Antoni Gaudí, bijzonder architect
Antoni Gaudí, geboren in het jaar 1852, was architect in Barcelona na afronding van zijn opleiding in 1879. De stad wordt gesierd door een aantal van zijn ontwerpen, waarvan de Sagrada Família het meest bekend is. Door de bijzondere vormgeving spreken de gebouwen van Gaudí nog altijd tot de verbeelding. De natuur was zijn inspiratiebron en dat is in zijn ontwerpen goed terug te zien.
"Wilt u weten wat mij tot voorbeeld heeft gediend? Een eerlijke boom; hij draagt zijn takken en die dragen weer bladeren. En elk afzonderlijk onderdeel groeit harmonieus, indrukwekkend, vanaf het moment dat de kunstenaar God hem heeft geschapen."
Antoni Gaudí
Gaudí's leven en carrière.
Gaudí werd geboren in het stadje Reus, nabij Barcelona. Hij werd geboren in een tijd van veranderingen. Er was strijd tussen de aanhangers van de Industriële Revolutie en de aanhangers van de Arts-and-Crafts Movement. Machines maakten steeds meer mogelijk in die tijd en daarbij raakte de traditionele agrarische cultuur haar plaats kwijt. Het verzet kwam dan ook vanuit die hoek met kunstenaars en handwerkslieden, die de machinale productie zagen als een ondergang van het ambacht en de kwaliteit van de kunst. Dit uitte zich in de schilderkunst tot de Pre-Raphaelite Brotherhood en in de architectuur ging men oude kathedralen restaureren. Hierbij kwamen vele neo-stijlen op, zoals de neo-gotiek, de neo-renaissance en het neo-classicisme. Dit waren allen stijlen geïnspireerd op het oude, maar naar eigen inzicht ingevuld. Ze waren vaak eclectisch, waarbij verschillende stijlen worden gecombineerd.
Gaudí werd in het midden van dit alles geboren. Zijn vader was een kopersmid en de jonge Gaudí had al vroeg interesse voor de mooie vormen en de plastische bewerking van het koper. Hij ging in 1875 naar de officieel erkende staatsschool voor architectuur en rondde de opleiding af in het jaar 1879. Daarna opende hij al een eigen bureau en kreeg van verschillende mensen en instanties opdrachten. Hij ontwierp een fabriek voor fabriekspersoneel, richtte een apotheek in en verscheidene kerken en kloosterkapellen. Vanaf 1880 ontwierp hij samen met zijn vriend José Sarramalera verschillende straatlantaarns voor de promenade van de Muralla De Mar. Vanaf 1859 was er al stadsvernieuwing bezig in Barcelona, onder leiding van ingenieur Ildefons Cerdà. Hij wilde de stad rationeel, gelijkmatig en doelmatig uitbreiden volgens het schaakbordpatroon. Dit patroon komt al voor in steden uit de Oudheid en is altijd als een zeer goed stratenplan gezien. De jonge architecten werden in de stad aangesteld om oude kerken, kloosters en paleizen te restaureren en ze moesten ook de stad van monumentale gebouwen voorzien. De vernieuwing van Barcelona moest dynamiek, levenslust en artistieke fijngevoeligheid laten zien. Ook moest het besef groeien dat Barcelona cultureel anders was dan Madrid.
Sinds 1883 had Gaudí de leiding over de bouw van de Sagrada Família en hij had al vele contacten met de gegoede burgerij en balengrijke kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Gaudí had contact met een belangrijk figuur, die zich als belangrijk ondernemer ook opstelde als mecenas, namelijk Eusebi Güell i Bacigalupi. Zij deelden dezelfde politieke en sociale idealen en Güell zorgde ervoor dat Gaudí een persoonlijk en beroepsmatig avontuur beleefde. Güell gaf Gaudí een aantal opdrachten, waaronder de ontwikkeling van zijn landgoed, het Finca Güell geheten.
Gaudí's stijl was tot 1888 overwegend eclectisch. Na die tijd ging hij werken in de stijl die in heel Europa in het begin van de 20ste eeuw doorbrak. Deze stijl kent vele regionale verschillen, maar de basisprincipes zijn gelijk. De stijl wordt ook in verschillende termen aangeduid. De stijl staat bekent als Jugendstil, Art Nouveau, Modern Style, Sezessionsstil, Stile Floreale enzovoorts. De natuur staat bij deze stijl vooraan en wordt gecombineerd met stijlen uit het verleden. Gaudí nam de verschijningsvormen van de natuur en geometrische vormen als middel tot kennis en als hulp bij zijn ontwerpen. Hij zonderde zich af van zijn collega's en werd wel eens gezien als kluizenaar. Tussen 1890 en 1914 ontwierp hij zijn meest beroemde bouwwerken.
Over zijn leven naast zijn werk is niet veel bekent. In zijn jonge jaren is hij lid geweest van de vrijmetselarij, maar na herontdekking van zijn katholieke geloof sloot hij zich af van de vrijmetselaars. Hij deed dit omdat er een verbod was op lidmaatschap aan de vrijmetselaars en omdat ze zo sterk anti-christelijk waren. Hij weet zijn leven daarna volledig aan de architectuur en op het laatst was hij alles niet op zondagmorgen in zijn atelier te vinden. Dan wandelde hij met jonge architecten om hun vragen te kunnen beantwoorden. Hij leefde sober en alleen. Op 10 juni 1926 overleed Gaudí, nadat hij drie dagen ervoor was aangereden door een tram. Hij kleedde zich sjofel en werd daarom na zijn aanrijding naar het armenhospitaal gebracht. Men herkende de grote architect niet in zijn kleding. Hij wilde daarna niet meer naar een kliniek gebracht worden, want "mijn plaats is tussen de armen", aldus Gaudí.
Gaudí's bijzondere Modernisme.
De stijl die Gaudí zijn Modernisme noemt is uitzonderlijk in heel Europa. Het is een organische vormentaal die nergens anders wordt nageleefd en die Gaudí op zichzelf tot een uitzonderlijk kunstenaar maakt. Hij maakt gebruik van de traditionele Catalaanse bouwstijl en bestudeert geometrische vormen die in de natuur aanwezig zijn. Hij had die nooit kunnen bestuderen in de architectuur, omdat ze daar niet bekent zijn. Hij tekende altijd eerst en bouwde daarna modellen van gips of hout en overspande die met doeken om de driedimensionaliteit te kunnen observeren. De vormen die hij gebruikte werden steeds complexer en zijn zeer kenmerkend voor zijn stijl, evenals de kleuren die hij gebruikt in zijn gebouwen.
Overzicht Gaudí's bijzondere bouwwerken.
- Casa Vicens (1883-1889)
- El Capricho (1883-1885)
- Sagrada Família (1883-heden)
- Bisschoppelijk paleis van Astorga (1883-1913)
- Finca Güell (1884-1887)
- Palau Güell (1886-1889)
- Colegio Teresiano (1888-1889)
- Casa Calvet (1898-1900)
- Cripta Colònia Güell (1898-1917)
- Bellesguard (1900-1909)
- Park Güell (1900-1914)
- Casa Batlló (1904-1906)
- Casa Milà / La Pedrera (1906-1910)