De ontwikkeling van de pilum
Het Romeinse leger heeft door de eeuwen heen een geweldige evolutie ondergaan en hun wapens bleven daar niet bij achter. Eén van hun belangrijkste wapens in de strijd was de werpspies, de pilum.
Oorsprong van de pilum
De eerste pila zijn gevonden in Etruskische graven, daterend uit de 5e eeuw v. Chr. Het wordt dus aannemelijk geacht dat de Etrusken de eersten waren die gebruik maakten van deze soort werpspies. Deze eerste pila bestonden uit een lange houten schacht, met over de top van deze schacht een metalen puntsteel. Het doel van de pilum was, behalve het aan het spit rijgen van vijanden, het uitschakelen van de schilden van de vijand. De pila konden tot wel 25 mm aan hout doorboren en elk schild dat geraakt werd door een pilum was vrijwel nutteloos. Volgens Ceasar wierpen de Kelten een dergelijk schild meteen weg en vochten verder zonder schild.
Evolutie van de pilum
De eerste echte grote verandering in het ontwerp van de pila was om laatstgenoemd feit in de hand te werken. De metalen punt werd namelijk niet langer over de houten schacht heen geschoven, maar middels een zacht-metalen tussenstuk met elkaar verbonden. Het doel hiervan was dat de pilum zou buigen of gedeeltelijk afbreken als hij insloeg in een vijandelijk schild. Dit had tot gevolg dat de pilum niet teruggeworpen kon worden en het maakte een getroffen schild nóg moeilijker in gebruik, aangezien de pilum dan vaak over de grond sleepte.
Aanvankelijk waren de Romeinse soldaten bewapend met twee pila, een lichte en een zware. De lichte werd als eerste geworpen en de zwaardere als tweede, omdat de vijandelijke troepen dan inmiddels dichterbij gekomen waren en de pila dus een minder lange afstand hoefden af te leggen. Deze zware pila hadden een gemiddelde lengte van 2,1 meter. In de pre-Marius legioenen was tevens nog een kleinere variant van de pilum in de omloop, genaamd de verutum, die gemiddeld 1,2 meter lang waren. Deze werden gebruikt door de Romeinse ‘velites’, lichte troepen die uitsluitend werpspiezen gebruikten. Na de hervormingen van Marius stierf deze variant echter vrij snel uit.
In de eeuwen na de hervorming van Marius werd de lichte pilum steeds zwaarder, met het oog op penetratiekracht, en de zware pilum steeds lichter, omdat deze dan makkelijker te werpen was. Deze evolutie zette zich vrij snel na Marius in en in de 1e eeuw n. Chr. waren de beide pila inmiddels één geworden. Tevens werd er rond die tijd een gewicht aan de bovenkant van de houten schacht geplaatst, om het penetratievermogen te vergroten.
Teloorgang
Toen de Romeinen in de late keizertijd echter steeds meer bereden vijanden tegenover zich vonden, raakten de pila langzamerhand buiten gebruik. Volgens Vegetius werden ze vervangen door de ‘plumbata’, een verzwaarde werppijl, die de pila en andere werpspiezen in bereik en precisie ruimschoots overtrof. In deze tijd was er vrijwel niets meer over van de Romeinse legionair van weleer en met de pilum verdween één van zijn laatste kenmerken.
Lees verder