Joden in Nederland: Republiek – Asjkenaziem en Sefardiem
Zowel de Sefardische als de Asjkenazische Joden moesten vanuit het niets een organisatorische infrastructuur scheppen in Amsterdam in de 17de eeuw. Beide bevolkingsgroepen deden dat op eigen wijze vanwege verschil in opleiding en rijkdom. De Sefardische Joden waren over het algemeen rijker en intelligenter dan de Asjkenazische Joden. Deze laatsten bleven meer traditioneel, terwijl de Sefardische Joden opener waren en meer aandacht hadden voor studie, seculiere literatuur en toneel.
Cultuur en seculiere creativiteit van de marranos in Nederland in de 17de eeuw
Seculiere intelligentsia
De intellectuelen onder de marranos die tot het Jodendom waren overgegaan brachten vaardigheden en kennis van talen met zich mee. Ze bleven Portugees en Spaans spreken en schreven seculiere werken. De in Nederland geboren marranos spraken en lazen wel goed Nederlands maar zij schreven voornamelijk in het Frans. Pas eind 18de eeuw werd het Nederlands onder de Sefardische Joden de belangrijkste schrijftaal. Veel ouders lieten hun zonen ook Latijn leren als mogelijke voorbereiding op de studie medicijnen. Mannen kozen vaak voor de opleiding van arts. De artsen vormden de eigenlijke kern van de seculiere intelligentsia. De dochters bleven veelal analfabeet, met uitzondering van meisjes uit rijke families.
Halverwege de 17de eeuw studeerden Sefardiem ook aan de universiteit. Ze studeerden vooral aan de universiteiten van Harderwijk en Franeker. De Asjkenazische Joden begonnen aan het eind van de 17de eeuw te studeren. Dat gebeurde ook in Utrecht, ondanks het verbod op Joodse vestiging in de Domstad.
Seculiere literatuur
Sefardiem schreven vooral seculiere werken in het Spaans, Portugees en Hebreeuws. Het niveau van de werken van Sefardische dichters was niet hoog. Sommigen sprongen er echter uit zoals Daniël Levi (Miguel) de Barrios (1635-1701). Hij schreef poëzie en toneelstukken. De rabbijnen bekeken hem met argusogen omdat hij heidense symbolen gebruikte bij zijn gedichten en christelijke heiligen vereerde. Ook hadden ze moeite met zijn erotische gedichten. Barrios verborg vaak zijn Joodse identiteit voor christelijke lezers.
Manuel de Belmonte was de beschermheer van twee literaire seculiere academies: Temor Divino (Goddelijke vrees) uit 1676 en Los Floridos (De Begaafden) uit 1685. De deelnemers behoorden tot de burgerlijke elite.
Daarnaast waren er religieuze studiegroepen die zich bezighielden met bestudering van de Tora en Joodse teksten.
Sefardische elite
De Sefardische elite woonde in schitterende herenhuizen in Amsterdam. In Den Haag kochten ze huizen aan de Lange Voorhout en in de rijke buurt van de Korte Voorhout. Ze verzamelden kunst, zeldzame boeken, manuscripten en kostbare curiosa om hun hooggeplaatste bezoekers te imponeren. Ze hadden ook rijtuigen en paarden en zelfs jachten. Hun bedienden c.q. slaven waren zwarten en mulatten.
Literatuur en toneel
Kunst en literatuur binnen de Joodse gemeenschap
De Sefardische sociale elite stimuleerde kunst en literatuur binnen de Joodse gemeenschap. Poëtische talenten waren o.a. Abraham Gomes Silveyra en David del Valle Saldana. Jozef Penso de la Vega schreef seculiere proza. De Sefardische Joden hielden ook van het theater. De elite liet toneelgroepen en operazangers bij zich thuis uitvoeringen geven. Ook werd in Amsterdam een pakhuis gehuurd om Spaanse voorstellingen te geven. Daarnaast liet de elite bij zich thuis zangers en musici optreden.
Chazzan
Een belangrijke rol in Amsterdam was er voor de chazzan (voorzanger in de synagoge). Deze werd aanvankelijk gekozen door bestuurders en later door leden van de gemeente via openbare zangwedstrijden. Er werd niet zozeer gekozen op grond van morele deugden en vroomheid, maar eerder wie de meest indrukwekkende zanger was. Soms leidde dit tot ruzies.
Beeldende kunstenaars en schrijvers van Hebreeuwse boeken
Onder de Sefardiem waren ook enkele beeldende kunstenaars, zoals Aron de Chaves, Jacob Cardoso Ribeyro en Salom Italia. Ook werden er boeken in het Hebreeuws geschreven. Een bekend schrijver was Mozes Zacuto (1612? – 1697). Rabbijn Mozes Chajim Luzzato was de belangrijkste Hebreeuwse dichter van de eerste helft van de 18de eeuw.
Volksleven
Uiterlijke verschillen tussen Sefardische en Asjkenazische Joden
Qua uiterlijk voorkomen verschilde de Sefardisch elite niet van de christelijke elite. Ze droegen allebei mantels, hoeden en pruiken. De armere Sefardische Joden droegen een oriëntaals kleed en tulband. Rabbijnen vielen op door hun baarden. De Asjkenazische Joden hadden een Middeleuropese of Poolse klederdracht met een leren hoofddeksel en kaftan. De Asjkenazische leiders veroordeelden Joodse vrouwen die een pruik droegen. Ze mochten ook geen hoepelrokken dragen.
Culturele verschillen tussen Sefardische en Asjkenazische Joden
De Sefardische Joden hadden meer intellectuele bagage dan de Asjkenazische Joden die eenvoudige lieden waren. De Sefardische Joden spraken meer talen. De Asjkenazische Joden spraken alleen Jiddisch met een Nederlands dialect. Ze spraken nauwelijks Hebreeuws. Er waren Jiddische almanakken met populaire adviezen over gezondheid, hygiëne en voeding.
Pas eind 17de eeuw ontstond er een Asjkenazische burgerklasse die een groeiend aandeel had in het handelsverkeer. Er kwamen ook steeds meer Jiddische boeken in omloop. Amsterdam werd naast Praag een groot centrum voor het drukken van historische poëzie in het Jiddisch. Schrijvers waren o.a. Menachem Mann Amelander en Abraham Chajim Braatbard. De Asjkenaziem kenden geen theatercultuur zoals de Sefardiem.
Veel Jiddische woorden zijn uiteindelijk in de Nederlandse taal beland
Jiddisch wordt vanaf de zeventiende eeuw in Nederland gesproken met de komst van Oost-Europese Joden naar voornamelijk Amsterdam. Joden spraken het onderling. Dankzij contacten met niet-Joden vermengde het Jiddisch zich met het Amsterdamse dialect. Via Amsterdam, Enschede, Groningen en Winschoten waar veel Joden woonden kwamen Jiddische woorden vervolgens in heel Nederland terecht.
Jiddisch | Nederlands |
mazzeltof | gefeliciteerd |
goochemerd | slimmerik |
wieberen | wegwezen |
snikkel | mannelijk geslachtsdeel |
miesgasser | vervelend persoon |
naar de gallemiezen gaan | stuk gaan |
jofel | fijn |
noppes | niets |
smoes | excuus |
stennis | ophef |
krijg de rambam | krijg de ziekte |
togus | achterwerk |
smeris | politieagent |
lef | durf |
sjoege | kennis |
gallisch | boos |
stiekem | heimelijk |
gappen | stelen |
pleite | verdwenen |
gotspe | grove brutaliteit |
Alles kits? | Alles goed? |
gajes | uitschot |
bajes | gevangenis |
kaffer | lomp persoon |
gozer | kerel |
schlemiel | loser |
kapsones | hoogmoed |
sjacheraar | beunhaas |
penoze | onderwereld |
jatten | handen |
gein | lol, plezier |
bolleboos | slimmerik |
mesjogge | gek |
gabber | vriend |
hoteldebotel | in de war |
Dat is toch geen porem. | Dat is toch geen gezicht. |
Ideologische conflicten
Uriel da Costa
Omdat de Asjkenazische samenleving traditioneel bleef ontstonden er conflicten tussen enkele intellectueel geschoolden en de leiding van de gemeenschap. Zo werd de ban uitgesproken over Uriel da Costa wegens zijn verzet tegen de nabijbelse halachische wetgeving. Hij ontkende dat de wet van Mozes goddelijk was. Hij pleegde uiteindelijke in 1640 zelfmoord.
Baruch Spinoza
Ook over Baruch Spinoza werd de ban uitgesproken vanwege zijn kritiek op het Jodendom en op het idee dat het Joodse volk uitverkoren was. Hij zocht toenadering tot christelijke intellectuelen maar sloot zich niet aan bij de Kerk.
Daniël (Juan) de Prado werd eveneens in de ban gedaan. Begin 1712 werden drie leden door de ban getroffen omdat ze een 'hervormd' Jodendom wilden creëren. Hun pogingen faalden en twee van hen werden Calvinistisch.