Het monsterproces van Faan
Het monsterproces van Faan vond plaats in de achttiende eeuw, in een klein Gronings dorpje genaamd Faan. De grietman van dit plaatsje, Rudolf de Mepsche, hield, onder toeziend oog van de Niekerkse dominee H.C. van Byler een klopjacht op sodomieten (homofielen).
Achtergrondinformatie
Sodomie werd in het begin van de 18e eeuw gezien als een misdaad tegen de natuur. De vervolgingen die vanaf 1730 plaatsvonden, begonnen met één enkel geval, in Utrecht. Degene die toen gearresteerd werd gaf de namen van sodomieten in het hele land, waardoor er in allerlei plaatsen sodomieten gearresteerd werden. Het bleek dat de sodomieten een waar netwerk door het land hadden, met verschillende ontmoetingsplaatsen, en dat ze elkaar allemaal kenden. Een groot deel van de vervolgden in de periode 1730-1733 kwam echter uit één gerechtsdeel, Oosterdeel-Langewold, in de provincie Groningen. Hier heeft een massale vervolging plaatsgevonden, die geleid werd door grietman Rudolf de Mepsche, ondersteund door een andere grietman, Menso Alting. Tijdens de vervolging werden er meer dan dertig jongens en mannen uit ’t Faan en omstreken opgepakt. Tweeëntwintig werden ter dood veroordeeld, twee stierven tijdens het verhoor.
Hiermee komt ruim een kwart van de in die tijd ter dood veroordeelde mannen uit één en hetzelfde rechtsdeel.
Aanleiding voor de massale vervolging
In de jaren 20 van de 18e eeuw is Oosterdeel-Langewold een toernooiveld geweest voor de elkaar beconcurrerende heren De Mepsche, Clant van Hanckema, Bennema en Unico de Hertoghe. Hoewel zij elkaar op het stuk van stemmenkoperij niets te verwijten hadden, slaagden Clant, de Hertoghe en Bennema erin om van 1724 tot 1730 De Mepsche van alle ambten behalve de grietenij uit te sluiten. Dit zorgt ervoor dat verschillende schrijvers politieke redenen achter het optreden van De Mepsche in de sodomieprocessen zochten omdat de Mepsche in 1731 al zeven jaar uitgesloten was van belangrijke functies. Ze stellen ook dat de grietman daar zelf de basis voor heeft gelegd, omdat hij in zijn verdediging vele malen op de partijdigheid en steun van mensen wees. Daarbij noemt hij dat de Mepsche zonder reden aangaf dat bepaalde gevangenen voor of tegen zijn grote politieke tegenstander, Clant, hadden gestemd.
Dominee H.C. van Byler wordt ook altijd genoemd in de literatuur over dit grote zedenproces. Hij heeft in 1731 een boek gepubliceerd genaamd
"Helsche boosheit of grouwelyke zonde van Sodomie". Dit boek is volgens velen de grote bron van inspiratie geweest voor Rudolf de Mepsche.
De vervolgden
Terechtgestelde vervolgden
- Jan Beerents 19 jaar.
- Gerrit Freerks 48 jaar.
- Hendrik Beerends Liplander 33 jaar.
- Hendrik Cornelis 21 jaar.
- Jan Jans 18 jaar.
- Pieter Cornelis 20 jaar.
- Hans Engberts 19 jaar.
- Cornelis Jans Commissie 18 jaar.
- Tamme Jans 15 jaar.
- Jan Jacobs van Donderen 30 jaar.
- Hendrik Leeuwes 19 jaar.
- Jan Idzes 18 jaar.
- Gerrit Harms 16 jaar.
- Thomas Jacobs 16 jaar.
- Jan Harms Braker 37 jaar.
- Jan Wychers 45 jaar.
- Mindelt Jans Roll 36 jaar.
- Asinga Immes 45 jaar.
- Eysse Jans 41 jaar.
- Goossen Hendriks Braker 40 jaar.
- Harm Arends Harkema 44 jaar.
- Sicco Arends Harkema 39 jaar, niet terechtgesteld, overleden tijdens verhoor.
Niet terechtgestelde personen.
- Jan Sipkes 13 jaar, levenslang opgesloten in tuchthuis, maar ontsnapt.
- Claas Sipkes Aaxter 13 jaar, levenslang opgesloten in tuchthuis, maar ontsnapt.
- Jurjen Jans Capel ongeveer 40 jaar, niet veroordeeld.
- Sybrand Jacobs 18 jaar, niet veroordeeld.
- Renger Jans 13 jaar, niet veroordeeld.
- Pieter Jacobs 17 jaar, niet veroordeeld.
- Jan Jans Wever leeftijd onbekend, niet veroordeeld.
- Jan Clasen Pot leeftijd onbekend, gestorven na ernstige marteling.