worden, dan zou ik nog duizendmaal doen wat ik gedaan heb voor Duitsland en voor Bolivia"
Proces tegen Klaus Barbie (1987)
In 1987 verscheen Barbie in het 'Palais de Justice' van Lyon voor de rechtbank om zich te verantwoorden voor zijn misdrijven en de waslijst aan misdaden tegen de menselijkheid. Hij was toen al 73 jaar.
Getuigenissen
Het proces verliep onder grote mediabelangstelling. Voormalige slachtoffers getuigden in de rechtszaal over de martelingen die ze destijds bij Barbie ondergingen.
Zo getuigde Lise Lesèvre hoe ze negentien dagen na elkaar gemarteld werd. Ze beschreef hem als een echte sadist:
"Het was 's anderendaags toen ik kennismaakte met Barbie, met zijn beestenogen... eerst beschuldigde hij me en vernederde me tot op het bot, dan nam hij me mee naar een kamer waar ik vreemde dingen op tafel zag liggen... Hij schiep er plezier in om mensen af te ranselen, hij had niks menselijks"
Barbie zat er onverschillig bij en verdedigde zich nauwelijks. Zijn ogen staarden afwezig en hij had nog steeds een halve glimlach op zijn gezicht net als vroeger. Telkens wanneer de voorzitter van de rechtbank hem een vraag stelde kwam er weinig meer dan een ontwijkend "ich habe nichts zu sagen" (ik heb niets te zeggen).
Veroordeling en dood
De rechtbank veroordeelde hem tot levenslang wegens misdaden tegen de menselijkheid. Nauwelijks vier jaar later overleed Barbie in de gevangenis op 23 september 1991 aan leukemie. Hij werd 77 jaar.
"Wanneer ik voor de troon van God zal staan zal ik onschuldig bevonden worden" (Klaus Barbie, 1987)
Lees verder