De Soemerische beschaving
Zo'n zevenduizend jaar geleden ontstond er een beschaving die tot de oudste ter wereld gerekend mag worden: de Soemerische beschaving. De Soemeriërs waren een volk dat leefde van de landbouw en de handel. Het volk geloofde in verschillende goden en was bedreven in wiskunde en astronomie. Ook gebruikten zij al een schrift op dingen op te tekenen.
De opkomst van de Soemerische beschaving
Eén van de oudste beschavingen ter wereld ontwikkelde zich tussen de rivieren de Eufraat en de Tigris. Het gebied werd Mesopotamië genoemd en lag in een deel van wat nu Irak is. De vroege beschaving die hier ontstond was de Soemerische beschaving. Zo’n 5000 jaar voor Christus vestigden zich Soemeriërs in het zuiden van Mesopotamië. Waar zij precies vandaan kwamen is niet helemaal duidelijk. Rond 4000 jaar voor Christus begon de Uruk-periode. Uruk was van een dorp uitgegroeid tot de belangrijkste stad van Soemerië. In de daaropvolgende eeuwen groeide de bevolking van het rijk langzaam maar zeker. Vanaf ongeveer 2900 tot 2400 voor Christus had de vroeg-Dynastieke periode plaats, waarin koningen zich in belangrijke Soemerische steden vestigden. Tegen het eind van de vroeg-Dynastieke periode trokken veel Soemeriërs naar het noorden. Oorzaak hiervan was dat het eens zo vruchtbare land niet meer vruchtbaar was door het intensieve gebruik. In het noorden kwamen de Soemeriërs in contact met de Akkadiërs. De Akkadiërs veroverden Soemerië en zij stichtten een koninkrijk. Vervolgens werd Soemerië veroverd door de Guti. Rond 2300 voor Christus was Agade de belangrijkste stad van het gebied. Tussen 2100 en 2000 voor Christus kwam de Soemerische steden opnieuw tot bloei. Ur-Nammi werd in ongeveer 2100 voor Christus koning. Onder zijn heerschappij wordt Ur de stad met de meeste macht in Soemerië.
Landbouw en handel
De Soemeriërs waren landbouwers. Het vruchtbare land op de vlakten van de twee rivieren de Eufraat en de Tigris was hier ook erg geschikt voor. De vroege Soemeriërs, die rond 5000 voor Christus in Mesopotamië woonden deden al aan landbouw. Tussen 4000 en 3000 voor Christus vonden zij ook de techniek van de irrigatie uit. Daarmee waren ze in staat om rivierwater naar hun akkers te leiden, waardoor de landbouw nog effectiever werd. Daarnaast dreven de Soemeriërs handel. Tevens waren er ambachtslieden, die producten als meubels en muziekinstrumenten maakten. Van goud en zilver werden sieraden gemaakt, soms gedecoreerd met halfedelstenen. Daarnaast gebruikten ze goud om helmen en dolken van te maken.
Religie en wetenschap
Volgens de Soemeriërs waren er verschillende goden die allemaal ergens anders voor stonden, bijvoorbeeld voor natuurlijke krachten. Zo waren er bijvoorbeeld Enlil, de god van de wind, en Nanna, de godin van de maan. Ook hadden de steden elk een eigen beschermgod of –godin. Deze goden en godinnen hadden in de stad een tempel die aan hen gewijd was. Deze tempels werden gemaakt van bijvoorbeeld modderstenen. Voor de bouw van huizen gebruikten de Soemeriërs mogelijk riet. De bevolking bracht de goden offers om ze te eren en ze tevreden te houden. De Soemeriërs hielden zich al bezig met wiskunde en astronomie. Ze waren de eersten die een zestigtallig rekensysteem gebruiken om een uur in zestig minuten te verdelen. Ook verdeelden ze een cirkel in 360 graden. Naast dit zestigtallige rekensysteem gebruikten ze ook een decimaal systeem. Ze benoemden de tekens van de dierenriem, ontwikkelden een kalender en stelden de positie van de planeet Venus vast. Verder vonden ze rond 3500 voor Christus het wiel uit en ontdekten ze hoe ze brons konden maken. Verder waren de Soemeriërs het volk dat rond 3500 voor Christus het schrift uitvond. Ze gebruikten eerst een beeldschrift, later ontwikkelden ze hieruit tussen 3300 een 2900 voor Christus een spijkerschrift. In klei werden tekens gedrukt, een bepaalde combinatie vormde vervolgens één spijkerschriftteken. Elk teken stond voor soms één, maar meestal voor meer lettergrepen. De Soemeriërs gebruikten het schrift voor bijvoorbeeld contracten en de boekhouding.
De ondergang van de Soemerische beschaving
Toen Soemerië tussen 2100 en 2000 voor Christus weer een bloeiend rijk was geworden, was Ur de belangrijkste stad. Rond 2000 voor Christus waren er echter problemen ontstaan in het rijk. Ook vielen zowel Amorieten als Elamieten het rijk binnen. De Elamieten verwoestten de stad Ur. Koningen van andere steden in Soemerië stichtten vervolgens eigen dynastieën. Mogelijk was er ook sprake van grote droogte in het gebied wat de leefomstandigheden geen goed deed. Door deze samenloop van oorzaken kwam er een einde aan de Soemerische beschaving.