Babylonische kalender en tijdrekening
De Babylonische kalender en tijdrekening zouden de meest dominante worden in het Midden-Oosten van voor onze jaartelling. In de Oudheid bestond er onder de Mesopotamische volken nog niet dezelfde uniformiteit over datum en tijd als wij tegenwoordig kennen, maar de Babyloniërs verwierven zoveel invloed dat hun kalender de meest courante werd. Opvallend is dat de tijdrekening waarmee de dag werd ingedeeld al verrassend nauwkeurig was, maar dat het concept 'week' nog ontbrak.
Artikelindeling (interne links)
Verspreiding van de Babylonische kalender
De dominantie van de Babylonische cultuur kreeg in de 18de eeuw v. Chr. vorm door de vele veroveringen van koning Hammurabi. Het Akkadisch, de plaatselijke taal, en de Babylonische variant van het spijkerschrift vedrongen het Sumerisch als belangrijkste internationale communicatiemiddel. Babylonische schrijvers verspreidden zich op last van Hammurabi door het hele Nabije Oosten om hun taal en cultuur als schrijver, leraar en/of vertaler over te dragen. Zij namen hun kalender, dagindeling en tijdsrekening overal mee naar toe. Waarschijnlijk werd de Babylonische kalender daarmee de eerste wijd verbreidde kalender.
Een lunisolaire kalender
De Babylonische kalender was een zogeheten
'lunisolaire' kalender, waarbij astronomische verschijnselen rondom zowel de zon als de maan van invloed waren op de samenstelling van de kalender. Zo werd bijvoorbeeld ook de Hebreeuwse kalender samengesteld.
Het Babylonische jaar draaide enerzijds om agrarische planning en anderzijds om allerlei religieuze feesten en rituelen. Voor beide zaken waren astronomische verschijnselen van groot belang. Dat leidde tot een grote kennis van de beweging van de hemellichamen en een beroemde Babylonische sterrenkunde. (Lees
hier meer over de Babylonische/Mesopotamische sterrenkunde).
Met behulp van die kennis werd een kalender opgebouwd rondom de bewegingen van de zon en de maan. Zo ontstond bijvoorbeeld het idee van een
'maand', wat een periode was die gelijk stond aan een maancyclus. De zon had vooral invloed op de dagindeling.
Aanvankelijk bepaalden astrologische waarnemingen het begin van nieuwe jaren of maanden en had men dus vooraf geen idee hoe de kalender precies zou verlopen. Pas op de dag zelf of een aantal dagen van te voren wist men welke datum het was of zou worden. Later ontdekte men echter perioden en regels waarmee men maanstanden kon voorspellen en daarmee het begin van de afzonderlijke maanden.
Onze eigen kalender is duidelijk afgeleid van deze lunisolaire kalender, maar heeft meer vastgestelde periodes gekregen.
Jaren
Een Babylonisch jaar kreeg geen nummer, maar werd genoemd naar een belangrijke gebeurtenis uit datzelfde jaar of uit het vorige jaar. Het heette bijvoorbeeld: 'het jaar waarin de grote tempel van Mardoek in de stad Babylon gebouwd werd' of 'het jaar nadat het koninklijk kanaal gegraven werd'. Om de volgorde en namen van alle jaren te kunnen onthouden, stelden schrijvers speciale lijsten samen.
Het jaar begon met de maand Nisannu, die het begin van de lente aankondigde op het Noordelijke halfrond. Daarmee kent de Babylonische kalender zogenoemde
'tropische jaren', dat wil zeggen jaren die direct zijn afgeleid van de loop der seizoenen.
Babylonische maanden
Afhankelijk van de situatie kende het Babylonische jaar 12 of 13 maanden, die elk 29 of 30 dagen hadden. Een nieuwe maand begon met de eerste verschijning van de maansikkel na nieuwe maan. Dit heet een
'synodische maan'.
Wanneer uit waarnemingen bleek dat de kalender teveel begon af te wijken van de loop der seizoenen werd er een
schrikkelmaand ingelast. Zo'n maand diende wel een volledige maancyclus te beslaan, dus het aantal in te halen dagen moest een beetje in de buurt van de 30 liggen. Door de tijd heen kwamen er meer vaste regels voor het inlassen van schrikkelmaanden.
De Babylonische kalender in maanden |
Nisannu | begin lente | ong. 21/03 - 20/04 |
Ajjaru | lente | ong. 20/4 - 19/05 |
Simanu | lente | ong. 19/05 - 17/06 |
Du'uzu | begin zomer | ong. 17/06 - 16/07 |
Abu | zomer | ong. 16/07 - 14/08 |
Ululu | zomer | ong. 14/08 - 12/09 |
Ululu II | eventuele schrikkelmaand | |
Tashritu | begin herfst | ong. 21/09 - 20/10 |
Arahsamnu | herfst | ong. 20/10 - 18/11 |
Kislimu | herfst | ong. 18/11 - 17/12 |
Tebetu | begin winter | ong. 17/12 - 15/01 |
Shabatu | winter | ong. 15/01 - 13/02 |
Adaru | winter | ong. 13/02 - 13/03 |
Adaru II | eventuele schrikkelmaand | |
Dagen
Een nieuwe dag begon met zonsondergang in plaats van zonsopgang. De dagen werden wel geteld zoals wij dat doen, maar werden volledig uitgeschreven als bijvoorbeeld 'de vijfde dag'.
De datum uitgeschreven
Een complete datum werd als volgt helemaal uitgeschreven:
'Het jaar dat de grote tempel van Mardoek in de stad Babylon werd gebouwd in de maand Tashritu op de zeventiende dag'.
Tijdrekening in Babylon
Dag en nacht werden elk onderverdeeld in 3 zogeheten
'waken', die elk zo'n 4 uur duurden. Deze waken waren weer onderverdeeld in 2
perioden (het equivalent van een half uur) of in 4 perioden (het equivalent van een kwartier).
Hiernaast was de wake ook onderverdeeld in 60 kleinere eenheden, die
UŠ heette. Eén UŠ besloeg de tijd waarin de hemelsfeer 1 booggraad doordraait. In onze tijd is dat 4 minuten. Op haar beurt werd de UŠ weer onderverdeeld in 60
NINDA's (4 seconden).
Al met al was de Babylonische tijdrekening verrassend gespecificeerd met een verdeling van de dag tot in hele kleine eenheden. En dat terwijl er nog geen klok bestond. Het kwam allemaal neer op het nauwkeurig bestuderen van hemellichamen, op een manier die beduidend verder ging dan bijvoorbeeld de Europese zonnewijzer.
Lees verder