Wladyslaw Szpilman en “The Pianist”
De vele malen bekroonde film “The Pianist” is gebaseerd op de memoires van de Pools Joodse pianist en componist Wladyslaw Szpilman. Hierin vertelt hij over zijn leven voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, hoe hij op miraculeuze wijze het getto van Warschau overleeft en hoe hij na de bevrijding invulling geeft aan zijn leven.
Memoires “De dood van een stad” en de film “The Pianist”
In zijn memoires “De dood van een stad” (Śmierć Miasta) beschrijft de pianist en componist Wladyslaw Szpilman onder meer hoe hij in de Tweede Wereldoorlog als enige van zijn familie, het getto van Warschau overleeft. In het na-oorlogse communistische Polen zat men niet op zijn ervaringen te wachten. Het inmiddels uitgegeven boek werd door het regime verboden. In 1998 verdiende het een tweede kans. Het werd alsnog uitgegeven nota bene door de Duitse uitgeverij Ullstein Verlag. Het boek werd een bestseller en de basis voor de film “The pianist”.
Het vooroorlogse leven van Wladyslaw Szpilman
Wladyslaw Szpilman werd op 5 december 1911 geboren in Sosnowiec in het zuiden van Polen,. Hier groeide hij op in een gezin met twee zusters en een broer. Wladyslaw was een muzikale jongen. Zijn moeder leerde hem de beginselen van het pianospel. Hij had er aanleg voor. Een opleiding aan het conservatorium van Warschau (Chopin Academy) volgde. Ook bezocht hij de Berlijnse kunstacademie. In Warschau verwierf hij grote bekendheid als pianist. Daarnaast componeerde hij onder meer veel klassiek werk. Met de Amerikaanse violist Bronislaw Gimpel toerde de pianist door zijn geboorteland. Vanaf april 1935 werkte hij als pianist bij de Poolse radio. Daar kwam abrupt een einde aan toen de Duitsers Polen bezetten en kort daarna de Poolse radio uit de lucht werd gehaald.
Het getto
Nadat de Joodse bevolking al stelselmatig was beknot in haar leefwereld, besloot de bezetter een getto te vormen in de stad Warschau, waar alle Joden moesten gaan wonen. Ook het gezin Szpilman wordt gedwongen te verhuizen naar het aangewezen deel van de stad. Wladyslaw probeert zolang mogelijk vast te houden aan een zo normaal mogelijk bestaan. In het getto werkt hij als pianist in restaurants. Wanneer de Duitsers beginnen grote groepen Joden naar concentratiekampen te deporteren, ontkomt ook de familie Szpilman daar niet aan. Alleen Wladyslaw kan met hulp van een kennis die bij de Joodse politie werkt daaraan ontsnappen. Als dwangarbeider voor de Duitsers moet hij zwaar lichamelijk werk verrichten. Aan dit zware werk is hij als pianist niet gewend. Ondertussen houdt hij zich ook nog bezig met verzetsactiviteiten o.a. het smokkelen van wapens.
Overleven mede dankzij een Duitse kapitein
Na zijn ontsnapping uit het getto duikt hij met hulp van het verzet onder in een flat net buiten de gettomuren. Vanuit zijn schuilplaats ziet hij de opstand die er in het getto uitbreekt. Na de opstand wordt Warschau geëvacueerd. Wladyslaw zwerft uitgeput door ziekte en honger van de ene schuilplaats naar de andere. Daarbij wordt hij omstreeks november 1944 ontdekt door de Duitse kapitein, Wilm (Wilhelm) Hosenfeld. Wladyslaw vertelt wie hij is. Voor Hosenfeld speelt hij een pianostuk. Die is daarvan diep onder de indruk. De kapitein verraadt hem niet, maar helpt hem zoveel mogelijk. Hij voorziet hem zolang het gaat van dekens en voedsel. Wanneer de Duitsers vertrekken geeft hij hem zelfs zijn winterjas. Voor Hosenfeld is de oorlog allang een verloren zaak.
Kapitein Wilm Hosenfeld
Na de oorlog komt Hosenfeld in Russische krijgsgevangenschap waar hij in 1952 overlijdt. Achteraf blijkt, dat hem geen recht is gedaan, daarom wordt hij mede op aandringen van de zoon van Wladyslaw postuum geëerd. Hosenfeld blijkt nooit betrokken te zijn geweest bij executies of enig ander crimineel gedrag. Hij heeft in de oorlog veel mensen geholpen zonder daarbij verschil te maken in geloof of ras.
Leven na de oorlog
Na de oorlog komt Wladyslaw tot het besef, dat hij de enige overlevende is van zijn familie. Hij gaat weer bij de Poolse radio aan het werk, waar hij 18 jaar als directeur van de afdeling muziek werkt. Het eerste stuk dat hij hier speelt is hetzelfde als het laatste dat hij op 23 september 1939 ten gehore bracht, toen de uitzending werd onderbroken door bombardementen. Het is de Nocturne C in mineur van Chopin. In de jaren die volgen blijft hij werkzaam in de muziek. Hij componeert tal van werken en treedt over de hele wereld op met het door hem in het leven geroepen Warschau piano kwintet. In het jaar 2000 komt daaraan definitief een einde. Szpilman overlijdt op 88-jarige leeftijd in Warschau.
Roman Polański verfilmt levensverhaal
Zijn levensverhaal wordt door de filmregisseur Roman Polański aangegrepen om er een film van te maken. Polański is zelf persoonlijk betrokken bij het onderwerp. Als Poolse Jood heeft hij als kind zijn moeder verloren. Zij kwam in Auschwitz om het leven. Als zevenjarige bleef hij alleen achter. Later wist hij het bezette Polen te ontvluchten. De film “The Pianist” wordt een groot succes. Vele malen wordt het werk bekroond waaronder drie Oscars voor beste film, beste regisseur en beste hoofdrol. Die rol wordt vertolkt door Adrien Brody. Ook sleept de film in 2002 de Gouden Palm van Cannes in de wacht..
Acteur Adrien Brody speelt de pianist
Hoofdrolspeler Brody deed veel om zich in de rol in te leven. Niet alleen verloor hij behoorlijk aan gewicht (30 pound, dat is ongeveer 13,5 kg.), hij isoleerde zichzelf van zijn familie en vrienden en gaf materiële zaken zoals een auto en zelfs zijn woning op. Hij probeerde zich in te leven in iemand die lange tijd geen contact heeft met medemensen, in iemand die honger lijdt en is afgesloten van iedere vorm van comfort. Door dit 12 tot 17 uur per dag vol te houden werd het voor hem reëel, al bleef het besef, dat dit niets was in vergelijking met wat Wladyslaw Szpilman werkelijk had meegemaakt. Brody leerde zelf intensief piano spelen voor de rol en ook kreeg hij het Pools dialect onder de knie. Hij werd voor zijn inspanningen beloond met een Oscar.