Ipecacuanha of braakwortel, oude kruidenglorie
Ipecacuanha of Cephaelis ipecacuanha wordt nu Psychotria ipecacuanha of Amerikaanse braakwortel genoemd. De plant heeft zijn naam niet gestolen, want al eeuwen in gebruik als braakopwekkend middel. De plant behoort tot de Rubiaceae of de walstrofamilie. Het is een heester met wortelstokken en lange uitlopers. Oorspronkelijk kwam de braakwortel uit de vochtige valleien en wouden van Brazilië, maar hij wordt nu ook in India geteeld.
Hij heeft een tegenoverstaand blad met een spitse, ovale bladschijf en een korte bladsteel. Zijn bloemhoofden bestaan uit 10 tot 20 witte bloemen met elk 5 meeldraden en de vruchten zijn zwarte bessen ter grootte van een erwt.
Geschiedenis braakwortel
Het is een van de vele gewassen die na de ontdekking van Amerika de geneesmiddelenschat in Europa is komen verrijken. Lang voor Amerika ontdekt werd, gebruikten de inheemse bevolking ipecawortels reeds als braakmiddel, bij allerlei bloedingen, en in eerste instantie bij amoebedysenterie. Dit werd vermeld door de Portugese monnik Tristan, die van 1570 tot 1600 in Brazilië verbleef. Hij noemde de plant Igpecaya en Pigaya, beide naar het Portugees ' i-pekaa-guéne' (wegkant ziekmakende plant) verwijzend.
De eerste morfologische beschrijving komt van de Nederlander Piso en de Duitser Markgraf die allebei, als naturalisten, prins Maurits van Nassau vergezelden op diens reis naar Brazilië in 1648. In 1672 werd Ipeca voor het eerst om zijn therapeutische eigenschappen mee naar Parijs gebracht door dokter Legras. Maar de grote doorbraak kwam er pas toen de jonge Hollandse arts, Helvetius die arm en berooid in Parijs leefde, de stad vol hing met affiches voor zijn geheim middel. Helvetius had namelijk een partij Ipecawortels gekocht van de Parijse koopman Garnier, liet ze tot poeder vermalen en legde hiermee de basis van een goede dysenteriebehandeling. Lodewijk XIV kocht zijn geheim voor 1000 gouden Louis en gaf hem het privilege van alleenverkoop. De wortels die eerst een curiosum waren gingen vanaf nu als dysenterie- en koortswerend middel vlot van de hand. Verder werd het ook gebruikt bij vergiftiging, om de maag te ledigen, als expectorans bij bronchitis en als warmteverwekker.
De meest gebruikte vorm was de siroop (Ipecac) die tot in de 20ste eeuw voorgeschreven werd bij vergiftiging. Desessartzsiroop (Ipecacuanha, sennabladeren, magnesiumsulfaat, wilde tijm, slaapbol, suiker en oranjebloesemwater) deed in de huisapotheek dienst als hoestsiroop voor kinderen. Het Dover's poeder (opium met ipecacuanha als basisbestanddelen) bevordert de zweetsecretie.
Veel hangt af van de dosering van de ipecawortel:
- In hoge dosis (15-30 grein) is het een braakmiddel
- In kleinere dosis (1/4-2 grein) expectorans (bronchitis, hoest) en warmteverwekker (diaphoretisch)
- In zeer kleine dosis is het maag-, lever- en darmstimulerend en zodoende spijsverteringsbevorderend.
Recepten uit ' De Nieuwe Geneeskunde' van dr. Dubois 1900.
Braakwortelpoeder, 1 gr.50; in drie gelijke dosissen verdeelen, in een weinig water in te nemen, op een kwart uur tusschenruimte; het braken vergemakkelijken door kleine slokjes lauw water.
Braakmiddel voor kinderen.- Braakwortelsiroop, 30 gram; met koffielepels in te nemen om de tien minuten, tot een voldoende uitwerking bekomen wordt. Beneden één jaar is de uitwerking niet zeker; men moet het volgende gebruiken:
Ander braakmiddel. - Braakwortelsiroop, 30 gram; Braakwortelpoeder, 50 centigram; Oranjebloesemwater, 10 gram. Een koffielepel om de tien minuten.
Desesssartz-siroop, samengestelde braakwortelsiroop. - Men laat 30 gram Braakwortel en 1,000 gram sennebladen weeken in 750 gram witte wijn, gedurende twaalf uur doorgieten en filtreeren. Men voegt bij het bezinksel 125 gram Klaproos en 30 gram Wilde tym; men giet op dit alles 3 liter kokend water, en na zes uren giet men door, perst uit en filtreert. Men brengt deze vloeistof met de eerste bijeen, voegt er 750 gram oranjebloesemwater bij en 100 gram magnesiumsulfaat, en maakt er siroop van door het waterbad, door toevoeging van 190 gram suiker voor 100 gram van de vloeistof. Deze siroop word, schrijft Dubois in 1920, zeer veel gebruikt in de kindergeneeskunde, tegen verkoudheid, bronchitis, hoest, maar op 't oogenblik blijkt de pijnstillende Siroop langsom meer te worden verkozen.
Werkzame stof: emetine
In de homeopathie, verdund dus, wordt Ipecacuanha nog altijd gebruikt bij droge hoest, misselijkheid, braken en diarree.
De geneeskrachtige eigenschappen van deze wortel zijn voornamelijk toe te schrijven aan zijn hoofdbestanddelen, de alkaloïden emetine, cephaline en psychotrine die samen ongeveer 2% uitmaken van de bast. Onderling verhouden ze zich als 72% emetine (methylcephalin), 26% phosphatidylethanolamine (cephalin) en 2% psychotrine. Los van elkaar hebben ze niet veel werking op de maag, maar samen zorgen ze voor een irritatie van het maagslijmvlies. De geactiveerde secretieklieren scheiden zodoende fermenten af die samen met de alkaloïden een desinfecterend en braakverwekkend effect veroorzaken. Ze beïnvloeden ook de 'chemoreceptor trigger zone' in de hersenen, die verantwoordelijk is voor het doorgeven van braaksignalen bij vergiftiging.
Een sterk werkend en efficiënt geneeskruid dus, zoals er 100 jaar geleden meer gebruikt werden in de geneeskunde, en die er voor gezorgd hebben dat we meer kennis kregen over de werking van stoffen op het menselijk lichaam en die zo ook de basis gelegd hebben voor de hedendaagse farmaceutische middelen.
Synoniemen en volkse namen
Cephaelis ipecacuanha: Callicocca ipecacuanha Brot., Cephaelis emetica Pers., Evea ipecacuanha (Brot.) Standl., Ipecacuanha offi cinalis (Brot.) Farw., Psychotria emetica Vell., P. ipecacuanha (Brot.) Muell. Arg. (also Stokes), Uragoga emetica Baill., U. ipecacuanha (Willd.) Baill. (3, 8, 10). Cephaelis acuminata: Psychotria acuminata Benth., Uragoga acuminata (Benth.) O. Kuntze, U. granatensis Baill.
Ark ad dhahab, Brazilian ipecac (= Cephaelis ipecacuanha (Brot.) A. Rich.), Cartagena ipecac (= Cephaelis acuminata (Benth.) Karst.), Cartagena ipecacuanha, ipeca, ipecac, ipecacuanha, ipecacuana, jalab, Kopfbeere, matto grosso, mayasilotu, Nicaragua ipecac (= Cephaelis acuminata (Benth.) Karst.), poaia, raicilla, raizcilla, Rio ipecac (= Cephaelis ipecacuanha (Brot.) A. Rich.), togeun