De geschiedenis van Donald Duck
Je zou het niet zeggen, maar hij is al vijfenzeventig jaar. Althans op papier, want voor de liefhebbers van ’s-werelds populairste eend blijft hij eeuwig jong.
Op 9 juni 1934 maakte Donald Duck zijn debuut in een bijrol in de Disney-animatiefilm ‘The Wise Little Hen’ (de kleine wijze hen)’. Donald had slechts een bescheiden rol in deze film: hij had slechts een zin tekst in de hele film. Wel heeft hij aan dit optreden zijn matrozenpak te danken. Donald woonde op een woonboot en was vooral erg lui. Hij had zogenaamde buikpijn om maar niet te hoeven werken. Als het eten wordt geserveerd is de buikpijn plotseling over. Voor straf kreeg Donald niets. Dat maakte hem zo kwaad dat hij luidkeels begon te snateren. En juist dat snateren en de woede werd zijn kenmerk. De brutale eend werd populairder dan zijn mede-tekenfilmkarakters.
Opvliegend
Het was dan ook niet verwonderlijk dat de eigenwijze eend een jaar later zijn eigen film kreeg: ‘Orphan’s benefit’, waarin Donalds opvliegende karakter blijkt. De wereld omarmde hem direct. Donald Duck acteerde uiteindelijk in meer dan 170 films en bracht veel geld in het laatje voor bedenker Walt Disney. Zijn opvallende karaktereigenschappen waren bedacht door de Amerikaan Carl Barks, die Donald Duck decennia lang voor het Disneyconcern heeft getekend. Barks overleed in 2000.
De eerste krantenstrip met Donald Duck verscheen in 1938. Als een van de bekendste inwoners van Duckstad hebben we hem leren kennen vanwege zijn tomeloze energie, zijn opvliegende aard, en als de eeuwige verliezer. In werkelijkheid staat Donald Duck model voor de puber, die de zware last op zijn schouders gelegd krijgt om te zorgen voor zijn jonge neefjes Kwik, Kwek en Kwak. In de Verenigde Staten van Amerika heten deze jongens overigens Huey, Louie en Dewey. Al zijn vindingrijkheid moet hij aan de dag leggen om dat aan te kunnen. De neefjes zijn overigens de zoontjes van Donalds zus Dumbella. In eerste instantie vroeg zij haar broer om een weekje op de neefjes te passen. Dat weekje werd een eeuwigheid: ze zijn altijd bij Donald gebleven. En dan zijn daar ook nog die vervelende Guus Geluk, de norse en gierige oom Dagobert en het eeuwige liefje Katrien.
Duckstad
Dertig jaar lang werden de verhalen geschreven door Bob Karp en de tekeningen gemaakt door Al Taliaferro. Later volgden de stripboekjes op goedkoop papier, met Carl Barks als de bekendste tekenaar en verhalenschrijver. Hij bedacht Duckstad, De Zware Jongens, maar ook Willie Wortel en Guus Geluk, zijn eeuwige rivaal.
Donald Duck speelt als motief in de kunst is een belangrijk onderdeel. Bekende kunstenaars (die overigens nooit voor Disney werkten) laten zich door Donald Duck inspireren. Zoals de uit Finland afkomstige kunstenaar Kaj Stenvall en de Oostenrijkse kunstenaar Gottfried Helnwein. Donald was ook populair bij de militairen die in de Tweede Wereldoorlog vochten. Veel vliegtuigen en ander oorlogsmateriaal hadden vignetten of tekeningen van de bevlogen eend. Donald heeft ook sinds 1984 zijn eigen voetafdruk in de Walk of Fame.
Weekblad
Donald heeft zijn eigen blad: de Donald Duck. In 1952 werd het voor het eerst in Nederland uitgebracht. In de beginjaren werden hierin vooral de in de Verenigde Staten talloze aanwezige Donald strips gebruikt. Toen de voorraad begon te slinken, werden ook ‘eigen’’ strips gemaakt. Vergelijkbaar ging het in andere landen waar het blad werd uitgebracht. De Nederlandse Donald Duck is niet alleen populair bij kinderen. Een onderzoek naar aanleiding van zijn vijfenzeventigste verjaardag toonde aan dat Donald Duck het meest gelezen blad is bij…studenten.
© 2009 - 2024 Enroute, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Donald Duck pocketsDe Donald Duck pockets kennen een grote populariteit in Nederland. De allereerste pocket 'Donald en de zebra-mossel' uit…
Orval en zijn kruidenmuseumHet moet zowat 24 jaar geleden geweest zijn dat ik de abdij van Orval bezocht. Het enige wat ik mij nog herinnerde was d…