Zodenhuis van Firdgum in het noorden van Friesland
In Firdgum, in het noorden van Friesland, is een vroeg middeleeuws zodenhuis gebouwd. De boerderij heeft wanden van opgestapelde kleizoden en vormt een extra attractie bij het Yeb Hettinga Museum in het dorp. Het huis stortte eind 2013 in na een hevige storm en veel regen. Het was niet de wind maar het regenwater dat het dak deed instorten. Het was een leerzame ervaring die werd verwerkt in de herbouw. Het zodenhuis staat weer en is te bezoeken. Daniël Postma was betrokken bij de bouw en de reconstructie is een wetenschappelijk experiment.
Mens en dier onder één dak
Firdgum
Firdgum is een gehucht tegen de waddendijk aan, tussen Tzummarum en Minnertsga, behorende bij de gemeente Franekeradeel. Er wonen enkele tientallen mensen rondom een eeuwenoude en vermaarde kerktoren. Het is een 13e-eeuwse toren die is blijven staan, terwijl de bouwvallig geworden kerk in de 18e eeuw is afgebroken. De toren heeft een klok die uit het jaar 1471 dateert. In het oude schoolgebouw van het dorp is een museum gevestigd en naast het museum staat het beroemde zodenhuis van Firdgum.
Het zodenhuis in Friesland
Vrijwilligers en experts bouwden in 2012 en 2013 het zodenhuis, een boerderij met wanden van gestapelde zoden zoals die in de vroege middeleeuwen in de regio gestaan moet hebben. Archeoloog Daniël Postma wilde testen of muren van zoden sterk genoeg zijn om een dak te dragen. Dat bleek in eerste instantie niet het geval. In november 2013 stortte het huis grotendeels in. Het werd een onderdeel van de studie naar de (her)bouw. De overblijfselen werden geïnspecteerd om te achterhalen wat de oorzaak was van de instorting en het bleek dat bij een van de deuropeningen de zoden wand was ingewaterd. Niet de harde wind, maar het water had de wand doen instorten. In de maanden daarna werd het zodenhuis met een iets andere constructie weer opgebouwd.
Het boek Het zodenhuis van Firdgum
Daniël Postma (1983) studeerde Pre- en Protohistorie van Noordwest-Europa aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij bestudeerde de vroegmiddeleeuwse bouwtraditie van het Noord-Nederlandse kustgebied en schreef een boek over het zodenhuis van Firdgum. Het boek beschrijft het Fries-Groningse kustgebied, dat een van de rijkste archeologische landschappen van Nederland vormt. Zodra de boeren het land gaan bewerken zie je mensen met metaaldetectoren over het land gaan, op zoek naar vondsten uit de bodem. Op de vruchtbare kweldergebieden was het vroeger al goed boeren, al moesten de bewoners hun goed en have wel beschermen door op terpen en wierden te gaan bouwen. In die woonheuvels is ook veel archeologisch materiaal aangetroffen.
Woonheuvels in Friesland
De manier van wonen op woonheuvels en de architectuur zijn sterk beïnvloed door de zee. De vroeg middeleeuwse boerderijen werden opgetrokken met dikke muren van gestapelde kleizoden van de kleiige graslanden. De zoden werden ook benut voor dijken, en waterputten.
Terpen en wierden
In de Friese terpen en hun Groningse evenknie, de wierden, zijn resten gevonden van zodenhuizen. Soms werden zelfs restanten gevonden van zodenmuren van nog 70 centimeter hoog, keurig geconserveerd in de terp. Aan die restanten is te zien dan er geen gebruik werd gemaakt van dragende palen. Hoe de dakconstructie er destijds uitzag was een raadsel dat ontrafeld kan worden door het experiment van het zodenhuis bij Firdgum. Postma is overtuigd dat de zodenwanden vroeger sterk genoeg waren om het dak te kunnen dragen, maar na instorting van het zodenhuis was een herbouw op die manier geen optie. Het huis is open voor bezoekers en moet honderd procent veilig zijn. Daarom werden stevige houten palen geslagen waar het nieuwe dak van het voorhuis op rust.
Stal
De stal, waar het publiek niet kan komen, heeft wel dakdragende zoden wanden gehouden. De nieuwe dakconstructie is geïnspireerd op de bouw in Schotland dat cuppill-bouw wordt genoemd. De eerste versie van het zodenhuis had een puntdak en na herbouw heeft het dak een iets gebogen vorm gekregen. Het dak kreeg een rietbedekking. Postma had liever met roggestro gewerkt, maar dat lukte niet vanwege praktische problemen. Het dak kreeg rietbedekking. Riet past eigenlijk niet, want het groeide niet in het zoute, vroegmiddeleeuwse kustlandschap.
Vroegmiddeleeuwse boerderijbouw
Het boek over de zodenhuis is de eerste uitgave van het Terpencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen. Uit de archeologische vondsten was nauwkeurig te herleiden hoe de zodenmuren opgetrokken werden. Achterhaald kon worden dat de Noord-Nederlandse boerderijen in de vroege middeleeuwen duurzamer gebouwd werden dan we dachten. Er werd gebruik gemaakt van de materialen die voorhanden waren en met deze natuurlijke bouwmaterialen en stabiele houtconstructies werd een stevig en duurzaam huis gebouwd. Het ontwerp van de oude boerderij dateert uit 700 n. Chr. De boerderij bevat stalboxen met een mestgoot en een gangpad.
Bron: Persbureau Ameland Bron: Persbureau Ameland Bron: Persbureau Ameland
Het boek over het zodenhuis
Postma doet in zijn boek uitgebreid verslag van het ontwerp- en bouwproces. Hij presenteert er een geheel nieuwe visie op de bouwkundige ontwikkeling van de Noord-Nederlandse boerderij mee. Het boek is rijk geïllustreerde en toegankelijk geschreven en bevat onder meer aanbevelingen voor toekomstig archeologische nederzettingsonderzoek.
Het zodenhuis van Firdgum
Middeleeuwse boerderijbouw in het Friese kustgebied tussen 400 en 1300
- Auteur: Daniël Postma
- Uitgever: De Vrije Uitgevers
- ISBN 9789491431951
- Prijs: € 24,95
Yeb Hettinga Museum
In Firdgum staat ook het Yeb Hettinga Museum, ingericht in het oude schoolgebouw van het dorp. Dit museum bouwde met vrijwilligers de reconstructie van het zodenhuis in samenwerking met de RUG en Daniël Postma. Het zodenhuis is voor het Yeb Hettinga Museum een extra, leerzame attractie. Scholen, verenigingen en particuliere bezoekers kunnen zien hoe de bewoners eeuwen geleden bouwden en woonden.
Het museum zelf is een schoolgebouw vol met vondsten uit de buurt, verzameld door oprichter Yeb Hettinga. Er zijn archeologische vondsten en attributen uit de landbouwhistorie van Noord Friesland te vinden. Het is geen opgepoetst museum maar een verzameling van bijzondere vondsten die zeer de moeite waard is.
Bron: Persbureau Ameland Bron: Persbureau Ameland
Yeb Hettinga
Yeb Hettinga (1938-1999) was een reislustige man. Hij ging na de oorlog naar Amerika, het land van de onbegrensde mogelijkheden en verdiende er zijn brood door huis aan huis boeken te verkopen en schilderwerkzaamheden te verrichten. Hij keerde terug naar Nederland en kocht uiteindelijk in 1986 Camstra State in Firdgum. Met een dorpsgenoot ging hij met een metaaldetector het land op en vond van alles, onder meer munten, middeleeuwse kledinghaakjes en Romeinse mantelspelden. Ook verzamelde hij oude landbouwwerktuigen en maakte hij van een deel van zijn boerderij een museumpje. De voorwerpen die hij toen heeft gevonden en verzameld zijn te zien in de school, in het museum dat nu zijn naam draagt. In 1999 verdween Yeb Hettinga tijdens een vakantie. Waarschijnlijk is hij verdronken. Familie en vrijwilligers zetten zijn werk voort.
Inspiratie
Het zodenhuis wordt gevolgd door eigentijdse bouwkundigen. Zoden en strobalen lijken een ideale manier om duurzame en geïsoleerde huizen te bouwen.
Lees verder