Kreta in oude tijden

Algemeen
Het Griekse eiland Kreta zou vernoemd zijn naar de nymph Kreta/Kres en in het Latijn betekent crete (= leem). De bodem van Kreta bestaat dan ook uit klei en leem. In het oude Egypte werd Kreta betiteld als Keftioe, terwijl in veel latere tijden door Venetianen de stad Iraklion (de toenmalige hoofdstad) Candia werd genoemd. In de neolithische tijd deden grotten dienst op Kreta als woningen en graven. Ook zijn er in de vruchtbare vlakte van de Mesara aan de voet van de berg Ida grote ronde familiegraven (tholoi) gevonden. Dit zijn met stenen opgemetselde koepels, waarvan de lage ingang op het oosten ligt. De doden werden hierin begraven voorzien van wapens en vaatwerk. In 1900 v.Chr. werd op Kreta het pictografische schrift ingevoerd, waaruit later het nu nog niet ontcijferde niet-Griekse Linear A schrift ontstond, wat alleen in Kreta voorkwam. Van belang in dit kader was de vondst in recentere tijden van de schijf van Phaïstos, waarop aan weerszijden pictogrammen stonden afgebeeld. Vervolgens ontstond later met de komst van de Mycenaers op Kreta het Lineair B schrift, dat 2/3 deel van zijn tekens aan het Lineair A ontleende en ook uitsluitend werd gebruikt voor commerciële doeleinden. Wel werden in dit kader wat nieuwe tekens ingevoerd.Wetenswaardigheden
Ida/Ila was de naam van de Godin Rhea, godin van de menselijkheid, ze zou afkomstig zijn van Kreta. Haar naam vindt men terug in het Ida gebergte, met 2.457 meter de hoogste berg op Kreta. Woorden die op -ss of nth, tt of nd eindigen, duiden op een anatolische oorsprong. Op Kreta waren geen tempels en godenbeelden. Aardbevingen en geschillen tussen de steden onderling tastten de weerbaarheid van Kreta aan. In de 15de eeuw v.Chr. werd Kreta veroverd door Mycenai, die daarmede tevens de heerschappij op de oostelijke helft van de middellandse zee overnam. Vervolgens werd omstreeks 1200 v.Chr. het door Mycenai overheerste Kreta mogelijk onder de voet gelopen door rooftochten van Doriërs, die de beschikking hadden over ijzeren wapens. De Kretenzers konden daar met hun bronzen bewapening niet tegenop. Daarmee begonnen de donkere eeuwen, die zouden duren tot 650 v.Chr. De Romeinen maakten in 67 v.Chr. Kreta een deel van hun wereldrijk in de vorm van een provincie, waarbij de stad Gortys als nieuwe hoofdstad fungeerde.Behuizing in Kreta
Kort na 1900 v.Chr. werd het eerste paleis gebouwd in Knossós, kort daarna gevolgd door die van Phaïstos en in Mallia. Stevige kasteelmuren, opgemetseld met kalksteen uit de naburige bergen, werden omdat de Kretenzers de zee in de regio beheersten niet voorzien van vestingwerken. Veiligheidshalve werden de paleizen toch enige kilometers uit de kust opgetrokken. De paleizen op Kreta waren groter dan die van het Griekse vasteland, edoch kleiner dan de paleizen uit het Nabije Oosten. Per definitie hadden de enorme paleizen een rechthoekig binnenhof (megaron), dat bestond uit een grote open ruimte van 50x25 meter en werd gebruikt voor ceremoniële doeleinden. De paleizen bevatten honderden kamers, waarin onder meer voorzien was in graanpakhuizen opdat door het aanleggen van voorraden hongersnood voorkomen kon worden. Ook was er ruimte vrijgemaakt voor arbeiders, die in loondienst waren van de kasteelheer. Door het bewerken van koper en tin kon brons verkregen worden, wat gebruikt werd voor wapens en werktuigen. Daarnaast beschikten de kastelen over een eigen watervoorziening.De paleizen werden meerdere malen verwoest veelal door aardbevingen. Het paleis van Knossós bijvoorbeeld omstreeks 1700 v.Chr., welk paleis op nagenoeg hetzelfde grondplan als het eerste spoedig werd herbouwd totdat het circa 1430 v.Chr. verwoest werd. Een en ander maakte dat de bevolking zich geleidelijk aan gingen vestigen in de hoger gelegen delen van Kreta. Eerst in 1520 v.Chr. werd het paleis van Hagia Triada gebouwd en vormde tezamen met een tiental andere paleiscentra een netwerk van machtsbolwerken. Alle paleizen in die tijd vertoonden een uniforme bouwstijl en gingen omstreeks 1430 v.Chr. ten onder. Uiteindelijk werd slechts het paleis van Knossos onmiddellijk daarna herbouwd.
Heiligdommen
In de paleizen hadden sommige vertrekken een religieuze functie, waarbij ze bestemd waren voor cultusactiviteiten. Daarbij werden in de paleizen heiligdommen opgesteld voor de vele vooral godinnen die door de Kretenzers werden aanbeden en was er tevens ruimte voor plengoffers. Het verweven van griffioenen en sfinxen in de bouw duiden op invloeden van het nabije oosten. Naast de vorsten had ook de elite riante villa's van veelal twee verdiepingen tot hun beschikking, onder meer voorzien van fresco's op de muren. De boeren en arbeiders moesten het doen met eenvoudige hutten. Op bergtoppen gelegen heiligdommen, die ook gesitueerd waren in grotten vormden een tweede belangrijk aspect in de religieuze cultuur op Kreta.