Vergeten Dierendag; voor ieder dier een betere toekomst
Een extra kluif, aai of nieuwe mand: veel dieren kunnen uitzien naar 4 oktober, Werelddierendag. Dat geldt niet voor miljoenen andere dieren. Zij brengen deze dag door als altijd: als fokteef, vleesvarken, proefdier, handelswaar… Daarom heeft de Dierenbescherming 5 oktober uitgeroepen tot ‘Vergeten Dierendag’. 5 oktober, Vergeten Dierendag
Oude manegepaarden hebben geen geluk, evenals miljoenen ‘vergeten’ dieren die de mens gebruikt, opeet, voor proeven inzet, verhandelt, bejaagt of verwaarloost. De Dierenbescherming vraagt op ‘Vergeten Dierendag’ aandacht voor deze dieren. Maar niet alleen op deze dag, want het hele jaar door voert de Dierenbescherming campagnes waarin vergeten dieren de hoofdrol spelen.
Fokkerij
Zoals dalmatiër Lucy, zij krijgt haar zevende (!) nest puppy’s. Lucy staat model voor de vele fokteven in ons land. Zij slijten hun leven als ‘pupfabriek’. Omdat de ‘broodfokkers’ zoveel mogelijk geld willen verdienen gaan ze ver. En dit gaat ten koste van de dieren. Maar er is nog meer aan de hand in de hondenfokkerij. Fokkers selecteren vaak streng op bepaalde uiterlijke kenmerken - onder andere door middel van inteelt - dat de honden deze in ziekmakende mate bezitten. Denk aan de Engelse buldog met de extreem platgedrukte neus, waardoor veel van deze dieren zware ademhalingsproblemen hebben. Of de Cavalier King Charles spaniël, waarvan een groot deel syringomyelia heeft. Hierbij is het brein te groot voor de schedel en duwt in de nek, wat kan resulteren in vreselijke pijn.
Handel
Een andere bron van dierenleed is de wereldwijde handel in exotische dieren. Jaarlijks worden miljoenen tropische vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren het slachtoffer van de geldzucht van handelaars. Ook in ons land worden dieren uit verre landen geïmporteerd. Deze dieren worden uit de vrije natuur geroofd, met desastreuze gevolgen voor dier en natuur. Daarbij komt dat het verzorgen en opvoeden van een exoot verre van eenvoudig is. Je hebt immers te maken met een niet-gedomesticeerd dier, met heel specifieke eisen op het gebied van huisvesting, voeding en verzorging. Veel mensen die een exoot aanschaffen, weten niet goed waar ze aan beginnen. Ze vinden het simpelweg wel stoer of interessant om zo’n dier te hebben. Enkele bekende gevolgen zijn fysiek leed, stress en vaak een vroegtijdige dood van hun dier.
Dierenbescherming
Grondbeginselen
De Dierenbescherming heeft twee grondbeginselen. Het eerste grondbeginsel is dat alle dieren een individuele intrinsieke waarde hebben. Dat betekent dat elk dier een zelfstandige wezen is. Ze zijn het waard om als doel op zichzelf behandeld te worden en niet als middel voor anderen. De waarde van een dier kan niet herleid worden tot zijn waarde voor andere wezens. Daarom moet moreel rekening gehouden worden met het dier en behoren dieren met respect behandeld te worden als zelfstandige wezens met gevoelens, bewustzijn en integriteit.
Het tweede grondbeginsel is zorgplicht en dit houdt in dat het de plicht van de mens is, onafhankelijk van verschillen in religie of filosofische opvattingen, dieren te beschermen, goed te behandelen, een houding van medeleven en goede gezindheid tegenover hen aan te kweken, hun vrijheid en hun eigen levenssfeer te respecteren en hun leven te sparen zoveel dat mogelijk is.
Organisatie
Met een achterban van bijna 200.000 mensen (leden, donateurs en vrijwilligers) is de Dierenbescherming de grootste organisatie in Nederland die opkomt voor de belangen van alle dieren: gezelschapsdieren, landbouwdieren, dieren in het wild en proefdieren. Belangrijke pijlers van haar werk zijn dierennoodhulp en inspectiewerk. Zo biedt de Dierenbescherming via de asielen jaarlijks onderdak aan duizenden dakloze dieren en ziet de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming toe op naleving van de wet op het gebied van dierenwelzijn.
Bio-industrie
Daarnaast strijdt de Dierenbescherming al vele jaren voor betere leefomstandigheden voor proefdieren en dieren in de bio-industrie. Alleen al in Nederland worden zo'n 450 miljoen landbouwhuisdieren per jaar gehouden. Het gaat onder andere om varkens, runderen en kippen. De meeste mensen kennen deze dieren waarschijnlijk vooral voorverpakt in de supermarkt. Ruim 95 procent leeft namelijk in de bio-industrie. Weggestopt in schuren en krappe, kale hokken leiden zij een leven vol verveling, stress en pijn. Door overleg, lobby en zo nodig publieksacties richting bedrijfsleven en overheid, probeert de Dierenbescherming de schrijnende situaties in de bio-industrie te veranderen. Deze inspanningen blijven niet zonder resultaat. Zo wordt de legbatterij vanaf 2012 verboden en mogen vanaf 2013 kalveren en zeugen niet meer hun hele leven individueel opgesloten worden.
Beter Leven kenmerk
Het keurmerk
Een ander succes van de Dierenbescherming is de introductie van het Beter Leven kenmerk voor vlees, zuivel en eieren. Het kenmerk is in het leven geroepen om het bedrijfsleven uit te dagen het welzijn van de dieren in de veehouderij te verbeteren en om het de consument gemakkelijker te maken om een verantwoorde keuze te maken. In de schappen van de Nederlandse supermarkten liggen steeds meer producten met dit Beter Leven kenmerk dat werkt met een sterrenclassificatie: hoe meer sterren, hoe beter het leven van het dier is geweest.
Bij producten met het Beter Leven kenmerk met één ster is sprake van een belangrijke verbetering van het dierenwelzijn. Er moet voldaan worden aan aanzienlijk meer welzijnsnormen dan in de gangbare vee-industrie. Kippen krijgen meer tijd om te groeien, zodat ze sterker en gezonder zijn. Ze hebben meer ruimte en krijgen meer afleiding. Voor varkens geldt ook dat ze meer ruimte hebben en speeltjes als afleiding krijgen. Kalfjes hebben een hoger bloedijzergehalte en ruwvoerverstrekking, het transport is korter en er zijn hokken met een zachtere ligplaats. Bij het kenmerk met twee ingekleurde sterren is het welzijn hoger dan bij producten met het kenmerk met één ster. In ieder geval moet er dan een vrije uitloop in de buitenlucht aanwezig zijn. Drie sterren worden toegekend aan biologische producten.
Keuringsdienst van waarde
Het tv-programma de Keuringsdienst van Waarde besteedde aandacht aan het Beter Leven kenmerk. De journalisten van het kritische tv-programma gingen na of de sterrenkwalificatie klopt. Centraal stond de vraag: in hoeverre heeft een dier waarvan het vlees goed is voor drie sterren een beter leven geleid dan een dier waarvan het vlees goed is voor slechts een ster? De sterrenkwalificatie bleek inderdaad verschil te maken. De Keuringsdienst van Waarde heeft aangetoond dat het leven van dieren waarvan het vlees geen ster krijgt daadwerkelijk verschilt van het leven van een willekeurig stervarken.
© 2014 - 2024 Brigitte_, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Dierendag toen en nuOp dierendag verwen je jouw huisdieren met iets lekkers of extra aandacht. Je laat op deze dag zien dat je dieren waarde…