Wilde bertram, oude glorie
Er zijn zo van die planten, die in vergetelheid een rustig leven leiden. Onopvallend, omdat ze niet gebruikt worden of omdat ze niet zeldzaam genoeg zijn, om eventueel beschermd te worden. Maar als je dan oude kruidenboeken bestudeerd, ontdek je dat sommige van die planten in het verleden een ongelooflijke reputatie gehad hebben. Zo'n een plant is de Wilde bertram.
Wie was Bertram en hoe wild was hij of het?
De naam is mogelijk afkomstig van de mythische figuur Perchta, leidster van het 'wilde heir', een groep van ongedoopte kinderzielen, die zij begeleidde op hun dooltochten. Alleen is het niet duidelijk wat deze wijze vrouw met de plant te maken had.
Onze bertramnaam kan ook een verbastering zijn van de Middeleeuwse naam voor deze plant 'piretrum'.
Een derde, realistische mogelijkheid is, dat het uit het Oud-Duitse woord 'berchtram' ontstaan is, wat vuurwortel betekent. De wortel smaakt scherp zoals Jan Yperman in 1310 al vertelde 'die wortel is lanck, ende brandende op den tonghe'. Hij werd dan ook tegen tandpijn ingezet, als ontsmettend en pijnstillend middel maar ook om te gebruiken vooraleer je naar de tandarts gaat,'piretrum' in azijn getrokken,
ende gestreken tussen de tanden ende het tandvlees, dit doet de tant so wankelen dat hi goet is uit te halen'.
Dodoens over tandkruid
Dodoens zegt ' tegen de killende tanden, die van de te onmatighe kouwe veroorzaect zijn' Hij noemt het dan ook tantcruyt'. En zelfs wilde dragon, mogelijk omwille van de vorm van het blad.
Die bloemen van desen cruyde voor die nuese ghehouwen ende gheroken doen niesen ende daer om heet dit cruyt Ptarmice ende Sternutamentaria, dat es Niescruyt. En volgens Dodoens is Wilde bertram ook goed tegen blauwe plekken en kneuzingen. Hij zegt dat '
die bladeren gruen ghestooten verdrijven die blauw gheslaghen ghevallen oft ghestooten plecken ende doen dat gheronnen bloet sceyden/ op die plaetse die ghequetst es'.
Dit heel cruyt es van smaecke scerp ende bytende/ den Bertram volnaer van smaecke gelijck ende daer omme worddet oock wilden Bertram gheheeten. Dodoens maakt dus een onderscheid tussen Bertram, Anacyclus pyrethrum en Wilde bertram Achillea ptarmica. Deze 2 planten worden blijkbaar wel eens verward, zo worden ze allebei door Zorn in Artsenijgewassen kwijlwortel genoemd, Hij schrijft '
Het verwekt zo het gekauwd word, kwijling en werd uit dien hoofde bij kiespijn voorgeschreven en van Boerhaven om die reden bij slijmerige keelziektes gebruikt'. De grote geneesheer Boerhave heeft het dus ook gebruikt..
Achillea ptarmica
De Latijnse naam Achillea ptarmica, van het Griekse ptarmusthai en van ptarmos, verwijst weer naar de niesverwekkende werking. Ook de Engelse naam Sneezewort, sneezeweed geeft hezelfde neusprikkeld effect aan en de Franse naam, Achillée sternutatoire verwijst naar zijn gebruik als snuifmiddel, als sternutatorium, zoals dat deftig in de apothekersboeken vermeld werd.
Uit de geschiedenis kennen we dus vooral 2 medicinale werkingen van Wilde bertram: pijnstillend, verdovend bij tandontstekingen en als snuifpoeder slijmoplossend en slijmuitscheidend.
Hedendaags
Wilde bertram wordt nu niet meer gebruikt, maar zijn prikkelend en verdovend effect is in de praktijk genoeg bewezen, deze werking doet mij sterk denken aan het effect van Rode zonnehoed bij tandontstekingen. Deze Echinacea purpurea is ook botanisch nauw verwant aan Achillea ptarmica. Zou onze Wilde bertram dezelfde ontstekingswerende en immuunversterkende werking kunnen hebben?
Nog namen
Dodoens: Ptarmice, Pyrethrum sylvestre, Sternutamentaria, wilden Bertram
De meeste naamvergelijkingen zijn gemaakt met Duizendblad, die tot het zelfde geslacht behoort. Namen als Moerasduizendblad, omdat het vooral op vochtige plaatsen groeit of smalbladig Achilleskruid en Wilde gerve.
Andere volksnamen verwijzen naar de bloemwijze: knopjes, witte knop en in het Frans 'bouton d' argent'.
Voor verdere studie
- Les polyphenols d’Achillea ptarmica L. (Composees) Author: Perrin, E. Pinkas, M. Torck, M. Plantes medicinales et phytotherapie Plant Med Phytother July 1974, 8 (3) p. 188-192.
- Essential oils of Achillea ptarmica.Author(s): Kuropka, G.Neugebauer, M.Glombitza, K.W.
- Planta medica. Plant Med Oct 1991. v. 57 (5)
- Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen - 1796 Tweede deel - Johannes Zorn bewerkt door M.Houttuyn.