Martin Luther King
'Als we niet leren broederlijk met elkaar om te gaan, zullen we als dwazen ten onder gaan'. Zijn woorden zijn nog steeds aktueel. Armoede, oorlog en racisme zijn problemen, die onze wereld aan het wankelen brengen.. De belangrijkste leider van de Amerikaanse beweging voor burgerrechten geloofde met vreedzame middelen een rechtvaardige wereld te krijgen. Sommigen dachten dat hij een onschuldige dromer was, anderen vreesden hem, Martin Luther king.
Zijn roots
Martin Luther King werd op 15 januari 1929 in Atlanta, Georgia geboren. Ook toen hij als één van de weinige zwarte kinderen opgroeide, was hij opgewassen tegen racisme. Door de wet werd zwart en blank strikt gescheiden. King mocht bijv. niet naar hetzelfde toilet gaan of dezelfde kraan gebruiken als de blanken. Voor zijn moeder, de lerares Alberta Christine Williams King, was het onmogelijk om les te geven op een 'witte' school. Zijn vader, Martin Luther King senior, was een baptistenpredikant voor zwarten en werd 'Boy' genoemd. Christelijke principes en burgerrechten speelden niet alleen voor de predikant, maar ook voor zijn zoon een belangrijke rol. De jongen was zeer intelligent. School en studie gingen hem makkelijk af. In 1948 sloot hij zijn studie sociologie af en in 1951 zijn studie theologie. Naast talrijke deelnames aan spreekwedstrijden werd hij op zijn 17e jaar als hulppredikant bij zijn vader. Zijn talent voor spreken overtuigde Coretta Scott niet meteen om met hem te trouwen, ze wilde niet de vrouw van een predikant worden. Uiteindelijk gebeurde dit wel en ze trokken in 1954 samen naar Montgomery. Daar kreeg Martin Luther King zijn eerste eigen gemeente, de Dexter Avenue Baptist Church.
Predikant en voorvechter
Montgomery was een typische stad in de Zuidelijke Staten. Hoewel een derde van de bevolking zwart was, hadden ze nauwelijks rechten. Tien maanden nadat King was aangetreden, kwam op 1 december 1955 de Afro-Amerikaanse Rosa Parks in conflict met de wet vanwege de rassenscheiding in openbare vervoersmiddelen. Ze weigerde in een bus op te staan voor een blanke, waarvoor de stoel gereserveerd was en ze werd gearresteerd. Het gevolg was het boycotten van de Montgomery bus. De zwarten weigerden nog langer met die bus te rijden, als protest tegen de rassenscheiding.
Martin Luther King was toen politiek gezien nog een onbeschreven blad en hij werd als leider van de boycot uitgekozen. Voor iemand van nog maar net 26 jaar was dit een geweldige, maar ook gevaarlijke opgave. Blanke racisten bedreigden hem en zijn familie massaal. Hij zei dat hij toen in eerste instantie wilde opgeven. Hij vertelde dat hij aan de keukentafel zat zonder zijn koffie te roeren en dat hij er over nadacht hoe hij van de aardbodem kon verdwijnen zonder een lafaard te zijn. Toen wendde hij zich tot God....hij vertelde dat hij de aanwezigheid van God als nooit tevoren kon voelen. Hij hoorde een innerlijke stem, die hem moed in sprak: Sta voor gerechtigheid! Sta voor de waarheid! En God zal altijd aan je zijde staan! Vanaf toen was hij bereid alles onder ogen te zien. Hij deed afstand van persoonlijke bescherming, omdat hij vond dat hij desnoods zijn leven voor gerechtheid zou moeten geven.
In Montgomery heeft bijna een jaar lang geen zwarte meer in de bus gereden. Uiteindelijk besloot het Gerechtshof dat rassenscheiding opgeheven werd in bussen.
Het gevecht tegen rassenscheiding
Na Montgomery volgden andere steden als Albany, Birmingham of Selma, waar zwarten voor hun rechten opkwamen. Martin Luther King was inmiddels voorzitter van de Southern Christian Leadership Conference (SCLC) en werd uiteindelijk de leider van de beweging voor burgerrechten. Hij reisde voortdurend door het land, om protestacties te organiseren of er aan deel te nemen. King geloofde ontzettend sterk in gerechtigheid en normen en waarden. Zo werden zijn wapens in het gevecht tegen racisme geweldloze acties als marsen, zitblokkades en gebedskringen. King: 'Ik ben het geweld moe, ik heb het te vaak gezien. Ik heb teveel haat op de gezichten van de sherrifs in het Zuiden gezien. Ik zal me niet tot dat niveau verlagen. Wij hebben een kracht, die zelfs een molotovcocktail niet heeft.
Al tijdens zijn studie was King door Mahatma Ghandi gefascineerd, alleen had hij nog geen fundamentele kennis over het principe van geweldloos verzet. Zo werd Bayard Rustin, die al zes maanden door Indië gereisd had, een belangrijke medewerker voor de burgerrechten. Maar ook communist Stanley David en de drie predikanten Wyat Walker, Ralph Abernathy en Andrew Young werden intieme vrienden en helpers.
De droom
'Ik heb een droom en dat is dat op een dag op de heuvels van Georgia de zonen van vroegere slaven en de zonen van vroegere slavendrijvers broederlijk samen aan tafel kunnen zitten.' Deze beroemde woorden sprak Martin Luther King in 1963 op zijn hoogtepunt van zijn populariteit uit. In Washington DC demonstreerden 250.000 mensen vreedzaam tegen racisme en armoede en luisterden naar deze woorden.
De stempel werd steeds meer gedrukt: in 1964 werd in de wet de rassenscheiding afgeschaft, King kreeg de Nobelprijs voor de vrede en een jaar later werd er een nieuw kiesrecht van kracht, nl. dat zwarten ook stemrecht kregen. 'Ik heb de moed te geloven dat ieder mens drie maaltijden per dag, onderwijs en cultuur voor de geest en waardigheid, gelijkheid en vrijheid voor de ziel moeten hebben.' Dat waren hoopvolle woorden van hem tijdens zijn Nobelprijs-rede.
Doelwit van kritiek
King zag in, dat de nieuwe wetten de situatie van de zwarten niet echt veranderde. De meeste zwarten warden duidelijk armer dan de blanken. Geld voor lesprogramma's werd opgeslokt door de Vietnam-oorlog. Hij erkende dat racisme, armoede en oorlog onlosmakelijk met elkaar verbonden waren en onrecht geen nationaal, maar een internationaal probleem was. Hij besloot voor iedere onderdrukte, ongeacht de huiskleur, te vechten: 'Jarenlang heb ik mezelf vermoeid met de gedachte de bestaande situatie te veranderen.....nu heb ik een heel andere mening, ik denk dat een revolutie nodig is....een gebouw wat zorgt voor bedelaars, moet opnieuw gebouwd worden....men moet zich de vraag stellen:"van wie is de olie?.....van wie is de ijzererts?'
Zijn protest tegen de Vietnamoorlog en de campagne tegen armoede zorgden ook bij zijn eigen mensen voor kritiek. Voormalige medestrijders waren bang dat de sponsorgelden uitbleven. In het Witte huis werd de nobelprijswinnaar als ongewenst persoon verklaard. De FBI (Federal Bureau of Investigation) bracht bandopnames in omloop, waarop hij met zijn minnares te horen was. Maar dat was niet de enige reden dat King steeds vaker neergeslagen en gedeprimeerd in het openbaar verscheen. In Amerika ontstond nl. ook een zwartenbeweging, die niet schuwde geweld te gebruiken en Kings methoden bespotte.
Zijn dood en nalatenschap
Op 4 april 1968 was King in Memphis om zich in te zetten voor een beter loon voor vuilnismannen. Toen hij het balkon van zijn hotel betrad, klonken er twee schoten over de parkeerplaats. King was getroffen in zijn hals en nek, zakte in elkaar en stierf, hij werd 39 jaar. Officieel werd de blanke James Earl Ray aangewezen als dader en ook veroordeeld, maar er doen nog vele theorieën de ronde.
Over zijn dood zei King:"'Ik zal geen geld achterlaten. Ik zal geen belangrijke en luxueuze dingen achterlaten. Ik zal alleen een betrokken leven achterlaten'. King laat zijn sporen tot zelfs in deze tijd na. De situatie voor de Afro-Amerikanen in de USA is duidelijk verbeterd en zijn geweldloze gevecht was een voorbeeld voor vele anderen.