Alles wat je over kleuren moet weten!
Kleuren zien we door het wit licht. Als er geen licht is, kunnen we ook geen kleuren zien. Indien de lichtbron gekleurd is, zien we andere kleuren. Denk maar aan oranje of gele straatverlichting of een gekleurde spot in een etalage. Om de kleuren juist waar te nemen is er dus licht nodig. En dan zien we een waaier waar maar geen einde aan komt.
Wit licht en kleuren
Wit licht bevat zelf kleuren. De proef van Newton bewijst dit. Als er wit zonlicht op een glazen prisma valt, zien we aan de andere kant gekleurde stralen: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Deze kleuren noemen we de spectraalkleuren en komen overeen met de regenboog. Als je de volgorde van de kleuren wilt onthouden, dan onthoud je best 'ROGGBIV'. De r staat voor rood, de o voor oranje, de g voor geel, de g voor groen, de b voor blauw, de i voor indigo en de v voor violet. Wanneer wit licht op een gekleurd voorwerp valt, absorbeert dat voorwerp een groot deel van het spectrum en weerkaatst het de rest. Zo zal een groen voorwerp een deel van de stralen die in het wit licht aanwezig zijn, absorberen en alleen de groene reflecteren. Hierdoor zullen we dat voorwerp als groen zien.
De belangrijkste kleuren op een rij
Zuivere kleuren
Zuivere kleuren zijn kleuren die één of twee hoofdkleuren bevatten. Zeker geen derde hoofdkleur en geen wit of zwart. We noemen ze ook verzadigde of gesatureerde kleuren.
Hoofdkleuren of primaire kleuren
Er zijn maar drie hoofdkleuren en dat zijn geel, rood en blauw. Deze kleuren kun je zelf niet maken door het vermengen van andere kleuren.
Drie nevenkleuren of secundaire kleuren
Door telkens twee van de drie hoofdkleuren te mengen, bekom je weer een andere kleur. Rood en geel wordt samen oranje, rood en blauw wordt paars en geel en blauw wordt groen.
Zes tertiaire kleuren
Deze kleuren bekom je door een secundaire kleur met een hoofdkleur te vermengen. Zo bekom je geeloranje, roodoranje, roodpaars, blauwpaars, blauwgroen en geelgroen.
Niet-zuivere kleuren
Dit zijn kleuren die uit drie hoofdkleuren bestaan of kleuren die gemengd worden met wit en/of zwart.
Verschillende soorten trappen
Kleurtoontrappen
Als men bij een kleur een kleine hoeveelheid van een ander kleur voegt, bekomt men een variant van dat eerste kleur. Door vervolgens meer van het tweede kleur bij het eerste te mengen ontstaat er een nieuwe variatie. Zo'n reeks kleuren die de overgang van het ene naar het andere kleur maken, noemen we een kleurtoontrap.
Bijvoorbeeld:
- geel en heel weinig rood wordt geelachtig geeloranje
- geel en weinig rood wordt geeloranje
- geel en rood wordt oranje
- weinig geel en rood wordt roodoranje
- heel weinig geel en rood wordt roodachtig roodoranje
Verzadigingstrappen
De zuivere kleuren zijn volledig verzadigde kleuren. Door een hoeveelheid wit bij een verzadigd kleur te mengen, verbleekt het kleur. Zo krijgen we een minder verzadigd kleur of een verzadigingstrap. Dit noemen we ook wel een gedesatureerd kleur of een pasteltint. Wit kunnen we beschouwen als de laagste trap van verzadiging.
Donkertrappen
Door een hoeveelheid zwart bij een zuivere kleur te mengen verdonkert het kleur. Zwart is de donkerste trap.
Grijzen en bruinen
Door gelijke en ongelijke hoeveelheden wit en zwart met elkaar te mengen, bekomen we grijstinten die van heel bleek naar donkergrijs kunnen variëren. Al deze grijzen noemen we grijswaarden. Een volledige reeks naast elkaar noemen we een grijswaardeschaal. Meestal wordt grijs nog aangevuld met één of meer hoofdkleuren. Zo bekom je nog zoveel andere grijzen. De mooiste grijzen verkrijg je door de drie hoofdkleuren te mengen en er wit aan toe te voegen. Bruin kan je op verschillende manieren bekomen. Zo kun je de drie hoofdkleuren of geel, rood en zwart mengen.