Het ontstaan van Amsterdam
Amsterdam is tegenwoordig de hoofdstad van Nederland. De stad Amsterdam ligt in de provincie Noord-Holland, aan de monding van de Amstel en het IJ. Tegenwoordig telt Amsterdam zo’n 761.395 inwoners. Dit is zeker niet altijd zo geweest, maar wel was de stad altijd al een belangrijke plaats in Nederland. Door de goede ligging centraal in ons land en gelegen aan het IJ was Amsterdam een goede plaats om handel te drijven. De stad is ontstaan door de strijd tegen het water. Men bouwde een dam in de rivier waardooor de stad Amsterdam ontstond.
De bodem van Amsterdam
De grond in Nederland bestaat uit verschillende grondsoorten. Er worden er meestal vier onderscheiden: klei, zand, veen en löss. Veen is gevormd uit plantenresten, de andere drie zijn het gevolg van afzetting door water of wind. Het verschil tussen de grondsoorten klei, zand en löss is de grootte van de korrels. Zand heeft de meest grove korrel, klei is het fijnst en löss zit ertussenin. Waar de grondsoorten in Nederland te vinden zijn, is te herleiden uit de gewassen die erop groeien. Op veen en klei groeien voornamelijk grassen.
Ongeveer vierhonderd meter onder de stad Amsterdam ligt een harde rotsbodem van miljoenen jaren oud. Boven deze rotsbodem strekken zich dikke lagen zand uit die er door de gletjers uit bijvoorbeeld Scandinavië tijdens de ijstijden zijn neergelegd. Toen het ijs zich weer had teruggetrokken vormden zich op dit gebied zogenaamde toendra’s. Op deze plaatsen leefden nog tot ongeveer 10.000 jaar geleden nog mammoets en andere uitgestorven dieren. Na verschillende ijstijden steeg de zeespiegel in ongeveer 180.000 jaar wel vijfitg meter door het smelten van de grote hoeveelheden ijs. Er werden door de zee verschillenden klei – en zandlagen meegespoeld hierdoor ontstonden er in de laatste 10.000 jaar veel moerassen waarin veen gevormd kon worden. De eerste zandlaag onder Amsterdam is in de laatste ijstijd gevormd en heeft een dikte van 2. 5 meter. Deze laag ligt op ongeveer 12 tot 13 meter onder het maaiveld. Meestal worden de gebouwen op deze laag gefundeerd.
Het ontstaan van Amsterdam
In de 12e eeuw werd het laaggelegen gebied in Nederland vaak overspoeld door stormvloeden. Het niveau van het water kwam steeds hoger en de meren kwam steeds verder in het land. Er ontstonden grote gaten in Nederland die uitgroeide tot een hele nieuwe binnenzee; de Zuiderzee. Een groot stuk water dat uitkwam in de Zuiderzee en helemaal doorliep tot aan de duinen aan de Noordzee splitste Holland in tweeën. Het water werd het Ye genoemd dat later veranderden in IJ.
Aan het einde van de 12e eeuw kwamen er ten zuiden van het IJ mensen wonen die het veengebied daar ontgonnen. De streek aan het IJ werd Amstelle genoemd. De rivier die door de Amstelle liep werd later de Amstel genoemd. Langzamerhand begonnen zich kerken aan de rivier te vestigen. Een dorp dat rond een van deze kerken was ontstaan kreeg de naam Ouderkerk. Nog steeds gebeurde het vaak dat de hele streek overstroomde en het water werd een steeds grotere bedreiging voor Nederland. Om deze reden begon men met het maken van dijken en dammen. Ook rond de Amstel werden diverse dijken aangelegd “haarlemmerdijk, nieuwendijk en zeedijk zijn daar enkele voorbeelden van. In de Amstel werd ook een dam gelegd om ervoor te zorgen, dat de hoge vloeden vanuit de rivier niet meer landinwaarts zouden kunnen komen. De plaats waar de dam stond werd Amstelledamme genoemd. Rond de dam kwamen er verschillende mensen wonen en werd er handel bedreven. Er woonden daarom vooral vissers en handwerks – kooplieden. Het rechte stuk of rak van de rivier buiten de dam kreeg de naam Damrak; het rak binnen de dam heette Rak-in, nu Rokin. In de dam werd een afsluitbare opening gemaakt om het zeewater tegen te houden en om het binnenwater op het open zeewater te kunnen lozen. Het rivierwater moest tijdens de bouw van de dam langs een andere weg worden afgevoerd, hiervoor werd een aparte verbinding gegraven die de naam het Spui kreeg. Op deze manier ontstond er rond deze dam een groeiende nederzetting en kreeg in 1306 de nederzetting stadsrechten en was Amsterdam een echte stad. Rond de dam werden de eerste kerken gebouwd; de oude kerk en de nieuwe kerk.
De groei en ontwikkeling van Amsterdam
Nadat de kooplieden en vissers zich rondom de dam hadden gevestigd begon de nederzetting zich steeds meer uit te breiden. Het aantal inwoners steeg enorm, de eerste uitbreidingen zorgen voor het grachtenpatroon dat Amsterdam zo beroemd heeft gemaakt. Daarna werden er grote uitbreidingsplannen als bijvoorbeeld Amsterdam - West, Oost en Zuid gerealiseerd. Nu heeft Amsterdam een enorm grote multiculturele samenleving waarin werken, wonen en recreëren allemaal samenkomen. Hoe Amsterdam zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld staat hier beschreven.
Waarna kooplieden en vissers zich hadden gevestigd rond de Dam in het nog jonge Amsterdam moesten er als bescherming aan beide zijden van de Amstel een wal langs de grachten komen. Deze wallen worden burgwallen genoemd, de namen werden ontleend aan de kant waaraan ze lagen; Oudezijds en Nieuwezijds Burgwal. Rond 1420 was de stad te klein geworden. Aan de oostzijde bouwde men toen een nieuwe omwalling langs de Gelderse kade en de Kloveniersburgwal. Aan de westkant werd de singelgracht gegraven. Rond 1600 kwam de stad tot grote economische bloei. Vanaf het IJ voerden vele schepen over de hele wereld. De goederen waarmee ze dan terugkwamen werden in de stad opgeslagen en verhandeld. Om deze reden ontstond het probleem dat er te weinig ruimte was in de oude wallen. Aan de oostkant van de stad werd een gebied bij de stad
betrokken om het belasten van de schepen de ruimte te geven. Buiten de singel begon men toen ook met het graven van weer een nieuwe gracht; de Herengracht. Rond 1600 had Amsterdam al zo’n 30.000 inwoners, vijftig jaar later waren dat er al 125.000. In 1612 begon men de stad ook weer aan de west –kant uit te breiden met twee grachten; de Keizersgracht en de Prinsengracht. Vanwege de oorlog met Spanje toen der tijd kwamen er heel veel vluchtelingen uit het zuiden van Nederland naar Amsterdam. Om deze reden werden er toen in het westen van de stad een heleboel nieuwe relatief eenvoudige huizen gebouwd. Deze straten werden allemaal naar een bloem of plant vernoemd. Het werd later de Jardin genoemd vanwege de toestroom van Franse vluchtelingen [later Jordaan]. Weer een grote uitbreiding vond plaats rond 1660, toen de grachten ten zuiden en oosten van het centrum werden gegraven. Op deze manier ontstond de middeleeuwse kern, de halfcirkelvormige grachtengordel en de concentrische stadsplattegrond. Zowel aan de oost – als aan de west zijde werden in de 17e eeuw in het IJ verschillende eilanden aangelegd voor de vestiging van bedrijven en pakhuizen. Na 1850 vermeerderde de Amsterdamse bevolking enorm waardoor er buiten de Singelgracht nieuwe woonwijken moesten komen. Na 1920 volgden de grote uitbreidingen met nieuwe wijken; - West – Zuid – Oost genoemd. In deze perioden is dus ook de Maassluisstraat ontstaan. Na de tweede wereld oorlog was de stad zo erg gegroeid dat zelf in de polders ten zuiden van Amsterdam gebouwd moest worden; de Bijlmermeer.
© 2013 - 2024 Dixss, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het rijk van de FeniciërsVele eeuwen voor Christus leefden de Feniciërs in een gebied aan de Middellandse Zee. Het Fenicische rijk bloeide door d…
Bronnen en referenties
- Amsterdam gebouwd op palen