In de naam van... Duizendguldenkruid
Met zo een naam moet je als plant wel wat waard geweest zijn. Al lijkt het er dan wel op alsof hij alleen in Nederland gewaardeerd geweest is. Maar ‘gulden’ zal wel op gouden of op iets van waarde wijzen?
Ook de officiële Latijnse naam Centaurium betekent aurum, goud en cent, honderd. Vroeger werd hij bij de schrijver Hondius (1600) nog hondertguldencruyt genoemd. Maar in de loop van de jaren heeft men blijkbaar de waarde van de plant nog meer gaan waarderen en er duizend van gemaakt. Of is men alleen gaan overdrijven?
Centaurium zou natuurlijk ook van de centaur Chiron kunnen komen. De mythische figuur die door het sap van duizendguldenkruid werd genezen van een pijlwond. Apuleius schreef dat deze centaur 'Ciro' het kruid uitgevonden had als geneesmiddel. Bij slangenbeten moest je het poeder gemengd met oude wijn op de wond wrijven en bij vergiftigingen het sap samen met azijn op drinken.
Dodoens en Santorie
Uit de naam Centaurium is ook de oude Nederlandse naam Santorie en Centaurea ontstaan. Een naam die ook Dodonaeus gebruikte. ‘Santorie heet in Griecx Centaurion micron. In Latijn Centaurium parvum ende Centaurium minus/ van sommighen Febrifugia/ Fel terrae ende Multiradix. In die Apoteke Centauria minor. In Hoochduytsch Klein tausentguldenkraut/ Fieberkraut/ Erdtgall/ ende Biberkraut. Hier te lande Cleyn santorie oft Cleyn centorie. In Franchois Centaure ou Fiel de terre.
De medicinale werking die hij beschrijft komt nog goed overheen met het hedendaags gebruik. ‘Cleyn Santorie in water oft wijn ghesoden iaecht af duer den camerganck die cholerijcke geele vochticheden ende die taeye slijmachtighe fluymen ende es daer duer goet den ghenen die dat sciatica hebben’.Tot die verstoptheyt van der levere/ geelsucht ende verhertheyt van der milten es oock die cleyn Santorie seer goet ghebruyckt. Al gebruiken wij het niet meer tegen ‘sciatica’. Dodoens spreekt ook over de kleine santorie (duizendguldenkruid) en de grote santorie (de Knoopkruiden), deze indeling vinden we nog steeds terug in de hedendaagse Franse namen voor deze planten, pétite centaurée en grande centaurée.
Jacob van Maerlant (1225 – 1300) in zijn Der Naturen Bloeme
Dicht over Duizendguldenkruid als volgt:
Centaurea es droghe ende heet,
tbitterste cruud dat men weet,
dies hetent bi na de meesters alle
bi namen der erden galle.
Men salse sieden met wine
ende suker der toe, jeghen die pine.
Van sire groter bitterheden
so eist medicine mede
jeghen stoppinghe, die men hort
die levere ende milte versmort.
Verwarrend is wel dat verschillende schrijvers, zoals van Maerlant, de naam Centaurea voor Duizendguldenkruid gebruikten, terwijl dat nu de naam is voor de Korenbloem, Centaurea cyanus is en voor de Knoopkruiden oa Centaurea jacea.
Aurine
Een nog vreemdere naam is Aurine, mogelijk een verbastering van Cent-auri-um, deze naam vinden we terug bij Broeder Thomas (rond 1300) ‘Nem aurine ende sietse mit wijn mit al mitter wortel ende dien wijn drinc merghens ('s morgens) ende avonts hi sal sunderlinghen baten ende dat lichaem reynen. Item die selve dranc is goed teghen die coude pisse ende verdrijftse ende verbietse weder tecomen ende sterct die blasé ende ontstopt se’.
Koortskruid
Vroeger werd het kruid ook en vooral tegen koorts voorgeschreven. Men noemde het de kinine van de armen. Een oude volkse naam in Frankrijk was ‘herbe à la fièvre’, in Duitsland ‘Fieberkraut’ en in Engeland ‘feverfew’. Maar ook bij ons werd het wel koortsbloemen genoemd. Ook Karel de Grote verordonneerde in zijn ‘Capitulare de villis’ dat ‘febrefugium’ (koortsvlucht) in zijn nutstuinen aanwezig moest zijn. En nog verder terug in de tijd komen we die naam ‘Febrifugia’ al bij Dioscorides tegen.
Aardgal of Fel terrae
Een oude naam uit de apothekersboeken is Fel terrae of‘ Eertgalle’, naar de bittere en galachtige smaak. De plant is een van de bitterste geneeskruiden, hij hoort bij de zogenaamde amara pura samen met een familielid de Gele gentiaan. Deze planten zijn vooral eetlustopwekkend, spijsverteringbevorderend en leverstimulerend, ze worden nu dus vooral gebruikt bij gebrek aan eetlust, anorexie, en in het algemeen om aan te sterken, vroeger voor bleekzuchtige magere kinderen die geen eetlust hadden. De prettigste en de meest efficiënte manier om bitterstofplanten te gebruiken is als aperitivum, gewoon Duizendguldenkruid met bvb Anijs laten trekken in alcohol van ongeveer 45 %, eventueel wat suiker of andere zoetstoffen toevoegen en van dit drankje voor het lekkere en voor de gezondheid van maag en darm dagelijks een klein glaasje drinken. Dus, echt op je gezondheid!
Namen van Duizendguldenkruid.
- Wetenschappelijk: Centaurium erythraea Rafn., syn. Centaurium minus, Erythraea centaurium
- Engels: Common Centaury, European Centaury, Bitter Herb
- Frans: Petite Centaurée, Erythrée petite centaurée
- Duits: Echtes Tausendgüldenkraut
- Nom italien: Biondella, centaurea minore
- Familie: Gentiaanfamilie, Gentianaceae