Geschiedenis: Castratie was toegestaan ter ere van God
Paus Clemens VII verbood vrouwen om te zingen in kerkkoren en om op te treden in het theater. De hoge noten werden in de zeventiende en achttiende eeuw gezongen door op jonge leeftijd gecastreerde koorknapen. Succesvolle castraten zongen in het koor van de Sixtijnse kapel, of ze werden door het operapubliek bejubeld. Maar het succes had ook zijn schaduwzijde. De tragiek van de Italiaanse castraten mag niet onbesproken blijven.
De komst van de castraten
De Gregoriaanse muziek van de middeleeuwen was geen probleem voor mannenkelen. De kerkmuziek van de renaissance was echter wel een probleem. Jongenssopranen konden die kerkmuziek, met zijn complexe meerstemmigheid, nauwelijks leveren. Bovendien kregen talentvolle koorknapen op zeker moment de baard in de keel. Dit probleem werd enige tijd opgelost door Spaanse falsetto-zangers in kerkkoren te laten zingen. Die beschikten over een hoge kopstem die het mogelijk maakte om vloeiend het bereik van alt en sopraan te laten horen. De Spaanse falsetto-zangers werden vanaf eind zestiende eeuw vervangen door castraten. In de Sixtijnse kapel verschenen de eerste Italiaanse castraten in 1599, onder protest van de Spaanse zangers. Begrijpelijk, want hun broodwinning werd bedreigd. 25 jaar later verdween de laatste falsetto-zanger uit de Sixtijnse kapel (de laatste castraat, Allessandro-Moreshi, zou er tot 1913 blijven zingen). Het aantal castraten in kerkkoren nam snel toe.. Eind achttiende eeuw hadden alleen al kerken in Rome ruim 200 castraten in dienst. Castraten zongen vanaf het begin van de zeventiende eeuw ook in opera's, in voor castraten geschreven rollen.
Castratie om de hoge zangstem te behouden
Na castratie daalt het strottenhoofd niet in en behoudt daardoor zijn soepelheid en vorm.Talentvolle koorknapen werden daarom op jonge leeftijd (tussen zeven en twaalf jaar oud) ontdaan van hun zaadstrengen en testikels. Een gangbare methode was de 'badcastratie', het in een lauwwarm bad zetten van de toekomstige castraatzanger. Het lauwwarme bad maakte het zaakje een beetje soepel. De verdoving geschiedde op provisorische wijze, door het dichtdrukken van de halsslagader of met opiaten. Vervolgens maakte men een snee in de lies, waar de zaadstengen en testikels doorheen werden getrokken, en vervolgens werden afgesneden. Als de toekomstige castraatzanger de operatie overleefde, wat lang niet altijd het geval was, wachtte hem mogelijk een glansrijke carrière. Ook dat was lang niet altijd zeker, want de jarenlange opleiding aan een conservatorium, waar hun ademhaling werd getraind en het gezang van vogels werd bestudeerd en nagebootst, vereiste meer discipline dan menigeen kon opbrengen. Bovendien kon de stem in de loop der jaren minder worden. De vele mislukte leerlingen verdienden later, als ze geluk hadden, de kost als priester of door verdienstelijk een muziekinstrument te bespelen. Anderen begonnen affaires met aanzienlijke dames, die uit verveling en nieuwsgierigheid het avontuur zochten.
Andere gevolgen van de castratie
De castraat behield niet alleen zijn hoge zangstem. Omdat de castraat was ontmand kon hij niet zorgen voor nageslacht. Hij kreeg meer hoofdhaar, terwijl baardhaar ontbrak. Hun huid was zacht en vrijwel onbehaard. De borstkas ontwikkelde zich sterk. De castraat was lang en slank (op latere leeftijd doorgaans dik) en hij had een wonderlijke motoriek. Bovendien zwollen bij sommige castraten de borsten, waardoor hun uiterlijk bedrieglijk vrouwelijk werd.
De hypocriete houding van de kerk
De apostel Paulus liet in zijn geschriften onder andere het advies na om vrouwen in de kerkelijke eredienst te laten zwijgen. In 1 Corinthiers 14:23 staat geschreven: 'Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen tijdens de dienst zwijgen en is het hun niet vergund om te spreken.' Het lijkt dus vanzelfsprekend dat de hoge noten door mannen moesten worden gezongen. Elders in de bijbel staat echter: 'Hij die door kneuzing is ontmand of wiens lid is afgesneden, zal niet in de gemeente der Heren komen.' (Deuteronium 25:1). Om die reden werd castratie door de kerk expliciet verboden, en werden daders met de verdoemenis en excommunicatie (uitsluiting van het ontvangen van de sacramenten) gedreigd. Desalniettemin gaf paus Clemens VII toestemming tot castratie, mits dat gebeurde ter ere van God. Bovendien moest de jongen er zelf om vragen (van vrijwilligheid was overigens doorgaans geen sprake, want deze jongen waren vaak afkomstig uit arme gezinnen, die hoopten op die manier wat bij te verdienen). Paus Clemens VII verleende ook toestemming om castraten te laten zingen in het koor van de Sixtijnse kapel. Pas in 1902 werd castraten de toegang tot de Sixtijnse kapel ontzegd door paus Leo XIII. Allessandro Moreshi, de laatste castraatzanger in de Sixtijnse kapel, mocht er desondanks nog tot 1913 blijven zingen.
Castraten als prima donna's in Italiaanse opera's
Castraten zongen niet alleen in het kerkkoor. Ze traden vanaf het begin van de zeventiende eeuw ook op in opera's. De opera was begin zeventiende eeuw zeer populair. Castraten zongen vrouwenrollen, ook omdat de paus vrouwen verboden had om in het theater op te treden. De populariteit van castraten was te vergelijken met die van de popsterren van nu. Ze maakten ook tournees door Europa, met optredens in steden als Londen, Stockholm, Moskou en Wenen. Door hun strenge opleiding overtroffen veel castraten de echte (vrouwelijke) sopranen. Met hun fabelachtige techniek haalden ze niet zelden drie octaven. Toen aan het einde van de achttiende eeuw vrouwen weer mochten optreden in het theater, en de bizarre praktijk van de castratie steeds meer werd gehekeld, kwam er een einde aan het optreden van castraten in de opera. In de negentiende eeuw werden vrouwen- en mannenrollen in de opera streng gescheiden.
Het offer van de castratie voor het kerkkoor (ter ere van God) en voor de Italiaanse opera. Het blijft, ook nu duidelijk is waarom het gebeurde, een bizar fenomeen.