A | |
---|---|
Afikoman: | Stukje matze dat de heer des huizes heeft weggelegd aan het begin van de Seder en dat aan het einde van de maaltijd wordt rondgedeeld. |
Arawot: | Wilgentakjes die aan de Palm (Loelaw) worden bevestigd |
Arba Kossot: | Tijdens Seder is men verplicht vier beker (Arba Kossot) wijn te drinken. |
Aseret Jemei Tesjoewa: | De eerste tien dagen van de Joodse maand Tisjrie, inclusief Rosj Hasjana en Jom Kippoer. |
B | |
Bediekat Chameets: | Het zoeken naar gezuurd brood (chameets). Dit gebeurt door de heer des huizes op de vooravond van 14 niesan. |
Bioer Chameets: | Het verbranden van chameets na het ontbijt op 14 niesan. |
C | |
Chameesj Megillot: | Vijf Rollen van Tenach die op feestdagen worden gelezen: Hooglied (Pesach), Ruth (Sjawoeot), Klaagliederen (9 Av), Prediker (Soekot), Esther (Poeriem). |
Charoset: | Een mix van noten, appel, wijn en rozijnen dat leem voorstelt dat de Joden gebruikten waarmee ze muren moesten bouwen voor de steden Pithom en Ramses. Het wordt gegeten tijdens Seder |
Chatan Bereesjiet: | Letterlijk: Bruidegom van Bereesjiet. Gemeentelid dat het eerste gedeelte van het eerste hoofdstuk van Genesis tijdens Simchat Tora voorleest. |
Chatan Tora: | Letterlijk: Bruidegom der Wet. Gemeentelid dat het laatste gedeelte van het laatste hoofdstuk van Deuteronomium voorleest tijdens Simchat Tora. |
Chatima Towa: | Letterlijk: Goede Bezegeling. Dit wenst men elkaar toe op Jom Kippoer. |
Chol Hamo'eed: | De Tussendagen tijdens Pesach en Soekot waarop gewerkt mag worden. |
E | |
Eroew Tawsjielien: | Valt Jom Tow op een vrijdag dan mag eten bereid worden voor de Sjabbat, mits de dag ervoor begonnen wordt met koken. |
Etrog: | Een soort citroen, één van de vier plantensoorten gebruikt tijdens Soekot. |
H | |
Hadassiem: | Myrtetakjes bevestigd aan de Loelav (Palm) |
Haftarat Jona: | Gedeelte van Jona dat gelezen wordt tijdens de Middagdienst op Jom Kippoer. |
Haggada: | Letterlijk: Vertelling. Verhaal over de Exodus uit Egypte. |
Hosjana Rabba: | De zevende dag van Soekot. |
I | |
Isroe Chag: | De dag volgend op jom tow die nog een bepaald feestelijk karakter heeft. |
J | |
Jamiem Noraiem: | Benaming voor de 'Hoge feestdagen', Rosj Hasjana en Jom Kippoer. |
Jom Tow: | Feestdag met werkverbod. Wel mag er eten worden bereid. |
K | |
Kol Nidree: | Alle geloften. Beginwoorden van het aanvangsgebed dat op de vooravond van Jom Kippoer driemaal wordt voorgelezen. |
Kos Sjel Elijahoe: | Beker van Elija die op de Sederavonden wordt ingeschonken. |
L | |
Lesjana Towa: | "Moge U ingeschreven worden voor een goed jaar." |
Loelaw: | Palmtak gebruikt tijdens Soekot. |
M | |
Maror: | Bitterkruid. Gebruikt tijdens Sederavonden. |
Matsa: | Ongezuurd brood. |
Matsa Sjemoera: | Matse gebakken van graan dat vanaf het oogsten onder rabbinaal toezicht staat. |
Mechierat Chameets: | Symbolische verkoop van gezuurd voedsel voor de duur van Pesach, aan een niet-Jood. |
Megilla: | Het Boek Esther. |
N | |
Neiela: | De slot-dienst op Jom Kippoer. |
S | |
Seder: | De huiselijke plechtigheid van het verhalen van de Exodus tijdens de eerste twee avonden van Pesach. |
Seliechot: | Gebeden om vergiffenis voorafgaande aan Rosj Hasjana. |
Simchat Tora: | Vreugde der Wet. Laatste lezing van de Tora en het begin van de nieuwe lezing van de Tora. |
Sjana Towa: | Een Goed Nieuwjaar. Dit wenst men elkaar op Joods nieuwjaar. |
Sjeminie Atseret: | Slotfeest volgend op Soekot. |
Sjofar: | Ramshoorn gebruikt op Rosj Hasjana en Jom Kippoer. |
Soekot: | Loofhut. |
T | |
Tekie'a Sjewariem Teroe'a: | Drie verschillende klank-stoten op de sjofar. De naam van de door de sjofar-blazer te blazen klank-stoot wordt hem telkens voorgezegd, zodat hij zich niet kan vergissen. |