Elisabeth Volkenrath, van kapster tot wrede kampbewaakster
Elisabeth Volkenrath was tijdens de Tweede Wereldoorlog een van de beruchtste kampbewaaksters. Ze stond bekend als ronduit wreed en boosaardig. Toch is over haar weinig bekend. Waarom een kapster plots besluit om SS-Aufseherin te worden blijft een moeilijk te begrijpen raadsel. Tijdens haar carrière doorliep ze verschillende kampen, waar ze met collega's als Irma Grese en Juana Bormann een boosaardig en brutaal bewind voerde. Dag in dag uit werden gevangenen mishandeld en geterroriseerd. Ook selecties voor de gaskamers maakten deel uit van haar dagelijkse routine. Na de oorlog ontkende ze haar schuld in alle talen, maar het hielp haar niet. Ze werd veroordeeld tot de strop en werd slechts 26 jaar.
Levensloop van Elisabeth Volkenrath
Jeugd
Haar echte naam was Elisabeth Mühlau. Ze werd op 5 september 1919 in het plaatsje Schönau an der Katzbach geboren en was van eenvoudige komaf. Vader Josef Mühlau was een bosarbeider. Hoeveel broers en zussen ze precies had is niet bekend, maar ze had minstens vijf zussen.
Vroege jaren
Ze kreeg weinig onderwijs en had alleen de lagere school afgemaakt. Om aan de kost te komen kon ze dus weinig kanten uit. Van 1933 tot 1938 werkte ze eerst als kinderoppas en later als keukenhulpje. Daarna ging ze aan de slag als kapster.
Huwelijk
In augustus 1942 leerde ze in Auschwitz SS-officier Heinz Volkenrath kennen. De twee huwden in 1943 en zoals in die tijd gebruikelijk was nam Elisabeth de naam van haar man over. Voortaan noemde ze zich Elisabeth Volkenrath.
Haar carrière als kampbewaakster
Kort na het begin van de Tweede Wereldoorlog was ze het haarknippen moe en wilde ze iets helemaal anders gaan doen. Ze solliciteerde in een munitiefabriek en kreeg de baan. Maar al gauw zag ze weer nieuwe kansen. Ze besloot kampbewaakster te worden.
Elisabeth Volkenrath in de kampen
In oktober 1941 kreeg haar carrière de wending die haar in de geschiedenisboeken deed belanden. Ze ging naar het concentratiekamp Ravensbrück, waar alleen vrouwen opgesloten zaten. Niemand minder dan de beruchte
Dorothea Binz leidde haar op tot bewaakster. Binz maakte van Volkenrath een wrede en brutale opzichtster, helemaal in lijn met haar eigen opvattingen en methodes. Volkenrath bleef daarna tot 1943 als SS-Aufseherin in Ravensbrück, waarna men haar overplaatste naar Auschwitz II (Birkenau). In november 1944 klom ze verder op tot SS-Oberaufseherin. Zo werd ze verantwoordelijk voor alle afdelingen met vrouwelijke gevangenen in het beroemde gruwelkamp.
Bergen-Belsen
In januari 1945 naderden de Sovjettroepen en de nazi's ontruimden het vernietigingskamp in allerijl. Daarop verhuisde Volkenrath naar Bergen-Belsen, waar ze vanaf 5 februari 1945 onder kampcommandant Josef Kramer werkte. Ze was nog maar een paar dagen in het kamp toen ze ziek werd, waardoor ze pas vanaf 23 maart 1945 haar taak opnieuw kon uitvoeren.

Auschwitz, Elisabeth Volkenraths werkterrein /
Bron: Puzy89, Wikimedia Commons (FAL)Haar misdaden in de kampen
Na de oorlog ontkende ze steeds alle betrokkenheid bij de wreedheden in de kampen. Maar het werd al gauw duidelijk dat Elisabeth Volkenrath zich schuldig maakte aan mishandelingen en een actieve rol had bij de selecties en transporten naar de gaskamers.
Selecties
Auschwitz II Birkenau was berucht om zijn dagelijkse selectie ('die Selektion') van gevangenen voor de gaskamers. Dag in dag uit volgde hetzelfde ritueel waarbij bewakers mensen ter dood veroordeelden. Volkenrath nam er regelmatig aan deel en koos volgens overlevenden ook zelf gevangenen uit.
Mishandeling
Ze maakte zich vaak schuldig aan de mishandeling van gevangenen. Talloze slachtoffers getuigden na de oorlog hoe Volkenrath regelmatig mensen met haar rubberen gummistok een pak slaag gaf.
Executies
Na haar promotie tot SS-Oberaufseherin in 1944 zag Volkenrath persoonlijk toe op drie executies, waarbij gevangenen werden opgehangen.
Berechting en proces
Opgepakt
Bij de bevrijding van Bergen-Belsen troffen de Britten een echte hel aan. Overal lagen lichamen van dode gevangenen. De Britse troepen verplichtten Volkenrath om samen met haar collega's alle lijken op te ruimen en in een massagraf te gooien. Daarna werd ze samen met alle andere kampbewaaksters opgepakt en in april 1945 naar de gevangenis gebracht.
Proces
Lang bleef ze niet achter de tralies. Het Bergen-Belsenproces startte op 17 september 1945. In alle toonaarden ontkende ze ook maar iets van de vergassingen in Auschwitz te weten. Ja, ze had wel selecties bijgewoond, maar er nooit actief aan deelgenomen. De nazi-dokters kozen immers volgens haar de gevangenen uit. Ze beweerde ook niet te weten wat er met de geselecteerden gebeurde of waar ze naartoe gingen. Gaskamers? Nooit van gehoord. Toen de rechtbank haar vroeg wie dan wel voor de toestanden in Auschwitz verantwoordelijk was legde ze de schuld bij kampcommandant Rudolf Höss en SS-Reichsführer Heinrich Himmler.
Ze gaf wel schoorvoetend toe dat ze wel eens gevangenen een klap in het gezicht had verkocht, maar dan alleen om de orde en tucht in het kamp te handhaven wanneer ze niet gehoorzaamden. Maar mishandelingen? Neen, dat was volgens Volkenrath alleen maar
“eine verdammte Lüge!” (een vervloekte leugen!)
Ze maakte van het proces ook gebruik om aan zelfbeklag te doen. Volgens haar waren de Aufseherinnen immers even grote slachtoffers, want door in een kamp te moeten wonen en werken waren ze even slecht gehuisvest als de gevangenen. Ook klaagde ze dat haar loon niet altijd stipt en volledig werd uitbetaald.
Hoe ze zich ook in allerlei bochten wrong om haar straf te ontlopen, het mocht niet baten. De vele gedetailleerde en geloofwaardige getuigenissen van ex-gevangenen waren verpletterend. Op 17 november 1945 was het proces ten einde. Het hof veroordeelde Elisabeth Volkenrath samen met collega’s als Irma Grese en
Juana Bormann ter dood.
Elisabeth Volkenraths einde
Nazi-liederen
Tot hun verbazing hoorden de gevangenisbewakers op 12 december, aan de vooravond van de terechtstelling, ‘s avonds
Irma Grese en Elisabeth Volkenrath samen luidkeels nazi-liedjes zingen vanuit hun aangrenzende cellen. Het mooiste bewijs dat van enige spijt of berouw geen sprake was.
Executie
Op 13 december 1945 was het zover. De speciaal uit Groot-Brittannië overgekomen beul Albert Pierrepoint stond Volkenrath ‘s morgens om 10 uur op te wachten bij de galg, in een speciaal ingerichte executieruimte in de gevangenis van Hameln.
Irma Grese was al eerder die ochtend geëxecuteerd. Volkenrath zat in een cel vlakbij de galg en had ongetwijfeld gehoord hoe de bewakers haar collega een halfuur eerder al waren komen halen en hoe even later het valluik openging en Grese naar beneden donderde. Nu was het haar beurt om te sterven.
Haar laatste woorden zijn niet bekend, maar even later was het leven van de beruchte kampbewaakster al op 26-jarige leeftijd voorgoed voorbij.
Lees verder