Pier Paolo Pasolini en zijn films - biografie
Pier Paolo Pasolini (1922-1975) was een Italiaans schrijver en tekenaar, maar de meesten zullen hem kennen als regisseur van films. Daarnaast was hij non-conformist, tegendraads en homoseksueel, met als gevolg dat zijn productie hem in Italië meer processen dan prijzen opleverden. In deze reeks van artikelen over het filmwerk van Pasolini eerst wat biografische gegevens.
Levensloop
We gaan even terug in de tijd. Pier Paolo Pasolini leefde van 1975 tot 1922. Hij wordt in de nacht van 1 op 2 november 1975 vermoord nabij het strand van Ostia, onder nog steeds onopgehelderde omstandigheden. In het laatste artikel van deze special kom ik daar nog uitvoerig op terug. Hij wordt in 1922 in Bologna geboren in hetzeldfe jaar dat Mussolini in Italië aan de macht komt, maar, zegt hij zelf,
"ik voelde dat niet, zoals een vis het water niet voelt." Hij was de zoon van de door hem verafgode moeder Suzanna Colussi en de door hem zeer gehate vader, de beroepsluitenant in het leger van Mussolini, Carlo Alberto Pasolini. Deze beroepsmilitair wordt in 1941 naar Oost-Afrika uitgezonden en raakt daar tot 1945 in gevangenschap. In 1958 overlijdt hij. Met zijn moeder en drie jaar jongere broer Guido verhuist Pier Paolo naar Casarsa, in de Noordoost-Italiaanse streek Friuli. Guido sluit zich in 1944 aan bij de partizanen en wordt in 1945 door een communistische brigade gevangengenomen en geëxecuteerd. Nooit komt Pier Paolo over die gebeurtenis heen. Ook in 1945 wordt hij leraar Latijn aan een middelbare school in de buurt van Casarsa, maar in 1949 wordt hij daar ontslagen omdat hij onverkwikkelijke affaires met minderjarige jongens zou hebben gehad. Door de PCI, de machtige Italiaanse Communistische Partij, wordt hij als lid geroyeerd wegens "morele onwaardigheden". Omdat zijn situatie onhoudbaar is geworden, trekt hij met zijn moeder naar Rome, waar hij als leraar en free-lance journalist werkt en waar hij diverse geschriften publiceert.
Processen
Vanaf 1961 regisseert hij de ene film na de andere, maar zijn films leveren hem meer processen dan prijzen op: zijn derde film
La Ricotta wordt wegens godslastering verboden en hij wordt tot 4 maanden veroordeeld, maar in hoger beroep vrijgesproken. Zijn film
Teorema krijgt een prijs van het Katholieke Filmbureau in Venetië, maar wordt op last van het Vaticaan verboden. De aanklager eist 6 maanden gevangenisstraf tegen hem en vernietiging van de film, maar de rechter besluit tot vrijspraak. In 1971 staat hij terecht wegens
"aanzetten tot militaire ongehoorzaamheid, opruiende en antinationalistische propaganda en aanzetten tot misdaden". Vonnis: vrijspraak. In 1972 wordt zijn film
The Canterbury Tales in Napels in beslag genomen, maar in 1973 volgt vrijspraak. Daarnaast zijn er nog diverse processen wegens homoseksuele activiteiten en begane obsceniteiten, maar nooit leiden die tot een veroordeling.
Filmografie
Tussen 1961 en 1975 regisseert hij 23 films en is hij mederegisseur of scenarioschrijver van nog eens 18 films. In 7 films treedt hij zelf op als acteur. Grote drijfveer in al zijn films is zijn immense haat tegen gezag, tegen geweld, tegen de consumptiemaatschappij.
De 23 films waarvan hij regisseur is staan hier vermeld.
S | 1961 | Accattone |
S | 1962 | Mamma Roma |
S | 1963 | La Ricotta |
DOC | 1963 | La Rabbia |
DOC | 1963 | Comizi d'amore |
DOC | 1964 | Sopraluoghi in Palestina per Il Vangelo secondo Matteo |
K | 1964 | Il Vangelo secondo Matteo |
S | 1965 | Uccellacci e uccellini |
S | 1966 | La terra vista dalla luna |
S | 1967 | Che cosa sono nuvole? |
K | 1967 | Edipo Re |
B | 1968 | Teorema |
DOC | 1968 | La sequenza del fiore del carta |
DOC | 1968 | Appunti di viaggio per un film in India |
B | 1969 | Porcile |
DOC | 1969 | Appunti per un orestiade africana |
K | 1969 | Medea |
T | 1970 | Il decameron |
DOC | 1970 | Appunti per un romanzo nell'imondisni |
T | 1971 | I racconti di Canterbury |
T | 1973 | Il fiore delle mille e una notte |
DOC | 1973 | Le mura di Sana'a |
T | 1975 | Salò o le centoventi giorni di Sodoma |
Ik zal proberen die films min of meer te rangschikken.
Kenmerkend voor de eerste films (die met een
S voor het jaartal) is dat daarin een beeld wordt geschetst van de
onderkant van de samenleving, van de kanslozen, voor wie alleen de dood de bevrijding betekent uit de ellende van het dagelijks bestaan. Pasolini voelde zich bij deze groep mensen,
il sottoproletariato, het subproletariaat, erg betrokken en hij verwijt de maatschappij voor deze mensen geen betere kansen in het leven te creëren.
Dan richt hij zijn pijlen op de
burgerlijke klasse, het middenkader dat in zijn ogen zo medeplichtig is aan de status quo van een slecht functionerende maatschappij. De zwakke kanten van deze middengroep, het verlangen, maar tevens ook de onmacht van deze bevolkingslaag om hogerop te komen beeldt hij treffend in
Teorema en in
Porcile, de films met een
B.
Meer op een enkel individu gericht zijn de films waarin hij gebruikt maakt van oude,
klassieke thema's, of dat nu de tijd van Christus is (zoals in
Il vangelo secondo Matteo) of van de Grieks-klassieke oudheid (
Medea en
Edipo re). Zie de letters
K.
Tussen al deze films door filmt Pasolini een groot aantal
documentaire films, deels in Italië zelf, deels ook in de Derde Wereld, vaak als voorstudie voor een fictiefilm die hij zich voorneemt te gaan maken. Ze staan met
DOC aangegeven.
Vervolgens verschijnt de
Trilogie van het leven. De letter
T in de lijst. Pasolini wil niet langer meer moraliseren, hij wil veeleer vertellen en hij kiest drie alom bekende raamvertellingen om te verfilmen:
Il decameron (de
Decamerone van Boccaccio),
I racconti di Canterbury (naar Chaucers
Canterbury Tales) en
Il fiore delle mille e una notte (naar de verzameling Arabische
Vertellingen van 1001-nacht). Het zijn voor het publiek makkelijke films met een overvloed aan humor, list en bedrog, seks en schandaaltjes, vergelijkbaar met wat we in de literatuur als kluchten bestempelen.
Als Pasolini merkt dat deze films de grote kassuccessen worden in de bioscopen, en hij dus actief bijdraagt aan de door hem zo verfoeide consumptiemaatschappij, zweert hij de Trilogie af, zonder spijt te hebben haar ooit te hebben gefilmd. Hij neemt als het ware wraak door er een vierde verfilmde raamvertelling achteraan te maken,
Salò (naar
De 120 dagen van Sodom door Markies de Sade). Met deze wat men wel noemt
"gruwelijkste film aller tijden" buigt hij de
Trilogie van het leven om tot een
Tetralogie van de dood. Vlak voordat
Salò in november 1975 in première gaat, wordt Pasolini vermoord.
In andere artikelen binnen deze special ga ik dieper in op drie van de genoemde films:
La ricotta,
Il fiore delle mille e una notte en
Salò.