Middeleeuwen en eten: hongersnoden en vreetpartijen
Het beeld dat wij tegenwoordig hebben van de middeleeuwen wordt gedomineerd door tegenstellingen tussen hongersnoden en grote schranspartijen waarbij alles geoorloofd is. Dit beeld voldoet echter niet aan de geschiedkundige realiteit, waarin voeding als zodanig een veel complexere rol vervulde.
Bronnen over voeding
Om de positie van voedsel te begrijpen is het belangrijk om te beseffen dat in de
middeleeuwen het gehele leven een duidelijke structuur had. Men zou kunnen stellen dat de middeleeuwse mens van alles dat men zag of meemaakte direct een systeem begon te bouwen, iets om het allemaal in duidelijke structuren te gieten. Het geloof was hierbij natuurlijk een sterke leidraad. Wat wij tegenwoordig in allerlei bronnen terugvinden, zoals bijvoorbeeld schilderijen en oude literatuur, is een afspiegeling van deze duidelijke structuur; niet zelden bevat een dergelijke bron diverse lagen die voor de middeleeuwse mens makkelijker te begrijpen waren dan voor ons nu. Wat men hierbij altijd voor ogen moet houden is dat veel literatuur en kunst juist bedoeld is om de middeleeuwse mens op het juiste pad te houden. Ze schetsen niet een huidige situatie, zoals in latere kunst wel zou gebeuren, maar de bronnen schetsen of een
ideaalbeeld of juist een tegenovergestelde wereld als
waarschuwing. In dat licht moet men ook de diverse bronnen over voeding en ranzige vreetpartijen in de middeleeuwen zien.
Schranspartijen
Ongelimiteerde
schranspartijen zoals wij denken dat toen gebeurd is, blijkt vooral gebaseerd te zijn op schilderijen die uit die periode stammen. Zoals al eerder aangehaald echter, zijn deze schilderijen met een bepaalde bedoeling geschilderd; ze gaven niet aan wat er daadwerkelijk gebeurde, maar waren vaak juist waarschuwend van aard. Een voorbeeld hierbij kan bijvoorbeeld gezien worden in diverse schilderijen van Breughel, die beroemd is juist vanwege de schilderijen van vreetgelagen. Als deze schilderijen goed bekeken worden, blijkt het namelijk niet zomaar een gezellige bijeenkomst te zijn; maar gebeuren er allerlei zaken die niet door de beugel kunnen. De gulzige vreetpartij is het decor van ongewenst gedrag. Hieruit valt af te leiden dat deze situatie niet de daadwerkelijke situatie was in de middeleeuwen, maar juist een waarschuwing tegen de gulzigheid en andere onbeschaafde manieren. Een beschaafd burger diende zich dan ook verre van dit soort praktijken te distantiëren.
Hongersnoden
Aan de andere kant kennen wij tegenwoordig een beeld van de middeleeuwen waarin de ene na de andere
hongersnood woedde. Ook dit beeld moet bijgesteld worden. Hoewel er ontzettend veel middeleeuwse bronnen te vinden zijn die allemaal berichten over enorme hongersnoden, kunnen we deze anders interpreteren na het bestuderen hiervan. Het blijkt dat, nadat hier gedegen onderzoek naar is geweest, er slechts 1 enorme hongersnood is geweest in de middeleeuwen. Deze had wel enorme gevolgen, zoals honderdduizenden doden en een verspreiding van allerlei ziektes. De andere hongersnoden die wij vanuit de beschrijvingen kennen zijn echter slechts schaarstes geweest. Hierin zijn niet de duizenden doden gevallen die de middeleeuwse mens zo graag weet te overdrijven.
Het blijkt dat het juist de middeleeuwse mens zelf is die dit beeld bewust heeft geschapen van de hongersnoden. Men was zich in die tijd namelijk zeer bewust van het werk van god en de duivel. De duivel werd geacht in allerlei vormen tot de mens te komen, en kon zelfs in de mens zelf kruipen om de zintuigen en de hersenen aan te tasten. Deze duivel,
incubus genoemd, werd ook gebruikt om allerlei psychologische aandoeningen in die tijd te verklaren. Ook de aarde zelf was verdacht; de duivel kon namelijk overal mee gespeeld hebben, dus zintuiglijke waarneming was bij voorbaat verdacht. De bijbel en het geloof kon wel vertellen wat er daadwerkelijk aan de gang was. Op deze manier begon men ook de schaarstes te verklaren. God strafte de mens immers steeds met plagen en hongersnoden als de mens zondig was. De mens was nog steeds erg zondig, zo vond men ook in de middeleeuwen, en dus moesten er wel hongersnoden voorkomen. De schaarstes die een keer in de zoveel tijd voorkwamen, werden dan al snel voor hongersnoden versleten. Zintuiglijke waarneming was immers verdacht, dus hoewel er niemand doodging van de honger moest dit wel het geval zijn. God strafte immers door hongersnoden en zintuiglijke waarneming was des duivels. Hierdoor zijn er ontzettend veel rapporten van hongersnoden en heerste er in die tijd ook een grote angst voor deze hongersnoden; men hoorde immers steeds berichten van dorpen en gemeenschappen overal die enorme hongersnoden te verduren hadden gehad, met honderdduizenden doden.
Luilekkerland
Die angst voor hongersnoden heeft, samen met de christelijke obsessie met eten, ook geleid tot een ander verschijnsel uit de middeleeuwen: de “schepping” van een
luilekkerland. Dit land, ook wel cocanje, kokanje, cocagne of cocaigne genoemd, was een legende van een land waarin alles mocht en overal eten was. Er was vrije sex met iedereen, de gebakken vissen sprongen vanuit het water direct richting je mond en alles, ook de huizen, waren gemaakt van het heerlijkste eten. Daarnaast was er natuurlijk een verjongingsbron, waardoor je nooit oud werd. Het verhaal van dit luilekkerland is duidelijk een schepping van een illusie die verre van de realiteit staat. Toch had het raakvlakken met de middeleeuwse werkelijkheid: dieren waren bijvoorbeeld door god geschapen om gegeten te worden door de mens. In luilekkerland vervulden deze dieren dus op uitstekende wijze gods plan. Men zou kunnen denken dat het luilekkerland een reactie was op de hongersnoden zoals die in de middeleeuwen zoveel geheerst zouden hebben, echter bleken die hongersnoden niet gebeurd te zijn. Het is dan ook niet zozeer een reactie op daadwerkelijke hongersnoden, maar meer op de angst van hongersnoden.
Toch speelt er bij luilekkerland nog iets anders: De kerk was namelijk sterk tegen voedsel, het eten op zich was namelijk een manier om zichzelf kwetsbaar te maken voor zonden. Vanwege deze visie predikte de kerk ook om zo min mogelijk te eten, er zijn ook voorbeelden van monniken die zichzelf uithongerden om maar zo immuun mogelijk te zijn voor de zonden en de duivel. Juist die personen die zichzelf uithongerden werden door god beloond met
visioenen, iets wat wij tegenwoordig hallucinaties noemen als gevolg van eenzijdig of geen eten. Deze visioenen gingen natuurlijk over eten, aangezien dit de manier was van het lichaam om aan te geven dat het voeding nodig had. Ook deze visioenen hebben bijgedragen aan het beeld van luilekkerland.
Samenvatting
Hoewel we nog steeds gretig gebruik maken van het typische beeld van de middeleeuwen van honger en vreetpartijen, is hier slechts weinig van waar. Het leven dat juist zo ongestructureerd en dom lijkt in films en huidige literatuur, was juist vervuld van structuur, systemen en waarden en normen. Ongegeneerd vreten was er niet bij, deze beelden van toen waren bedoeld als waarschuwing voor de zonden die dan gepleegd werden. Hongersnoden werden daarentegen door de middeleeuwse mens zelf uitgevonden, omdat ze wel moesten gebeuren; de mens was immers nog steeds zondig.