Schilderij Slag bij Gibraltar
De werkelijke naam, De ontploffing van het Spaanse Admiraalschip tijdens de zeeslag bij Gibraltar is een hele mond vol, maar doet het schilderij ook recht toe. Dit schilderij, waarvan de kunstenaar nog steeds open voor discussie staat, is een prachtig 17de eeuws Hollands propaganda schilderij. Het laat ons zien hoe de Nederlanders over de Spanjaarden dachten tijdens de 80 jarige oorlog en is tevens een goede verbeelding hoe de zeeslagen er uitzagen tijden deze oorlog tegen de Spanjaarden.
- Titel: De ontploffing van het Spaanse admiraalschip tijdens de slag bij Gibraltar
- Vervaardiger: toegeschreven aan de Haarlemse schilder Cornelis Claesz. van Wieringen
- Vervaardigingsdatum: 1922
- Eigendom en standplaats: Rijksmuseum Amsterdam, Begane grond, eerste zaal
De 80 jarige oorlog
Het schilderij geeft een momentopname weer van de slag bij Gibraltar tijdens de 80 jarige oorlog. En dan wel een heel bekend momentopname, namelijk de ontploffing van het Spaanse admiraalschip.
De 80 jarige oorlog, of de opstand van de Nederlanden tegen het Spaanse gezag duurde van 1568 tot 1648 en leidde tot het ontstaan van de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden. De Republiek werd gevormd door zeven noordelijke gewesten. De zuidelijke gewesten bleven trouw aan de Spaanse koning. De deling van de Nederlanden leidde ook tot een godsdienstige scheiding zodat het gereformeerde geloof het officiële geloof in Nederland werd. Daarnaast was de 80 jarige oorlog ook de aanleiding geweest voor het ontstaan van een zelfstandige Nederlandse Marine.
Tijdens deze de opstand werd er veel gevochten op zee. Deze zeeslagen waren van groot belang aangezien de zee op dit moment erg belangrijk was geworden in verband met de handel met Azië. Nederland was in deze tijd door de VOC wereldleider. Zij waren echter niet de enige. Al met al was het deze handel en niet de Opstand zelf aanleiding van de beroemde zeeslag bij Gibraltar.
De slag bij Gibraltar
In 1607 voer de Nederlandse vloot onder leiding van Jacob van Heemskerk naar het zuiden af om de Portugese handel met Azie te dwarsbomen. Omdat de Portugese schepen al weg waren toen de vloot aankwam, besloot Van Heemskerk verder af te zakken naar Gibraltar omdat daar een groot deel van de Spaanse vloot lag als val voor de Nederlandse handelsschepen. Dertig Nederlandse schepen verrasten op 25 april 1607 de Spaanse vloot in de baai van Gibraltar. De 21 Spaanse schepen werden allemaal vernietigd inclusief alle opvarenden. Vierduizend Spanjaarden en maar honderd Nederlanders lieten het leven in de slag. Onder de doden bevonden zich de Nederlandse en Spaanse admiraals. Het was de eerste grote overwinning van de Nederlandse vloot tot dan toe. De slag is berucht door zijn bloederige details. Vele schepen werden geënterd (overspringen op het vijandelijke schip) en de bemanning werd aan boord stuk voor stuk afgemaakt. De bemanningsleden die in zee waren gesprongen, werden alsnog allemaal in het water gedood door Nederlandse bootjes die speciaal hiervoor waren uitgezet. Van het Admiraalschip weet men dat deze als een van de weinige is geëxplodeerd door een kanonskogel in het kruidmagazijn en als leeg brandend schip het strand op is gedreven. Ook deze bemanning heeft het niet overleeft in het water.
Het schilderij
Aan het schilderij is dezelfde haat voor de Spanjaarden en het Katholisme te zien als de slag zelf. Meerdere details verwijzen naar de overwinning en glorie van de Nederlanders. Alle schilderijen betreffende veld en zeeslagen van deze tijd hadden meer als doel de triomf uitbeelden dan de werkelijkheid afbeelden.
Het schilderij toont op de voorgrond twee schepen waarvan de linker Nederlands en de rechter het Spaanse admiraalschip is. Het Spaanse schip is net tot ontploffing gebracht en staat in vuur en vlam. Tientallen Spanjaarden maar ook brokstukken worden van het schip af geslingerd. Daaromheen op de achtergrond varen Nederlandse en Spaanse schepen. Rechts op de voorgrond is een stuk strand te zien en helemaal links op de achtergrond is een stuk landschap, beide duiden op de locatie van de slag, namelijk in een baai. In het schilderij zien we hoe de schilder de details erg belangrijk vond. De vlaggen op de schepen en de activiteiten van de mensen heeft een vooraanstaande plaats. In het schilderij zijn een aantal referenties in de details naar de verslagen katholieke vijand. De rode Spaanse vlag met een engel die het schip sierde valt, de bisschop en de heilige Maria worden opgeblazen, een kruis valt in het water en een monnik valt met de billen bloot.
Er spreekt triomf en leedvermaak uit het schilderij. Kleine figuurtjes op de Nederlandse schepen, links en rechts op de achtergrond, zitten 'op hun gemak' op de reling. De figuren op de voorgrond zitten en staan in de boot en delen rake klappen uit naar de wegzwemmende Spanjaarden. Desondanks zie je niet veel bloed vergieten. Het kan zijn dat dit als ongepast werd ervaren in de zeventiende eeuw in de schilderkunst maar misschien vond de Van Wieringen dit tenietdoen aan zijn kleurgebruik of zijn keuze voor subtiliteit. Dood en verderf is slechts op te merken aan de houding van de figuren, de symbolen en het vuur.
Compositie, kleur en lichtgebruik
Het schilderij heeft een centrale compositie, het oog valt meteen op de twee schepen op de voorgrond. De achtergrond links en rechts heeft slechts als functie het verhaal compleet te maken en evenwicht te vinden voor de nadrukkelijke detailwerking van de figuren voor in het water. Ook al is er veel details en veel chaos het totaal van de compositie is toch relatief rustig ogend. Donkere kleuren zijn gebruikt om het vuur en de vlaggen te accentueren. Vreemd genoeg trekt de reflectie van het vuur in het water op de voorgrond veel aandacht. Wie weet is dit ook de bedoeling van de schilder geweest als nog een symbolische verwijzing, ik denk zelf dat het te wijten is aan fout gekozen kleuren.
Het licht komt niet direct van een kant. Dit kan kloppen omdat het niet een erg zonnige dag is of omdat de lucht gevuld is door de rook van het brandende schip. Slecht hier en daar is op te merken dat vanuit deze positie de zon links van het tafereel staat, dit is bij nader speurwerk in het beeld te zien aan de schaduwwerking in de zeilen.
De schilder
Het schilderij is toegeschreven aan Cornelis Claesz. van Wieringen. Toegeschreven, omdat het schilderij zelf niet is gesigneerd. In 1978, toen Wright zijn boek ‘Nederlandse schilders van de zeventiende eeuw’ schreef was het schilderij nog toegeschreven aan Hendrick Cornelisz. Vroom. Voor deze tijd werd aangenomen dat Vroom de schilder was dat door vergelijking met andere, wel gesigneerde kunstwerken van hem, dit schilderij aan hem werd toegeschreven. Zo’n toeschrijving aan een bepaalde kunstenaar wordt dan (voorlopig) als de waarheid aangenomen, totdat iemand met overtuigende argumenten aantoont dat het niet van deze kunstenaar kan zijn, of dat een andere kunstenaar de maker is. Blijkbaar is dit tussen 1980 (herdruk van het boek) en 2005 gebeurd met dit schilderij. Het Rijksmuseum stelt nu dat Van Wieringen de schilder is en het verbaast mij ook erg dat men eerst Vroom de kunstenaar achtte. Figuur 1 toont een zeetafereel van Vroom en duidelijk is te zien dat hij een andere schildersstijl heeft. Zijn kleurgebruik is een stuk lichter en zijn penseelstreek van de golven heftiger waardoor het beeld een stuk abstracter oogt. Zijn detailgebruik is een stuk geringer, zijn zeilen zijn heel glad en op de voorgrond is geen detail, slechts donkere schaduw.