Fort van Breendonk en Dossinkazerne: nazi-kampen in België
Bij concentratiekampen denkt men spontaan aan de gruwelijke vernietigingskampen in Polen. De misdaden en horror die zich afspeelden in nazi-kampen als Auschwitz-Birkenau, Treblinka of Buchenwald hebben ervoor gezorgd dat de namen van dergelijke plaatsen ons ook vandaag nog doen huiveren. Maar ook dicht bij huis in België speelde zich een onvoorstelbare gruwel af. Vanuit de Dossinkazerne werden mensen op transport gezet naar de vernietigingskampen. In het Fort van Breendonk waren weliswaar geen gaskamers, maar voor de rest moest het kamp in niets onderdoen voor de doodskampen. Gevangenen werden er mishandeld, geslagen, gefolterd of koudweg geëxecuteerd.
Nazi-kampen in België
Werk- en doodskampen
Het is een wijdverbreid misverstand dat elk kamp van de nazi’s een moordkamp was. Van de ruim vijftienduizend concentratiekampen waren slechts zes kampen, allen gelegen in het huidige Polen, vernietigingskampen. Het gaat om Auschwitz-Birkenau, Chelmno, Sobibor, Treblinka, Majdanek en Belzec. De meeste nazi-kampen waren echter werkkampen, waar men zich letterlijk dood moest werken of waar men tijdelijk verbleef alvorens men op een trein naar de concentratiekampen in Duitsland of de doodskampen in Polen belandde.
Fort van Breendonk en Dossinkazerne
In België speelden twee plaatsen tijdens de Duitse bezetting een belangrijke rol: het Fort van Breendonk en de Dossinkazerne in Mechelen. Beide gebouwen fungeerden tijdens de Tweede Wereldoorlog als ‘Auffangslager’ (‘opvangkamp’) van de nazi’s.
Vooral het fort van Breendonk ten zuiden van Antwerpen is de moeite waard om te bezoeken, want het is dankzij de betonnen muren een van de best bewaarde voormalige nazi-kampen van West-Europa.
Het Fort van Breendonk
Oorsprong van het kamp
Breendonk was oorspronkelijk een fort gebouwd nog voor het begin van de Eerste Wereldoorlog. Het maakte deel uit van een grotere fortengordel rond Antwerpen. Na de inval van nazi-Duitsland werd het fort door de bezetter ingenomen en gebruikt als gevangenenkamp. Breendonk werd een ‘doorvoerkamp’ vanwaar mensen verder gestuurd werden naar kampen in Duitsland of vernietigingskampen in Polen.
De eerste vijftien gevangenen kwamen op 20 september 1940 aan in Breendonk. Tegen oktober zaten er al tweeënvijftig gevangenen. Het aantal mensen dat in Breendonk opgesloten zat schommelde: op sommige momenten zaten er hooguit dertig gevangenen, soms tot wel zeshonderd.
De ene gevangene bleef er hooguit een dag, anderen zaten er drie jaar. Men schat dat in totaal zeker 3600 mensen in Breendonk hebben vastgezeten. Het kamp werd definitief ontruimd op 31 augustus 1944 en viel op 2 september in handen van de geallieerden.
De kampbewakers
De kampleiding van Breendonk was uiterst wreed en boosaardig. Er waren aanvankelijk alleen Duitse SS'ers, onder leiding van de eerste kampcommandant SS-Sturmbannführer Philip Schmitt en zijn wrede medewerker SS-Untersturmführer Arthur Prauss.
Maar later traden ook Vlaamse SS'ers toe tot de kampleiding. Vanaf dat ogenblik werden de omstandigheden onmenselijk en deze Vlaamse bewakers behandelden de gevangenen nog slechter dan de Duitse. Twee beruchte figuren waren Richard De Bodt, een sluiswachter uit Brussel en Fernand Wyss, een ex-bokser. Ze schiepen er een duivels genoegen in de gevangenen te slaan, mishandelen, uit te dagen en te vernederen. Onder elkaar gingen ze weddenschappen aan wie de efficiëntste martelingen kon bedenken of de volgende ochtend het eerst een gevangene kon vermoorden. Andere wrede Vlaamse SS'ers waren Eugeen Raes, Adolf Lampaert en Marcel De Saffel.
Het leven in fort Breendonk
Ondraaglijk regime
De omstandigheden in het kamp waren op alle vlakken bikkelhard. De gevangenen sliepen er op een strozak vol ongedierte in ‘kazematten’: slaapzalen in kale, vochtige kamers waar schimmel op de muren stond.
Van 's morgens tot 's avonds dienden ze dag in dag uit zware arbeid te verrichten onder het voortdurende geschreeuw van bewakers. Continu werd ergens wel iemand geslagen met zweep of knuppel omdat het niet snel genoeg ging.
Naar het toilet gaan was beperkt tot één minuut per dag en men moest toestemming vragen. Men kreeg nauwelijks te eten, op wat brood, koffie en waterige soep van rapen en bieten na.
Toen het Rode Kruis voedselpakketten opstuurde gaf de SS-bewaking al het voedsel liever aan de varkens in de stal, terwijl de uitgehongerde gevangenen moesten toekijken.
Executieplaats
Het fort had ook een executieplaats waar regelmatig terechtstellingen gebeurden. Slachtoffers werden vastgemaakt aan een paal en door een vuurpeloton vanaf vijf meter afstand geëxecuteerd of eindigden aan de galg.
Het kamp had zelfs een heuse folterkamer die alle verbeelding tartte. Mensen werden er bij de handen opgehangen aan vleeshaken en omhooggetrokken, of kregen elektrische schokken toegediend. Soms vergat men in een dronken bui dat een gevangene nog aan de katrol hing en trof men hem de volgende morgen dood aan.
Men stelt soms dat onder het nazi-regime de mensheid terugviel naar het niveau van de middeleeuwen en plaatsen als Breendonk illustreren dit op schrijnende wijze.
Na de oorlog
De beulen veroordeeld
Na de oorlog werd voormalig kampcommandant Philip Schmitt gearresteerd en ter dood veroordeeld. Ook tal van andere Vlamingen die tot de kampleiding hadden behoord zoals Eugeen Raes, Adolf Lampaert en Marcel De Saffel werden opgepakt. Op het proces van Mechelen op 7 mei 1946 werden ze ter dood veroordeeld en op 12 april 1947 door het vuurpeloton geëxecuteerd.
Richard De Bodt
Alleen Richard De Bodt, één van de ergste bewakers, kon aanvankelijk ontsnappen en leefde een paar jaar ondergedoken in Duitsland. Ook hij was op het proces van Mechelen bij verstek tot de doodstraf veroordeeld. Maar in 1951 werd hij alsnog gevat. Hij ontsnapte echter aan de doodstraf. Ze werd omgezet in levenslang omdat intussen een nieuwe wet de doodstraf in België had afgeschaft. Dit leidde tot luid protest onder de bevolking en uiteindelijk tot het aftreden van de toenmalige Minister van Justitie.
Fort Breendonk bezoeken
Wat zien?
Breendonk is vandaag een nationaal gedenkteken dat dagelijks te bezichtigen valt. Tijdens een twee uur durend parcours met audiogids kom je langs de voormalige kamers, slaapzalen en gebouwen van het concentratiekamp. Het is een aangrijpend bezoek voor jong en oud.
Je wandelt ook door een zaal die nu eens als rechtszaal dan weer als feestzaal voor de SS'ers fungeerde. Op de muur van de zaal waar eens gevangenen ter dood werden veroordeeld prijkt nog een doodshoofd met de SS-leuze "Meine Ehre heißt Treue" onder de swastika en de adelaar van het Derde Rijk.
Ook de executieplaats en folterkamer kan je met eigen ogen zien. Doordat zoveel van het kamp bewaard is gebleven is het een indrukwekkende ervaring.
Wanneer je hier buitenkomt denk je maar één ding: dit mag nooit meer gebeuren en hoe is het mogelijk dat mensen elkaar zoiets kunnen aandoen?
Openingsuren Fort van Breendonk
Breendonk is elke dag van het jaar zeven op zeven geopend van 9u30 tot 17u30 (laatste toegang om 16u30). In de zomermaanden (vanaf 1 juli tot 31 augustus) gelden andere uren en is het Fort geopend van 10u00 tot 18u00 (met laatste toegang om 17u00). Op 1 januari, 24 en 25 december is het Fort van Breendonk gesloten.
De Dossinkazerne in Mechelen
Geschiedenis
Ook de Mechelse Dossinkazerne bestond al voor de Tweede Wereldoorlog. Ze werd in 1756 al gebouwd door de Oostenrijkse Habsburgers. Ze diende enkel voor militaire doeleinden, tot de Duitse bezetter besloot om ze te gebruiken als ‘Sammellager’, een verzamelkamp voor Joden en zigeuners.
Gebruik van de kazerne tijdens WO II
Tussen juli 1942 en september 1944 ontving de kazerne rond de vijfentwintig duizend Joden en driehonderdvijftig zigeuners, die van hieruit naar Auschwitz-Birkenau en enkele andere kampen getransporteerd werden, waar twee op de drie meteen na aankomst vergast werden.
Hooguit vijf procent van de slachtoffers overleefde de oorlog. De kazerne is vandaag een museum over de vervolging van Joden en zigeuners in België. Een bezoek is zeker de moeite waard.
Lees verder