St. Jacob van Nisibis en de zoektocht naar de Ark van Noach
Sint Jacob van Nisibis was een bisschop in de vierde eeuw na Christus. In oude legendes wordt verteld over zijn zoektocht naar overblijfselen van de Ark van Noach. Uiteindelijk zou hij op wonderbaarlijke wijze daadwerkelijk een stuk hout van die ark hebben verkregen. Dit mythische relikwie wordt bewaard in de Etsjmiadzin Kathedraal in Armenië.
Sint Jacob van Nisibis
Jacob werd geboren in de stad Nisibis. In z'n jeugd hield hij al van eenzaamheid. Hij besloot monnik te worden. Jarenlang leefde hij als kluizenaar in de bergen rond Nisibis, op de grenzen van het Perzische en Romeinse Rijk. Zijn bestaan was in die tijd zeer ascetisch. Hij leefde in de open lucht; hij had geen huis of hut. Jacob voedde zich met de vruchten en groenten die hij in de vrije natuur vond. Zijn kleding was gemaakt van geitenhuid. Men vertelde dat hij jarenlang, dolend door het berglandschap, zijn dagen vooral vulde met het voeren van gesprekken met God. Deze kluizenaarsperiode zou begonnen zijn rond het jaar 280 na christus.
Bisschop
In de periode van 305 tot 311 waren er in de regio rond Nisibis veel christenvervolgingen. Jacob verscheen in die tijd juist weer vaker in de bewoonde wereld en durfde het aan om, ondanks de vervolgingen, het fel voor het christendom op te nemen. Mede daarom werd hij in het jaar 308 (of 309) benoemd tot bisschop van Nisibis. Hij bleef dat tot aan zijn dood (in het jaar 338). Na zijn dood gingen er allerlei wonderverhalen over hem rond. Jacob werd ook officieel heiligverklaard.
Legende: de oplichters en de levende dode
In een legende wordt verteld dat Sint Jacob ooit een groep mannen tegenkwam, die op een draagbaar iemand meedroegen, die zogenaamd dood zou zijn. De mannen beweerden tegen iedereen die zij ontmoetten, dat zij geld inzamelden voor de begrafenis van deze 'dode'. Ook van Sint Jacob probeerden ze via die truc geld te krijgen. Jacob had hen echter door en verkondigde dat de groep mannen vervloekt zou worden, als ze deze praktijken voort zouden zetten. De mannen reageerden boos en liepen vervolgens snel voort men hun draagbaar.
Na een tijdje merkten ze echter dat de man die de hele dag geacteerd had dat hij dood was, tot hun totale verbijstering daadwerkelijk was overleden. De oplichters schrokken zich rot en keerden terug naar Sint Jacob. Ze vroegen hem of God hen deze oplichterstruc kon vergeven. Na veel gebed en boetedoening bleek dat inderdaad te lukken: de 'dode' op de draagbaar kwam weer tot leven.
Zoektocht naar de Ark van Noach
De beroemdste legende over Sint Jacob van Nisibis gaat over zijn zoektocht naar het wrak van de Ark van Noach. Volgens sommige versies van dit verhaal deed hij dit op de berg Ararat, volgens andere versies vond zijn zoektocht plaats op de Al-Djoedie. Gedurende zijn tocht had hij alleen een staf bij zich en een zak met gedroogde abrikozen.
Tijdens zijn beklimming nam hij rust door in een klif de beschutting op te zoeken en daar te gaan slapen. Maar wat gebeurde er? Als hij op de berg in een klif in slaap was gevallen, werd hij vervolgens op een plek helemaal onderaan de berg weer wakker. Onverschrokken begon hij dan helemaal opnieuw aan de beklimming. Na een hele dag klimmen zocht hij vervolgens weer een schuilplaats op de berg om te rusten. En ja, dan viel hij weer in slaap en werd hij vervolgens de volgende ochtend weer helemaal beneden wakker.
Droom
Keer op keer bleef dit gebeuren. Uiteindelijk verscheen er in een droom een engel aan hem. Die vertelde aan Jacob van Nisibis dat hij zijn missie naar de top van de berg nooit zou kunnen voltooien. De eeuwige sneeuw bovenop de berg was verboden gebied voor stervelingen. Als troost en beloning voor zijn inspanningen, zou hij echter een stuk hout krijgen, dat een overblijfsel was van het wrak van de Ark van Noach. En ja, toen Sint Jacob van Nisibis wakker werd, lag er inderdaad een stuk hout tussen zijn spullen.
Relikwie van de Ark van Noach in Armenië
Het stuk hout dat een onderdeel zou zijn van het wrak van de Ark van Noach, wordt sinds vele eeuwen bewaard in de Kathedraal van Etsjmiadzin (Armenië). Ook bevindt zich daar een zilveren afgietsel van de vingertoppen van Sint Jacob, aangezien dit immers de vingers zouden zijn van de eerste persoon die, na Noach en z'n gezin, een onderdeel van de ark mocht aanraken.
Kathedraal van Etsjmiadzin
De Kathedraal van Etsjmiadzin wordt beschouwd als de 'oudste kathedraal ter wereld'. Het is de hoofdkerk (moederkerk) van de Armeense katholieke kerk. Behalve het overblijfsel van de ark van Noach, bezit deze kathedraal nog diverse andere beroemde relieken, waaronder de 'Heilige Lans'. Dit is de lanspunt (of speerpunt) waarvan beweerd wordt dat hiermee een Romeinse soldaat Jezus in zijn zij stak, toen die aan het kruis te Golgotha hing.
Andere namen voor Sint Jacob van Nisibis
In de meeste westerse bronnen noemt men de heilige arkzoeker Sint Jacob van Nisibis. In andere bronnen noemt men hem echter onder meer Sint Hagob en Sint James. Een andere Westerse schrijfwijze van de stad Nisibis is 'Nusaybin'. Een bijnaam van Sint Jacob is de 'Mozes van Mesopotamië'.
Het elfde gebod: zoek de Ark van Noach niet
Voor veel mensen in Armenië betekende het verhaal van Sint Jacob eeuwenlang dat het christendom eigenlijk geen tien, maar elf geboden heeft. Het elfde gebod luidt: beklim niet de top van de berg waarop de Ark van Noach ligt. Dat is heilig gebied, waarop stervelingen niet welkom zijn.
'Arkeologen': zoekers naar overblijfselen van de Ark
In latere eeuwen heeft dat verhaal echter veel onderzoekers er niet van weerhouden om toch op zoek te gaan op onder meer de Ararat en de Al-Djoedie, naar overblijfselen van de ark. Een bijnaam van dergelijke, vaak zeer fundamentalistisch gelovige christenen, is 'arkeologen', wat een samentrekking is van de woorden 'ark' en 'archeologen'.