Vorsten en hun bijnamen
Hoe komen koningen en keizers aan hun bijnamen? Bijnamen kunnen negatief dan wel positief zijn. Als ze negatief zijn dan is het vaak spottend bedoeld. Positieve bijnamen worden vaak gegeven aan mensen die een stempel hebben gedrukt op de tijd waarin zij leefden. Ook kunnen bijnamen betrekking hebben op bepaalde uiterlijke kenmerken zoals Lodewijk “de Stotteraar”of eigenschappen zoals Willem “de Zwijger”. Dit artikel bespreekt een aantal van deze bijnamen van vorsten door de eeuwen heen.
Ramses II “de Grote”
Ramses II was een de bekendste farao’s van Egypte. Hij regeerde van 1290 v. Chr. tot aan zijn dood in 1223 v. Chr. Hij regeerde ruim 66 jaar over Egypte. Ramses stond vooral bekend als veldheer en bouwer onder andere van de Abu Simbeltempels en het Ramesseum. Hij heeft mogelijk het eerste verdrag aller tijden gesloten met de Hettieten na de slag bij Kadesh om gezamenlijk met hen op treden tegen de Assyriërs. Een kopie van dit verdrag hangt aan de muur in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties omdat dit een van de eerste internationale verdragen is die ooit gesloten is. Mogelijk was Ramses farao ten tijde van de Exodus van het volk Israël uit Egypte. Zijn bijnaam heeft hij gekregen door zijn grote betekenis voor Egypte.
Julianus “de Afvallige”
Julianus de Afvallige was een keizer van het Romeinse Rijk in de vierde eeuw na Chr. (331-363 n. Chr.). Onder zijn voorganger Constantijn was het Romeinse Rijk bekeerd tot het christendom. Julianus maakte carrière met militaire successen tegen de barbaren in Gallië. In 360 n. Chr. werd hij tot keizer uitgeroepen. Er was echter nog een keizer maar dat gebeurde wel vaker in het oude Rome. Deze keizer Constantius II overleed echter plotseling en Julianus werd alleenheerser van het grote rijk. Julianus heeft niet lang geregeerd maar hij drukte wel zijn stempel op zijn tijd. Hij was toegewijd aan de “heidense” goden en probeerde actief het christendom in de kiem te smoren. Zijn wetten tegen de christenen werden na zijn dood herroepen en de positie van het christendom als belangrijkste godsdienst werd hersteld. De verering van de oude Romeinse goden behoorde definitief tot het verleden. Zijn bijnaam “de Afvallige” spreekt voor zich.
Lodewijk “de Vrome”
Lodewijk de Vrome was een koning der Franken die leefde van 778 tot 840. Hij was de zoon van keizer Karel de Grote. Bij een vader met een dergelijke bijnaam moest hij wel in de schaduw staan. Lodewijk was zowel koning als keizer van het grote Frankische Rijk. Hij had de moeilijke taak dit grote rijk bij elkaar te houden. Lodewijk had vele conflicten met zijn zoons over de verdeling van titels en gebieden en de opvolging. Na zijn dood in 840 verviel het rijk in een burgeroorlog en bij het verdrag van Verdun in 843 werd het rijk verdeeld door zijn drie zonen Lotharius, Lodewijk de Duitser en Karel de Kale. Lodewijk voerde vele hervormingen door van het kloosterleven en liet zich in zijn regeerperiode altijd leiden door de christelijke waarden. Daardoor kreeg hij begrijpelijkerwijs de bijnaam “de Vrome”.
Harald I “Blauwtand”
Harald was koning van Denemarken en leefde van 930-986. Hij richtte zich vooral op omringende landen als Noorwegen waarvan hij ook koning werd. Hoewel het christendom al zijn intrede had gedaan in de noordse koninkrijken was dit nog niet overheersend. Harald is vooral bekend geworden omdat hij zich bekeerde tot het christendom en vele volken in zijn rijk verenigde. De runensteen te Jelling in Denemarken vermeld zijn naam en bestaan. De naam “Bluetooth”(voor draadloze verbindingen tussen onder meer mobiele telefoons), ontwikkeld door het Zweedse bedrijf Ericsson komt af van Harald Blauwtand. Zijn bijnaam dankt hij waarschijnlijk aan het feit dat hij een opvallend rotte tand in zijn mond had.
Richard I “Leeuwenhart”
Richard I was koning van Engeland van 1189 tot 1190 n.Chr. Hij voerde strijd met zijn vader Hendrik II en werd gesteund door zijn moeder Eleonora van Aquitaine. Na de dood van zijn vader werd Richard koning. In de Derde Kruistocht die hij samen leidde met de Franse koning Filips II August en de Duits-Roomse keizer Frederik Barbarossa boekte hij enkele successen op sultan Saladin maar wist Jeruzalem niet in te nemen. Bij zijn terugkeer werd Richard gevangengenomen. Zij broer Jan zonder Land probeerde de macht te grijpen maar werd na de terugkomst van Richard door hem onderworpen. Hij was vooral bekend als de afwezige koning maar ook vanwege zijn moed en ridderlijkheid vandaar de naam “Leeuwenhart”.
Filips IV “de Schone”
Filips IV was koning van Frankrijk eind 13e begin 14e eeuw. Hij stamde uit de dynastie der Capetingen. Hij was een machtig vorst die veel strijd voerde met Engeland en Vlaanderen. Dit kostte veel geld en Filips zat vaak in geldnood. Filips veroverde Vlaanderen, maar de Vlamingen verzetten zich hevig tegen de bezetters en wonnen de Guldensporenslag tegen de Fransen in 1302. Ook had Filips grote conflicten met de Rooms-katholieke kerk die grote gebieden in Frankrijk in eigendom had en grote inmenging wilde in het wereldlijke bestuur. Een hevige strijd volgde. Om zijn kas te vullen, ontbond bij de Orde van de Tempeliers en vulde zijn schatkist met hun gelden. Op vrijdag de 13e oktober 1307 liet hij alle Tempeliers arresteren. Omdat hij een grote, krachtige man was met blauwe ogen en blond haar kreeg hij de bijnaam “de Schone”.
Iwan “de Verschrikkelijke”
Iwan de Verschrikkelijke (1530-1584) was de eerste Russische heerser die zich tsaar noemde vanaf 1547. Het woord “tsaar” is afgeleid van het Latijnse woord “ceasar”, evenals het woord “keizer”. Zijn voorgangers waren grootvorsten. Iwan verloor jong, op driejarige leeftijd, zijn vader. Zijn moeder volgde hem op als grootvorstin. Zij werd later vermoord door de Russische edellieden, bojaren, en Iwan ontwikkelde een grote haat tegen deze arrogante lieden. Hij zou een meedogenloze tsaar worden en liet op 13 jarige leeftijd al een bojarenleider door zijn honden opeten. Door zijn maatregelen zoals het invoeren van de boekdrukkunst, hervorming van het rechtssysteem en het invoeren van een landelijke volksvergadering wordt hij populair onder het volk. Na de dood van zijn vrouw werd hij echter volkomen waanzinnig en sloeg ook zijn eigen zoon in een opwelling dood. Zijn bewind kenmerkte zich door grote wreedheid zodat zijn bijnaam alleszins begrijpelijk is.
Frederik V “de Winterkoning”
Frederik V (1596-1632) was een protestantse keurvorst van de Palts, een vorstendom in het zuiden van Duitsland. Hij was getrouwd met de Engelse koningsdochter Elisabeth Stuart. De Palts grensde aan het koninkrijk Bohemen dat in oorlog verkeerde met Duitsland in de 30-jarige oorlog. Het voornamelijk protestantse parlement van Bohemen wilde niet een katholieke koning (Ferdinand) maar een protestantse vorst, Frederik dus. Omdat hij als een absoluut vorst regeerde met de nodige pracht en praal was men hem al snel zat. Na een nederlaag tegen de Duitse keizer sloeg Frederik met zijn echtgenote op de vlucht. Omdat niemand hem asiel wilde verlenen klopte hij aan bij zijn oom stadhouder Maurits in de Nederlanden. Daar voerde het paar een riante hofhouding met uiteindelijk torenhoge schulden. Omdat hij slechts één winter koning van Bohemen was geweest, kreeg hij de spottende bijnaam “de Winterkoning”.
Keizer Jozef II “Keizer-koster”
Jozef II was de zoon van keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk en keizer Frans I Stephanus. Hij was na de dood van zijn vader in 1765 medekeizer samen met zijn moeder. Voor zijn tijd was hij een verlichte monarch doordat hij bijvoorbeeld de lijfeigenshap afschafte en vond dat de Joden in zijn rijk gelijke rechten moesten hebben. Jozef wilde echter van alles regelen vooral op het gebied van kerkelijk zaken zoals het aantal kaarsen op het altaar. Hij wilde een sterke centrale staatsmacht en bemoeide zich met van alles. De Oostenrijkse Nederlanden waren fel gekant tegen de plannen van Jozef en toen de keizer de “Blijde inkomst” (het gewoonterecht voor Brabant) terzijde schoof volgde de Brabantse Omwenteling. Vanwege zijn regeldrift ten aanzien van kerkelijke zaken kreeg hij de bijnaam “keizer-koster”.
Koning Willem II “De held van Waterloo”
Koning Willem II der Nederlanden was de zoon van de “Koopman’-koning” Willem I. Toen in 1795 de laatste stadhouder, zijn grootvader, Willem V werd afgezet, vluchtte hij mee naar Engeland en groeide daar op. Hij kreeg een militaire opleiding en nam tijdens de oorlogen door Napoleon dienst onder de hertog van Wellington. Toen de vijanden van Napoleon na zijn honderddagen-regering in 1815 oprukten, werd slag geleverd bij Waterloo, volgend jaar 200 jaar geleden. De prins van Oranje hield met zijn korps stand bij Quatre-Bras en raakte bij een uitval gewond aan zijn schouder. Zijn heldhaftige optreden in de voorste linies rechtvaardigen zijn bijnaam “held van Waterloo”. Zijn paard Wexy dat samen met hem gewond raakte heeft Willem laten opzetten en staat nu in de Koninklijke stallen in Den Haag.
© 2014 - 2024 28111971, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Joost mag het wetenIemand vraagt je wat. En je weet daar het antwoord niet op. Dan is een veel gezegde uitspraak: "Joost mag het weten". Oo…
Gemeente WinschotenWinschoten is een gemeente en stad in noord Nederland. De stad heeft ruim 18.400 inwoners (CBS) en is samen met Veendam…
Kreta in oude tijdenIn eerste instantie zo 6500 v.Chr. bestond de bevolking van Kreta, waarvan de herkomst onzeker is, uit jagers. Daarna kw…
Het Mogolrijk in AziëIn wat ongeveer het huidige India is werd in de 16e eeuw een rijk gesticht dat een kleine twee eeuwen zou bestaan: het M…
Bronnen en referenties
- Wikipedia, Historiek, Historia