Hermine Braunsteiner, de schoppende merrie van Majdanek
Hermine Braunsteiner was een van de beruchtste kampbewaaksters van het nazi-regime. In concentratiekamp Majdanek ging ze zo boosaardig te keer dat ze de geschiedenisboeken inging als ‘de schoppende merrie’. Die bijnaam kwam niet uit de lucht vallen. Regelmatig vertrappelde ze gevangenen met haar zware laarzen. Haar sadistische houding joeg menig slachtoffer de stuipen op het lijf. Na de oorlog gooide Braunsteiner het roer om. Ze probeerde als brave huisvrouw aan de andere kant van de grote plas een zorgeloos leventje te leiden, tot nazi-jager Simon Wiesenthal haar uiteindelijk opspoorde. Pas jaren later verscheen ze voor een Duitse rechtbank en verdween voor lange tijd achter de tralies.
Hermine Braunsteiner's levensloop
Jeugd
Hermine Braunsteiner's geboorteland was Oostenrijk. Ze werd op 16 juli 1919 in Wenen geboren. Hermine was het jongste kind van een katholieke, eenvoudige arbeidersfamilie. Vader Friedrich werkte als slager en kluste bij als chauffeur in een brouwerij. Wat haar moeder deed is niet bekend, maar wellicht was zij huisvrouw en zorgde ze voor de kinderen.
Studies
Hermine wilde graag verpleegster worden maar moest haar droom al gauw opbergen. Het eenvoudige gezin had nu eenmaal niet de middelen om meisjes verder te laten studeren. Er zat niets anders op dan als huismeid aan de slag te gaan. Van 1937 tot 1938 werkte ze zelfs een tijdje in Groot-Brittannië als huishoudster voor een Amerikaanse ingenieur en zijn gezin.
Carrière
Arbeidster
Toen nazi-Duitsland in 1938 met de 'Anschluss' Oostenrijk inlijfde werd Braunsteiner vanzelf Duits staatsburger. Ze keerde terug naar Wenen maar verhuisde al snel naar Berlijn, waar ze als arbeidster in een fabriek voor vliegtuigonderdelen werkte.
Kampbewaakster
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog greep Braunsteiner de kans om haar carrière een nieuwe wending te geven. Het nazi-regime zocht een groot aantal vrouwelijke opzichtsters. De perspectieven waren in elk geval aanlokkelijk, want als kampbewaakster kon ze bijna viermaal zoveel verdienen.

In het kamp Majdanek beging Hermine Braunsteiner haar misdaden /
Bron: Majdanek Museum, Wikimedia Commons (Publiek domein)Haar misdaden in Ravensbrück en Majdanek
In 1939 volgde ze een opleiding tot kampbewaakster en werd SS-Aufseherin. Al gauw klom ze op in de hiërarchie, want in 1942 werd ze SS-Lagerführerin en een jaar later, in 1943, werd ze al bevorderd tot SS-Rapportführerin.
Ze werkte eerst in Ravensbrück en later in Majdanek. Vooral in dit laatste kamp ging ze erg brutaal te werk.
Ravensbrück
In 1939 kreeg Braunsteiner in Ravensbrück opleiding en training van niemand minder dan
Maria Mandel, een van de wreedste kampbewaaksters in het Derde Rijk.
Majdanek
Drie jaar later kreeg ze echter om een onbekende reden ruzie met Mandel en vroeg ze haar overplaatsing. In 1942 verhuisde Braunsteiner naar het vernietigingskamp Majdanek bij Lublin in Polen. De gevangenen zouden hun ontmoeting met Braunsteiner nooit meer vergeten. Ze schiep er een duivels genoegen in om slachtoffers met haar zware laarzen zo hard te schoppen dat sommigen aan hun verwondingen bezweken. Verschillende overlevenden vertelden later hoe ze oude vrouwen zo lang met de harde punt van haar laars trapte tot ze ter plekke stierven. Het duurde dan ook niet lang of ze stond alom bekend als ‘de schoppende merrie’. Maar ze schopte niet alleen gevangenen: andere keren trapte ze met plezier de stoel weg waarop een jong meisje stond om te worden opgehangen, zodat het sneller ging.
Andere gevangenen maakten dan weer kennis met Braunsteiner’s zweep, waarmee ze vrouwen sloeg tot ze bezweken. Vooral wie zijn gevangenennummer niet naar behoren op het uniform had genaaid moest het ontgelden. De zweep werd bovengehaald en het slachtoffer kreeg een pak rammel.
Andere keren zag men haar in een vlaag van razernij kinderen bij het haar omhoog trekken en op de vrachtwagens naar de gaskamers gooien. Ze zou ook actief hebben deelgenomen aan de ‘selecties’. Hierbij koos men vrouwen en kinderen uit voor transport naar de gaskamers.
Het nazi-regime was zo tevreden over Braunsteiner’s werk in de kampen dat men haar in 1943 onderscheidde met het Kruis voor Oorlogsverdiensten.
Toen de geallieerden op het einde van de Tweede Wereldoorlog steeds verder oprukten werd Majdanek in allerijl verlaten. Braunsteiner verhuisde opnieuw naar Ravensbrück, waar ze haar sadistische houding verderzette. Ook hier ranselde ze weer met de regelmaat van de klok gevangenen af. Toen ze een Russisch meisje van sabotage verdacht bracht ze vijfentwintig zweepslagen toe, tot haar rug helemaal openlag. Een Franse dokter die in het kamp gevangen zat herinnerde zich na de oorlog de feiten:
”De rug van het meisje was hevig toegetakeld en bloedde. Braunsteiner verbood mij om haar onmiddellijk te behandelen. Ik moest wachten tot ik toelating kreeg”
De schoppende merrie na de oorlog
Veroordeling
In 1946 pakte de Oostenrijkse politie haar op en belandde ze in de gevangenis. In 1948 verscheen Braunsteiner voor een Oostenrijkse rechtbank, waar ze voor haar misdaden in Ravensbrück drie jaar cel kreeg. Dat haar optreden in Ravensbrück in werkelijkheid klein bier was vergeleken bij wat ze in Majdanek had uitgespookt wist toen nog niemand.
Ze kwam vroeger vrij en liep al in 1950 terug vrij rond. Braunsteiner verdween vlug terug in de anonimiteit. Lange tijd wist niemand wat er van haar geworden was. Achteraf bleek dat ze na haar vrijlating hier en daar wat werk in hotels en restaurants had gedaan om aan geld te komen.
Emigratie
Ze huwde in 1958 met Russell Ryan, een Amerikaanse soldaat. Ze had hem leren kennen tijdens zijn vakantie in Oostenrijk. Niet veel later emigreerde ze naar Nova Scotia in Canada, waar ze een tijdje samenwoonden, tot ze naar de VS verhuisden. In 1963 kreeg ze de Amerikaanse nationaliteit. Hier leidde ze jarenlang een zorgeloos bestaan. Het echtpaar woonde in de wijk Queens in New York. Niemand vermoedde het duistere verleden van ‘miss Ryan’. Ze gedroeg zich in de buurt voorbeeldig en beleefd.
Dat veranderde toen de beroemde nazi-jager Simon Wiesenthal besloot haar op te sporen. Hij zette alles op alles opdat ze haar straf niet zou ontlopen. Hij tipte een jonge reporter van The New York Times, die bij Braunsteiner aanbelde, en haar zei dat hij wist wie ze was. Ze reageerde kurkdroog:
”Ik wist dat dit uiteindelijk zou gebeuren, en daar bent u dan."
De bal ging daarna pas echt aan het rollen toen de journalist op 14 juni 1964 een ophefmakend artikel op de voorpagina van de krant plaatste met de titel “Former nazi camp guard now a housewife in Queens”. Er ontstond veel publieke verontwaardiging. De Amerikaanse overheid besloot om een procedure tot uitlevering te starten. Haar Amerikaanse nationaliteit werd ingetrokken. Op 6 augustus 1973 was het zover: de VS leverde haar uit aan Duitsland. Daarmee was ze de eerste door de VS uitgeleverde nazi-oorlogsmisdadiger.
Haar buren in Queens reageerden geschokt. Ze konden niet geloven dat de vriendelijke en attente ‘Mrs. Ryan’ een verleden als brutale kampbewaakster had. Zelfs haar man besefte nauwelijks de ware toedracht van haar misdaden:
“My wife, Sir, wouldn’t hurt a fly. She did her duty, just like everyone else was. She had no choice and was following the orders of her superiors.”
Berechting
Majdanekproces
In Düsseldorf verscheen Braunsteiner in 1975 voor de rechtbank tijdens het ‘Majdanekproces’, waar ze met andere oorlogsmisdadigers in het beklaagdenbankje zat. Van het proces zijn
beelden bewaard waarop je Hermine Braunsteiner kunt zien.
Vonnis
Op 30 juni 1981 was het proces afgelopen. Het vonnis was verpletterend voor Braunsteiner. Men bevond haar schuldig aan de dood van meer dan duizend mensen. Het hof veroordeelde haar dan ook tot tweemaal levenslang. Ze zou haar ontspannen leventje in New York niet meer terugzien, want ze verdween voorgoed achter de tralies.
Het einde van Hermine Braunsteiner
Toch zou Hermine Braunsteiner, onverhoopt, op het einde van haar leven de wereld buiten de gevangenismuren nog eens zien. Omdat haar gezondheid erg achteruitging liet de Duitse regering haar in 1996 vervroegd vrij.
In dat jaar werd Braunsteiner gespot op een markt, waar haar echtgenoot haar in een rolstoel voortduwde. Voorbijgangers hoorden hem vragen of hij wat bloemen voor haar moest kopen. Braunsteiner antwoordde niet en staarde stil en wezenloos voor zich uit.
Drie jaar later, op 19 april 1999, overleed de ooit zo gevreesde schoppende merrie op 79-jarige leeftijd in Bochum aan de gevolgen van diabetes.
Lees verder