De Stemberg, hunebed D13 bij Eext (de Eexter grafkelder)
Ten zuiden van het Drentse dorp Eext ligt het hunebed D13. Dit megalithische monument staat ook wel bekend als ‘de Eexter grafkelder’. Een andere bijnaam van dit hunebed is ‘de Stemberg’. Volgens een volksverhaal zou de persoon die rond het jaar 1735 dit hunebed ontdekte, gedacht hebben dat hij stemmen hoorde uit de grafkelder. Hij zou toen op de vlucht zijn geslagen, in de veronderstelling dat het daar spookte.
Oorsprong en ontwerp
Qua uiterlijk wijkt dit hunebed af van de andere hunebedden die in Nederland zijn gevonden. Hunebed D13 had aan de zuidkant van oorsprong een trap van vier treden, wat de enige ingang was om deze grafkelder (gebukt) te betreden. Van dit type megalithische monumenten, het zogenaamde 'trapgraf', zijn wel enkele andere voorbeelden in Duitsland gevonden, maar niet één in Nederland. Vergeleken met andere Nederlandse hunebedden zijn de stenen in de grafkelder van D13 oorspronkelijk opvallend dicht bij elkaar geplaatst, wat eveneens op een ander type bouwontwerp lijkt te duiden.
Dekheuvel
Wat deze grafkelder vooral uniek en zeer interessant maakt, is dat dit het enige Nederlandse hunebed is, dat nog in zijn oorspronkelijke dekheuvel ligt. Een ander voorbeeld van een hunebed dat (deels) in een dekheuvel ligt is de beroemde
Papeloze Kerk, maar die dekheuvel is pas in de 20e eeuw kunstmatig aangebracht, door
A.E. van Giffen, om educatieve en toeristische redenen.
Bouwers
Het hunebed de Stemberg is, net als de andere Nederlandse hunebedden, waarschijnlijk gebouwd door de trechterbekercultuur. Die cultuur bestond van circa 4350 tot circa 2700 voor Christus. Mede omdat het ontwerp van de Stemberg enigszins afwijkt van de ontwerpen van overige Nederlandse hunebedden, is het mogelijk in een iets latere periode gebouwd dan die andere megalithische monumenten. Volgens onderzoekers is het hunebed waarschijnlijk in drie fasen aangelegd, waarbij de derde (en voltooiende) fase van de bouw plaatsvond in het Laat-Neolithicum (circa 2850-2000 voor Christus). De codenaam van dit hunebed is D13. De D in deze code betekent dat het hunebed zich in Drenthe bevindt.
Feiten over hunebed D13
Hoe ziet het hunebed de Stemberg er in de 21e eeuw uit? Het hunebed ligt op een dekheuvel met een diameter van circa 30 meter. Het hunebed heeft zes grote zijstenen (aan beide kanten drie stenen). Het heeft een breedte van 3,2 meter en een lengte van 4,3 meter. Oorspronkelijk had dit hunebed drie grote dekstenen. Die waren echter verdwenen (mogelijk omdat ze door stenenrovers voor andere bouwdoeleinden zijn gebruikt). Eén van de dekstenen is echter in 1976 teruggevonden in de grond, toen men in het centrum van Eext bezig was met het graven van een rioolsleuf. Later dat jaar is deze steen weer op de draagstenen geplaatst. De stenen van de oorspronkelijke trap, die dit hunebed mede zo uniek maakten, zijn helaas verdwenen.
De (her)ontdekking: oorsprong van de naam Stemberg
Het stenen plafond van de Stemberg werd waarschijnlijk oorspronkelijk gevormd door drie grote, relatief platte stenen, die vervolgens door aarde bedekt waren. Waarschijnlijk heeft dit hunebed daardoor vele eeuwen (of zelfs duizenden jaren) onder de grond verscholen gelegen. Pas in de 18e eeuw werd het herontdekt.
Het verhaal gaat dat rond het jaar 1735 een 'een zeker landman, met een puntyzer naer steenen zoekende zyn geluk ook op dit bergje beproefde.' Met zijn 'puntyzer' zou hij toen mogelijk op een deksteen (het dak) van de grafkelder hebben getikt. Hij zou toen enorm geschrokken zijn van het holle geluid dat hij hoorde; hij dacht dat er stemmen uit de grond kwamen. De landman zou zich toen naar huis hebben gehaast en verteld hebben dat het op dat bergje spookte.
Etymologie
Aan die bovenstaande anekdote zou deze plek de naam 'Stemberg' danken. Het is echter twijfelachtig of deze anekdotische etymologie wel klopt. Het is volgens onderzoekers waarschijnlijker dat dit hunebed oorspronkelijk 'Steenberg' werd genoemd en dat dit in de loop der tijd is verbasterd tot 'Stemberg'.
Van Lier: Oudheidkundige brieven
In het jaar 1756 zou dit hunebed deels zijn uitgegraven en vernield door stenenrovers. Vervolgens besloot Johannes van Lier (1726-1799), een wetenschapper die in deze periode een Gedeputeerde van Drenthe was, om zich over dit grafmonument te ontfermen. Hij onderzocht het en herstelde het grotendeels. Bij zijn onderzoek deed hij veel interessante ontdekkingen; hij vond onder meer potten met verbrande botten. Van Lier schreef uitgebreid over zijn ontdekkingen in het boek 'Oudheidkundige brieven', dat in 1760 verscheen. Dit onderzoeksverslag wordt beschouwd als de oudste wetenschappelijke monografie over een Nederlandse hunebed.
Lukis, Dryden en Van Giffen
Ook in 1878 kwamen twee befaamde Engelse oudheidkundigen naar Nederland om onderzoek te doen naar de hunebedden: William Collings Lukis en sir Henry Dryden. Ze onderzochten onder meer de Eexter grafkelder. Diverse archeologische vondsten van Lukis en Dryden uit de Eexter grafkelder zouden later terechtkomen in het British Museum. In 1927 werd de Stemberg wederom uitgebreid onderzocht, ditmaal door de Nederlandse archeoloog
Albert van Giffen.
Locatie en adres van hunebed D13 te Eext
Het hunebed D13 (De Stemberg) ligt net ten zuiden van het dorp Eext. Het bevindt zich bij de Jan Oostingweg, aan de westkant van de stationsstraat. Eext is een dorp dat anno 2020 circa 1400 inwoners telt. Het bevindt zich op de Hondsrug, nabij het dorp Gieten. Het ligt in de provincie Drenthe en in de gemeente Aa en Hunze.