Herta Bothe, de sadiste van Stutthof en haar wrede misdaden
SS-Aufseherin Herta Bothe. De naam doet misschien niet meteen een belletje rinkelen. Maar wie in de concentratiekampen Stutthof en Bergen-Belsen aan deze sadiste was overgeleverd zou haar niet snel meer vergeten. Over haar jeugd en levensloop is weinig bekend. Aanvankelijk was ze verpleegster, maar als kampbewaakster maakte Bothe van haar positie schaamteloos misbruik om gevangenen af te ranselen of zelfs te doden. Na de oorlog zat ze samen met andere nazi-vrouwen in het beklaagdenbankje van het proces in Belsen. Toch kwam ze met een lichte straf weg en bleef ze tot op hoge leeftijd haar misdaden op een brutale manier goedpraten: ‘Hoezo, een fout gemaakt? Ik?’
Levensloop
Herta Bothe werd geboren op 8 januari 1921 in Teterow, een kleine gemeente in de Duitse deelstaat Mecklenburg-Vorpommern. Over haar jeugd is weinig bekend. Ze leek een doodgewoon en onopvallend meisje van eenvoudige komaf. Niemand in het onbelangrijk dorp van een paar duizend inwoners kon zich toen al inbeelden welke gruweldaden Herta later zou begaan.
Haar carrière
Eerste jobs
Bothe lijkt niet te hebben gestudeerd want in 1938 hielp ze op zeventienjarige leeftijd haar vader in zijn houtzagerij en winkeltje in Teterow. Daarna werkte ze eerst een tijdje als fabriekarbeidster. In de vroege oorlogsjaren, van ruwweg 1940 tot 1942, was ze verpleegster in een ziekenhuis.
Kampbewaakster
Maar Herta wou wel eens iets anders en in september 1942 trok ze naar het concentratiekamp Ravensbrück voor een intensieve opleiding van vier weken tot kampbewaakster. Na haar training ging ze naar het kamp in Stutthof. Dit kamp, 'Sztutowo' in het Pools, lag in het uiterste noorden van Polen op vierendertig kilometer van Danzig. Het was een van de eerste concentratiekampen en zou ook het langste bestaan. Stutthof opende op 2 september 1939 en werd pas als laatste kamp bevrijd op 10 mei 1945.
Misdaden van Herta Bothe in Stutthof en Belsen
Stutthof
In Stutthof ontpopte Bothe zich al snel tot een meedogenloze en wrede kampbewaakster. Ze was lang, sterk en stevig gebouwd en boezemde alleen al door haar gestalte angst in.
De meeste Aufseherinnen liepen rond met pistool en zweep, maar Bothe vond de zweep maar niets en verving ze door een houten stok waarmee ze regelmatig gevangenen afranselde. Vooral zieke vrouwen moesten het ontgelden. Volgens overlevenden van het kamp zou ze ook verschillende keren op gevangenen hebben geschoten en hen eigenhandig hebben vermoord, maar dit werd nooit bewezen en Bothe zou het later altijd hardnekkig ontkennen. Een achttienjarig meisje werd door Bothe betrapt toen ze uit pure honger de aardappelschillen van de kampkeukens at. Het meisje werd zwaar mishandeld en hoewel andere gevangenen protesteerden en wilden tussenkomen riep Bothe: ‘Ik sla haar tot ze sterft!’.
Bergen-Belsen
Op 21 januari 1945 werd Bothe naar Bergen-Belsen overgeplaatst. Ze begeleidde een van de beruchte dodenmarsen vanuit Polen naar dit kamp, met een tussenstop in Auschwitz halfweg de route. Uiteindelijk kwamen ze eind februari 1945 in Belsen aan, waar ze tot de bevrijding van het kamp op 15 april 1945 zou werken. Hier werkte ze samen met al even beruchte nazi-vrouwen als
Irma Grese.
Toen Bergen-Belsen door de geallieerden werd bevrijd troffen ze er onvoorstelbare taferelen aan. Lijken van mensen, omgekomen door ontbering, lagen letterlijk over het hele kamp verspreid. Hoewel de Britse bevrijders bulldozers hadden werd Bothe samen met de andere bewaaksters verplicht om slachtoffer na slachtoffer naar een massagraf te dragen, als straf voor hun medewerking aan de onmenselijke leefomstandigheden. Bij deze taak stond de angst op Bothe’s gezicht te lezen. Ze verklaarde achteraf dat ze doodsbang was geweest om tyfus of een andere ziekte te krijgen, want ze mocht bij deze straf geen masker of handschoenen dragen. Achteraf klaagde ze ook steen en been over haar rugpijn bij het opruimen van de lijken.
Berechting
Op het Bergen-Belsen proces zat Bothe samen met andere beruchte kampbewaaksters als Irma Grese, Elisabeth Volkenrath en Juana Bormann in het beklaagdenbankje. Ze ontkende alle feiten met klem: nooit had ze een pistool gebruikt, nooit had ze gevangenen met een houten stok geslagen en nooit had ze iemand vermoord.
Uiteindelijk kreeg ze een vrij lichte straf: tien jaar opsluiting. Andere collega’s als Irma Grese werden veroordeeld tot de strop maar Bothe kwam goed weg. In tegenstelling tot Grese waren er weinig harde bewijzen tegen Bothe. Moorden of betrokkenheid bij gaskamers waren niet aantoonbaar. Van de tien jaar zou ze er bovendien maar zes uitzitten. In december 1951 werd ze door de Britten vervroegd vrijgelaten.

Bothe na de bevrijding van Bergen-Belsen /
Bron: Oakes, H (Sgt), Wikimedia Commons (Publiek domein)Bothe na de oorlog
Geen schuldbesef
Na haar vrijlating verdween Bothe al gauw in de anonimiteit. Ze huwde, ging in Noord-Duitsland wonen en noemde zich voortaan Herta Lange.
Wat Bothe met vrijwel alle andere beruchte nazi’s gemeen had was een totaal gebrek aan spijt en normbesef. In 2000 gaf ze op hoge leeftijd nog een
spraakmakend televisie-interview. Ze verdedigde haar vroegere beslissing om Aufseherin te worden. Fouten had ze niet gemaakt, aldus Bothe. Haar excuus? ‘Ik moest wel opzichtster worden, zoniet was ik zelf in het concentratiekamp beland’.
De meeste historici vinden dit nonsens. Vrouwen hadden in het Derde Rijk de keuze om al dan niet kampbewaakster te worden. Heel wat kijkers reageerden onthutst: na al die jaren bleek Herta Bothe nog steeds overtuigd van het nazistisch gedachtegoed.
"Wat bedoel je, een fout gemaakt? Nee ... Ik ben niet helemaal zeker hoe ik dat moet beantwoorden. Heb ik een fout gemaakt? Nee... De fout was dat het een concentratiekamp was, maar ik moest erheen, anders was ik er zelf in weggestopt. Dat was mijn fout." (Herta Bothe)
Dood
Over de dood van Herta Bothe hangt een waas van mysterie. Er bestaat zelfs geen zekerheid over haar overlijden. Het interview dateert volgens de meeste bronnen uit 2000, maar anderen situeren de beelden in 2003, 2005 of zelfs 2009. Volgens de meeste historici overleed ze op 16 maart 2000, maar ook dat is niet zeker. Zelfs Duitse bronnen noemen dit haar 'vermoedelijke' sterfdatum maar er is twijfel. Of is Bothe nog in leven, en leeft ze hoogbejaard ondergedoken? Het mysterie leeft voort.
Lees verder