Ravensbrϋck, grootste vrouwenkamp van het Duitse rijk
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten 132.000 vrouwen gevangen in kamp Ravensbrϋck. Het was daarmee het grootste vrouwenkamp in het Duitse Rijk. De vrouwen waren afkomstig uit alle landen die door de Duitsers bezet waren. Niet minder dan 90.000 vrouwen stierven door mishandeling, het zware werk, ondervoeding en medische experimenten.
De bouw van het kamp
Ravensbrϋck lag 80 kilometer ten noorden van Berlijn aan de Fϋrstenbergsee. Het kamp was in 1938-1939 gebouwd door gevangenen van het naburige concentratiekamp Sachsenhausen. Het bestond uit veertien barakken voor gevangenen, twee voor zieken, ruimten voor het kamppersoneel en een barak waar zowel de keuken als het sanitair in ondergebracht waren. In Ravensbrϋck was plaats voor 3000 vrouwen.
Op 15 mei 1939 kwamen de eerste 1000 vrouwen aan in het nieuwe concentratiekamp, dat onder leiding stond van een kampcommandant met zijn adjudant. Het aantal gevangenen nam snel toe tot 12.000 in 1941 en daarom moesten nieuwe barakken gebouwd worden. De vrouwen hielpen de Duitse aannemers die voor dit werk aangetrokken waren.
Werken voor Siemens
Het leven in Ravensbrϋck was uitzonderlijk zwaar. De vrouwen moesten om half vijf opstaan en na het appèl, dat lang kon duren als de telling niet klopte, begonnen zij aan een twaalfurige werkdag. Zij legden wegen aan, rooiden bomen en egaliseerden grond. Wie even wilde uitrusten tijdens het zware werk, kreeg zweepslagen van de bewaaksters. Vrouwen maakten ook onderdelen voor wapens, vliegtuigen en explosieven. Heel wat Duitse bedrijven maakten gebruik van de arbeid van gevangenen. Het elektronicabedrijf Siemens bijvoorbeeld had 20 werkplaatsen naast het kamp gebouwd waar vrouwen elektronische onderdelen maakten voor de V1 en V2-raketten.
Siemens had tijdens de oorlog fabrieken in of naast een groot aantal concentratiekampen. In Auschwitz-Birkenau stond een enorme fabriek waarin gevangenen elektriciteit opwekten, waarmee het kamp van elektriciteit werd voorzien. Siemens was ook verantwoordelijk voor de bouw van gaskamers in kamp Buchenwald. Het logo van het bedrijf is nog steeds zichtbaar op de muur van het gebouw. Door de inzet van de arbeidskracht van gevangenen en het uitvoeren van projecten voor de nazi’s heeft Siemens tijdens de oorlog kapitalen verdiend. Het bedrijf was dan ook een van de financiers van de Duitse oorlogsvoering.
Bordelen
Vrouwen werden ook tewerkgesteld in bordelen. In maart 1942 had Himmler bepaald dat ijverige gevangenen de beschikking zouden krijgen over vrouwen in bordelen. Het ging daarbij om verklikkers en om blokoudsten die in de barakken een schrikbewind uitoefenden om bij de bezetter in het gevlij te komen. Deze ‘behulpzame’ dan wel ‘prestatiegerichte’ gevangenen kregen een premiebiljet waarna ze twintig minuten samen konden zijn met een vrouw. In Mauthausen was dat voor het eerst mogelijk. Uit Ravensbrϋck waren vrouwen aangevoerd die daar zes tot acht maanden moesten werken. Daarna keerden ze terug om plaats te maken voor andere vrouwen. Na de ‘proef’ in Mauthausen kwamen in alle grote concentratiekampen bordelen.
Luizen in de soep
Naarmate de tijd verstreek, verslechterden de levensomstandigheden in Ravensbrϋck. Het aantal gevangenen nam toe tot 42.000 in 1943 en ondanks het feit dat het kamp na 1941 nog drie keer uitgebreid werd, was er onvoldoende ruimte. De gevangenen sliepen met z’n tweeёn of drieёn op een smerig matras en hadden slechts één deken om zich mee te bedekken. De waterleiding en de riolering waren vaak kapot en het kamp zag er, aldus een overlevende, uit als één grote mestvaalt. Het wemelde van het ongedierte en de luizen dreven in de soep. Veel vrouwen werden ziek en belandden in het hospitaal dat onder leiding stond van dr. Treite. Hij was er al snel van overtuigd dat een patiёnte ongeneeslijk ziek was en liet haar ‘op ziekentransport’ gaan. Dat betekende niets anders dan dat de zieke omgebracht werd.
Tienerkamp
Omdat het naburige kamp Sachsenhausen ook met ruimtegebrek kampte, bouwden gevangenen een mannenafdeling naast het vrouwenkamp. Het mannenkamp was een strafkamp. Van 1941 tot aan de bevrijding zaten hier 20.000 mannen, van wie de meesten omkwamen. Al snel bleek er onvoldoende plaats te zijn om de mannen te huisvesten en daarom werd het mannenkamp uitgebreid. De gevangenen hielpen de Duitse aannemers de uitbreiding van het concentratiekamp te realiseren. Ook bouwden zij in 1942 Uckermarck, een kamp voor meisjes van 16 tot 21 jaar die volgens nazibeginselen heropgevoed moesten worden. In het meisjeskamp liet de SS in januari 1945 een gaskamer bouwen waardoor het een vernietigingskamp werd. Zowel zieke tieners als vrouwen en kinderen uit Ravensbrϋck werden hier omgebracht.
Kinderen
In het kamp zaten honderden kinderen gevangen, samen met hun moeders. Zij stonden met hen op appèl en moesten toezien hoe hun moeders door SS-bewakers afgeranseld werden. Kinderen werden uitzonderlijk wreed behandeld. Ze gingen levend de verbrandingsovens in, werden levend begraven, gewurgd of vergiftigd. Baby’s die in het kamp ter wereld kwamen, mochten meestal niet blijven leven. SS’ers verdronken hen in aanwezigheid van hun moeder of legden hen in een aparte ruimte tot ze stierven. Nazi-artsen gebruikten jonge kinderen voor medische experimenten.
Het sadisme van de SS bleek overduidelijk tijdens een kerstdiner, toen de SS-leiding hongerige kinderen voor zich liet zingen. Na afloop van het diner trok de leiding zich terug en stak de barak in brand. De kinderen verbrandden levend.
Nederlandse vrouwen
In september 1944 arriveerden 652 Nederlandse vrouwen in Ravensbrϋck. Zij waren afkomstig uit kamp Vught dat door de Duitsers ontmanteld werd in verband met de opmars van de geallieerden. De vrouwen waren met 80 tegelijk in goederenwagons geduwd, waar slechts plaats was voor 40 personen. Zij kregen eten mee maar geen drinken. Doordat het benauwd was in de afgesloten goederenwagons vielen verschillende vrouwen flauw. Na een reis van drie dagen kwamen de vrouwen in het concentratiekamp aan.
In de overvolle barakken bleek geen plaats meer voor hen te zijn en daarom brachten ze de koude nachten buiten door. Veel vrouwen werden ziek en stierven.
Medische experimenten
Ook door het uitvoeren van medische experimenten kwamen veel vrouwen om. Vanaf juni 1942 gebruikten nazidokters gevangenen als proefkonijnen voor onder meer botamputaties en -transplantatie en sterilisaties. Regelmatig raakten vrouwen in het kamp zwanger en daarom wilde Himmler vrouwen die nog in staat waren om te werken laten steriliseren. Vooral Poolse vrouwen waren het slachtoffer van medische proeven. De artsen maakten wonden in hun benen om de beenwonden van soldaten na te bootsen. Veel vrouwen kwamen daarbij om.
’Krankzinnige’ vrouwen
Tientallen vrouwen stierven omdat de SS-leiding dacht dat zij krankzinnig waren en hen had opgesloten in een speciale barak. Zij zaten met soms wel 70 vrouwen in een ruimte van vier bij vier en een halve meter. Daarin zat één getralied raam, zonder glas, waardoor het er ’s winters ijskoud was. Dekens waren er niet en de meeste vrouwen droegen niets anders dan een hemd. Zij deden hun behoeften in een emmer die regelmatig omviel zodat ze in hun eigen uitwerpselen lagen. Het was een verschrikkelijke situatie voor de vrouwen waarvan de meesten niets mankeerden.
Bevrijding van het kamp
Toen in het voorjaar van 1945 de Sovjettroepen Duitsland naderden, ontstond er paniek bij de SS-leiding. Zij wilde niet dat er informatie over het concentratiekamp naar buiten kwam en liet in allerijl een provisorische gaskamer bouwen om zo veel mogelijk gevangenen om te brengen. Omdat de capaciteit niet groot was – per keer konden 150 tot 180 gevangenen vergast worden – stuurden de SS’ers in april 1945 24.500 gevangenen richting Mecklenburg. Tijdens deze beruchte dodenmars kwamen velen van hen om. Op 30 april kwamen de Sovjettroepen aan in Ravensbrϋck. Zij zorgden voor de ontruiming van het kamp en de verpleging van de zieken die achtergelaten waren.