Herbarium of kruidenboek
Herba is het Latijnse woord voor kruid. Een herbarium is een verzameling van gedroogde kruiden. Wij denken dan meestal aan keukenkruiden: selderij, peterselie, tijm, en dergelijke. Vroeger bedoelde men er ook en vooral geneeskruiden mee. In de middeleeuwen deelde men de plantenwereld grofweg in tweeën: kruiden en onkruiden. Onkruiden waren lastig, die moest je kwijt zien te raken. Kruiden werden gekweekt
Plantkunde was nog geen apart vak. Artsen waren de enigen die een behoorlijke plantenkennis bezaten, dat is nu wel anders. Aankomende geneesheren leerden de soorten kennen in kruidentuinen en uit herbaria. Met dit laatste werden vooral kruidenboeken bedoeld. Het oudst bekende kruidenboek is de 'Materia medica' van de Griek Dioscorides. Het boek verscheen in het jaar 512. Alle middeleeuwse herbaria gingen op dat boek terug. Duizend jaar lang deed men niet veel meer dan de tekst steeds maar weer overschrijven, aangevuld met wat sappige verhalen over andere Griekse en Romeinse schrijvers.
Kopie, kopie
Met de afbeeldingen ging het net zo. Men kopieerde van kopieën, van kopieën, van kopieën. De prachtige platen uit het boek van Dioskorides waren dan wel het uitgangspunt, maar na enkele eeuwen waren de afgebeelde planten in middeleeuwse boeken volkomen onherkenbaar. Pas in de renaissance ging men weer naar de planten zelf kijken en ze ook naar de natuur tekenen. Vanaf de vijftiende eeuw ontstond er dan ook een groot aantal schitterende kruidenboeken. Niet iedere toekomstige dokter kon zich zo'n duur kruidenboek veroorloven, of als hij dat wel kon, dan wenste hij toch wel zijn eigen aanvullingen te maken. Zo begon het verzamelen, persen en drogen van planten.
Tegenwoordig bedoelen we met een herbarium niet meer een platenboek maar een collectie geconserveerde planten in mappen of dozen.
Linnaeus
Pas in de achttiende eeuw werd de band tussen planten en medicijnen wat losser. Dat kwam door het werk van de Zweed Carl Linnaeus, die zijn loopbaan begon als arts. In 1735 promoveerde hij in Harderwijk tot doctor in de medicijnen. Hij was echter niet alleen geïnteresseerd in het nut van planten, maar vooral in de planten zelf. Hoe zaten de bloemen in elkaar, welke planten
leken het meest op elkaar. Zijn studies hadden op het laatst nauwelijks meer met medicijnen te maken en hij werd wereldberoemd door zijn grote werk 'Systema natura'. Daarin ontwierp hij een knap systeem van namen die voor het eerst orde brachten in de onoverzichtelijke en verwarde hoeveelheid plantenkennis. Door zijn werk kon men voor het eerst namen aan planten geven die klopten. Vóór die tijd had iedere streek en elke geleerde zijn eigen plantennamen, soms eindeloze Latijnse zinnen voor één soort. Plantkunde werd nu mogelijk voor iedereen. Het verzamelen en drogen werd in de tijd van Linnaeus zelfs mode. Behalve particuliere verzamelingen werden er ook openbare herbaria gesticht.
Planten zoeken als beroep
In de hele wereld zijn er 1800 openbare herbaria. Openbaar betekent in dit geval niet dat iedereen er altijd zomaar naar binnen kan. Wel dat de verzameling gebruikt kan worden door studenten, wetenschappers en 'serieuze' liefhebbers. In al die herbaria op de wereld zijn in totaal ongeveer 175 miljoen geperste en gedroogde planten bijeen gebracht. In Nederland kennen we sinds 1829 het Rijksherbarium in Leiden , in België vinden we een herbarium in de Nationale Plantentuin van Meise. Zowat een miljoen gedroogde planten kun je daar terug vinden. Waar dient dat nu voor, een massagraf van miljoenen plantenlijken? Die officiële verzamelingen worden gebruikt. Intensief gebruikt. Allerlei onderzoekingen op het gebied van de vorm en bouw, de kennis van de soorten, de verwantschap, land- en tuinbouw en natuurbehoud kunnen gedaan worden dank zij zo'n rijksherbarium. Studies van het plantenrijk leiden tot meer inzicht in de natuur en het gebruik of de bescherming daarvan. In een rijksherbarium zijn alle soorten netjes opgeplakt en in dozen opgeborgen.
Herbaria hebben dus vele professionele functies, maar ook als plantenliefhebber kan het drogen van eenvoudige planten, zelfs in dit digitale tijdperk, een educatieve, maar zeker ook een decoratieve en zelfs een emotionele betekenis hebben.