Zeeuws-Vlaams volkslied, nog steeds springlevend
Wie denkt dat volksliederen provincie- of landgebonden zijn, heeft het mis. Ook Zeeuws-Vlaanderen heeft een eigen volkslied, geboren uit de wens Nederlander te blijven en niet te worden ingelijfd bij België. Het Zeeuws-Vlaamse volkslied is nog steeds springlevend en wordt bij veel gelegenheden ten gehore gebracht.
Zeeuws-Vlaanderen hoort bij Zeeland, maar is door zijn ligging meer verbonden met België. Dit maakt de Zeeuws-Vlaming anders dan de andere Zeeuwen. Ze hebben een meer Vlaamse tongval en zijn iets Bourgondischer en minder behoudend ingesteld dan de rest van de Zeeuwen, al beginnen de verschillen wat te vervagen. Ondanks de ligging en de Vlaamse tongval willen de Zeeuws-Vlaamse inwoners graag blijven horen bij Nederland.
Ontstaan Zeeuws-Vlaams volkslied
Na de Eerste Wereldoorlog vond België dat Nederland zich pro-Duits had opgesteld. Nederland was immers neutraal gebleven tijdens de Eerste Wereldoorlog en zodoende hadden de Nederlanders veel minder geleden onder de oorlog dan hun Zuiderburen. België wilde, om de wederopbouw van hun eigen land te bespoedigen, twee Nederlandse gebieden annexeren. Dit waren Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Zuid-Limburg vanwege de steenkool en Zeeuws-Vlaanderen vanwege de toegang tot de Schelde. De plannen waren om van Antwerpen een wereldhaven te maken.
Zeeuws-Vlaanderen wachtte echter niet werkeloos af. Er werden overal anti-annexatiecommités opgericht en allerlei acties ondernomen. Vooral dominee Jacob N. Patist uit Aardenburg maakte zich sterk voor de anti-annexatie beweging. Hij schreef samen met J. Vreeken in 1919 de tekst van het Zeeuws-Vlaams volkslied. De muziek is van A. Lijssen. Gelukkig blijkt het Vlaamse gedeelte van België de banden met Nederland niet te willen verstoren. Het annexeren blijkt vooral een Waalse eis. Wanneer dan ook nog blijkt dat de rest van Europa hier uit angst voor een nieuwe oorlog niet achter staat, gaat de annexatie niet door.
Waarom hoort Zeeuws-Vlaanderen bij Nederland?
Geografisch gezien hoort Zeeuws-Vlaanderen bij België. Hoe is dit gebied dan toch bij Nederland terecht gekomen? Dit hebben we te danken aan de tachtigjarige oorlog, ook wel Nederlandse Opstand genoemd. Tijdens de tachtigjarige oorlog hielden de Geuzen Zeeuws-Vlaanderen bezet. Zo konden ze de doorvoer naar Antwerpen blokkeren. Antwerpen was indertijd in Spaanse en later nog even in Oostenrijkse handen, na de Spaanse Successieoorlog. Tijdens de tachtigjarige oorlog hoorde Zeeuws-Vlaanderen dus bij de Nederlandse provincies. De precieze grenzen waren niet duidelijk. Deze werden uiteindelijk vastgesteld bij het verdrag in 1664. De grenzen werden hierin nauwkeurig beschreven en deze grenzen zijn nu nog steeds van kracht.
Tekst Zeeuws-Vlaams volkslied
Waar eens 't gekrijs der meeuwen
Verstierf aan 't eenzaam strand,
Daar schiepen zich de Zeeuwen
Uit schor en slik hun land;
En kwam de stormwind woeden,
Hen dreigend met verderf,
Dan keerden zij de vloeden
Van 't pas gewonnen erf.
Refrein:
Van d'Ee tot Hontenisse
Van Hulst tot aan Cadzand
Dat is ons eigen landje,
Maar deel van Nederland.
Waar eens de zeeën braken,
Met donderend gedruis
Daar glimmen nu de daken,
En lispelt bladgesuis.
Daar trekt de ploeg de voren,
Daar klinkt de zicht in 't graan.
Daar ziet men 't Zeeuwse koren,
Het allerschoonste staan.
Daar klappen rappe tongen,
De ganse lieve dag.
Daar klinkt uit frisse longen,
Gejok en gulle lach.
Daar klinkt de echte landstaal,
Geleerd uit moeders mond.
Eenvoudig, zonder omhaal,
Goed Zeeuws en dus goed rond.
Daar werd de oude zede,
Getrouwelijk bewaard.
En 't huis in dorp en steden,
Bleef zuiver Zeeuws van aard.
Daar leeft men zo eendrachtig,
En vrij van droef krakeel.
Daar dankt men God almachtig
Voor 't toegemeten deel.
De worstelstrijd met Spanje,
Bracht ons het hoogste goed,
De vrijheid door Oranje,
Betaald met hartebloed.
Dat goed gaat nooit verloren,
De Nederlandse vlag,
Zal wapp'ren van de toren,
Tot op de jongste dag.