Nederlandse sporen in de Verenigde Staten
De geschiedenis van Nederlanders in Noord-Amerika is er een van ondernemers met lef. In de bijna vier eeuwen dat Nederlanders zich in de nieuwe wereld vestigden, hebben zij de basis gelegd voor de Amerikaanse republiek via de kolonie Nieuw-Nederland. De Nederlandse invloed op de cultuur van Amerika is tot op de dag van vandaag voelbaar in de handel en in overgenomen tradities. Nederlandse nazaten maakten van New York een wereldstad.
De kolonisatie van Nieuw Nederland
Tot de overname in 1664 door de Engelsen was
Nieuw-Nederland een Nederlandse kolonie. Nog in 1609 was een Engelse kapitein, Henry Hudson er in opdracht van de Verenigde Oostindische Compagnie op uit gestuurd om een noordelijke route naar Indië te vinden. Hudson voer langs de Amerikaanse kust en ontmoette er indianen. Er ontstond een begin van handel door drank uit te wisselen voor bevervellen.
Toen Hudson, eenmaal terug in Nederland, verhaalde over zijn avonturen in de Nieuwe wereld toonde de V.O.C. interesse, want handel stond op de eerste plaats. Kolonisatie van het nieuw ontdekte gebied was daaraan ondergeschikt. Er werd een handelspost opgezet om de bevervellen- en tabakhandel te coördineren. Voor dit doel werd het eiland Manhattan van de Lenape-indianen afgekocht voor de prijs van 60 gulden.
In 1624 werd op de punt van het eiland Manhattan een kleine nederzetting gesticht dat de naam
Nieuw-Amsterdam kreeg. Het omliggende land langs de rivier de Hudson werd gekoloniseerd en kreeg de naam
Nieuw-Nederland. Nieuw-Amsterdam werd al snel het bloeiende centrum van de kolonie. Echter, vanwege het feit dat Manhattan weinig vruchtbare grond bevatte, keken de kolonisten naar de overkant van de rivier, het Lange Eylandt, tegenwoordig Long Island geheten. In 1637 werd land aangekocht dat de Walenbocht ( Wallabout ) werd genoemd. Op die plaats hadden zich veel Waalse Nederlanders gevestigd. Ooi waren deze Walen uit Zuid-Nederland vanweg hun geloof uitgeweken naar het noorden.
In 1640 werd land aangekocht op de plek waar nu de stedelijke gebieden Brooklyn en Queens liggen. De dorpen die hier werden gesticht heetten Vlissingen, ( Flushing ) Heemstede, ( Hempstead ) Breuckelen ,( Brooklyn ) New Utrecht,
`s Gravesande, ( Gravesend ) en Paerdegat. Een oude indianenpad liep door het Vlacke Bos. Deze weg heet tegenwoordig Flatbush Avenue. Verder naar het zuiden lag Coneyn Eylant ( Coney Island ). De expansie op Long Island was niet alleen bedoeld om er goede landbouwgrond te vinden. Het was ook bedoeld als buffer tegen de Engelsen, die zich aan de oostkant van Long Island vestigden en snel dichterbij kwamen.
De Westindische Compagnie stond er rond het midden van de 17e eeuw slecht voor. Zij maakte zich grote zorgen om de suikerplantages in de kolonie Nieuw Holland in Brazilië. Met het vooruitzicht dat ook andere bases in
Amerika verloren zouden gaan, begrepen de bewindhebbers van de W.I.C. dat er een krachtige figuur naar
Nieuw Nederland moest worden gestuurd. Bovendien moest het gebied maar eens wat gaan opleveren. De keus viel op Peter
Stuyvesant. Die was gouverneur geweest op Curaçao en had zich daar flink laten gelden. Stuyvesant had een been verloren in de strijd tegen de Spanjaarden. Sindsdien had hij een houten been.
Stuyvesant was de opvolger van Willem Kieft, die er in de loop van zijn bewind in was geslaagd iedereen tegen zich in het harnas te jagen. Stuyvesant stelde direct orde op zaken en regeerde Nieuw-Nederland net als zijn voorganger als een dictator. Stuyvesant, Fries van origine was gouverneur van 1647 tot 1653. Onder zijn leiding verkreeg
Nieuw-Amsterdam stadsrechten. In het jaar 1664 kwam een einde aan het bestaan van de kolonie. De winsten die in Suriname werden gemaakt vielen ten nadele uit voor Nieuw-Nederland. In de jaren zeventig van de zeventiende eeuw verviel derhalve het belang van de kolonie aan de rivier de Hudson.
Vanaf die tijd was Nieuw-Nederland Engels bezit. De stad Nieuw-Amsterdam kreeg de naam van de Hertog van York en heette voortaan New York. Tot aan de onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten in het jaar 1776 zou
Engeland het gebied aan de Oostkust van Amerika in zijn bezit houden.
De onafhankelijkheid van de Verenigde Staten
De 18e eeuwse Amerikanen vonden steun in Nederland voor hun streven naar onafhankelijkheid en derhalve losmaking van het moederland Engeland. Zoals veel Amerikanen bewonderden vooraanstaande lieden als John Adams en Benjamin Franklin de Nederlanders, omdat zij zich in de 17e eeuw hadden losgemaakt van hun Spaanse overheersers. Zij vonden de gelijkenis met hun eigen land treffend, want zij moesten het immers opnemen tegen een wereldmacht zoals Engeland in die tijd was.
Midden jaren vijftig van de 18e eeuw spraken vertegenwoordigers van de Amerikaanse kolonies onder leiding van de drijvende kracht Benjamin Franklin voor het eerst over eenheid. Zij lieten zich inspireren door de Tachtigjarige oorlog en de vrijheidstrijd van de Nederlanders. In de zestiende eeuw waren het de Zeven provinciën die tegen de machtigste vorst op aarde in opstand kwamen, tweehonderd jaar later waren het de, tot dan toe, acht staten van de Amerikaanse kolonie tegenover een al even machtige heerser. De Amerikanen rebelleerden in 1776 tegen de Engelsen en kwamen met steun van Frankrijk en Nederland als overwinnaar te voorschijn.
De onafhankelijkheidsverklaring van
Amerika is naar de geest en naar opbouw sterk geïnspireerd door het "Plakkaat van Verlatinghe" uit 1551. Daarin verklaarden de Zeven Verenigde Provinciën zich definitief onafhankelijk van koning Filips II.
Nederland was het eerste land die de jonge staat erkende. Nederlandse handelslieden hoopten op aanzienlijke handelsvoordelen als de Verenigde Staten eenmaal onafhankelijk zou zijn. De geweldige sympathie voor de jonge Verenigde Staten leidde ertoe dat er in 1795 zo`n vijftendertig miljoen gulden aan leningen de oceaan over ging. Dat bracht Nederland wel in conflict met
Engeland met het gevolg dat er in 1780 oorlog tussen beide landen uitbrak.
De stadhouder en de oranjegezinden beschuldigden vervolgens de patriottische kooplieden ervan onnodig op een oorlog met de bevriende Engelsen te hebben aangestuurd met alle gevolgen van dien. Dat kwam omdat Stadhouder Willem V Engeland steunde maar de patriotten, waarvan veel kooplieden partij kozen voor de Verenigde Staten.
Emigratie naar Amerika
Na de Amerikaanse revolutie kwamen er weer meer
emigranten uit Nederland naar de Verenigde Staten. De eerste Amerikaanse volkstelling tegen het einde van de 18e eeuw toonde aan dat er 3,16 miljoen mensen in de Verenigde Staten woonden. Daarvan waren er honderdduizend van Nederlandse komaf. Verreweg het grootste deel ervan woonde in een straal van tachtig kilometer rondom New York.
Veel vroege
emigranten behoorden tot de allerarmste Nederlanders. Grote economische catastrofes als gevolg van misoogsten en droogte in de jaren 1845 en 1846 bracht duizenden mensen, die woonachtig waren in het oosten van het land op de rand van de afgrond.
Naast economische- waren ook religieuze factoren bepalend voor de volksverhuizing. Veel emigranten behoorden bij de "Afgescheidenen" van de Gereformeerde kerk, die vanaf 1834 hun eigen weg gingen. Hun leidsman was ds. Hendrik de Cock uit het Groningse Ulrum. De afgescheidenen hielden vast aan de oude ideeën van voor de Verlichting. Zij wilden de gelovigen naar een plaats brengen waar vrijheid van godsdienst was. Predikanten als Hendrik Scholte en Albertus van Raalte richtten de blik naar Amerika. Niet alleen gereformeerden maar ook katholieken emigreerden vanaf de jaren veertig van de 18e eeuw massaal naar de Verenigde Staten. Velen vestigden zich in staten als Wisconsin, Michigan en Iowa. In Michigan streek de grootste groep Nederlanders neer. In die staat ontstonden dorpen met vertrouwd klinkende namen als Holland, Groningen, Zeeland, Vriesland, Drenthe en Overisel. Ook de Nederlandse tradities werden in ere gehouden.
Holland in West-Michigan groeide uit tot een flinke stad. Veel van de inwoners hebben Nederlandse
achternamen. Zij stammen af van de grote groep emigranten die met ds. van Raalte meekwamen. In de stad wordt jaarlijks in de maand mei een negen dagen durend tulpenfestival gehouden. Tulip time, zoals het feest heet, trekt zeker een miljoen bezoekers. Het is een feest dat niet compleet is zonder klompendansers, straatschrobbers, een aantal parades, Nederlandse maaltijden, theater-, muziek- en filvoorstellingen én een authentieke Nederlandse kerkdienst!
Nederlandse invloeden in het huidige Amerika
Bekende namen
Namen van Nederlanse oorsprong hebben in de Verenigde Staten een hoge klankwaarde. Een belangrijke reden daarvan is, is dat Nederlandse achternamen in de voorbije eeuwen behoorden tot de aristocratie van Amerika. Hun bijdrage aan de ontwikkeling van de jonge Verenigde Staten is van essentieel belang geweest.
Namen als Van Wijck, Roosevelt, Van Cortlandt, VanderBilt zijn begrippen, zelfs al weten vele Amerikanen niet eens dat zij van Nederlandse herkomst zijn.
Ander bekende namen, die Nederlandse voorouders hebben waren Humphrey Bogart, de acteur uit o.a.
"Casablanca" en
"The Maltese Falcon"; Walter Cronkite ( Krankheydt ); Cecil B. Demille, regisseur van o.a.
"The Ten Commendments" en nazaat van Antonius de Mil; Thomas Alva Edison, de uitvinder is de zoon van de weduwe Edeson; de Fonda-familie, te weten Henry, Jane, Peter en Bridget Fonda, zijn nazaten van Jelle Douwes Fonda; Theodore, Franklin en Eleanor Roosevelt, stammen af van Claes Martensen van Rosenvelt die in 1649 uit Zeeland naar Nieuw-Amsterdam kwam; Benjamin Spock, de bekende pedagoog had een voorouder met de naam James Spaak; de schrijver John Updike stamt af van het geslacht Opdijck. Cornelius VanderBilt stichtte een transportimperium in de VS. De familie stamt af van Jan Aertsen van der Bilt, die in 1650 naar Nieuw-Nederland kwam. De naam van Wyck komt in New York voor in de Van Wyck Express Way. Oorspronkelijk komt de familie uit Wijk Nij Duurstede.
Santa Claus
Santa Claus is het reultaat van het Nederlandse familiefeest Sinterklaas en Duitse en Skandinavische gebruiken. In de naar Amerika geëmigreerde Nederlandse gezinnen werd het feest sinds de zeventiende eeuw gevierd. In de 19e eeuw won het feest aan populariteit, vooral nadat Clement Clark More zijn gedicht
"A visit from St. Nicolas" publiceerde in een tijdschrift. Santa Claus vermengde zich met de Duitse Weihnachtsmann. Hij verloor zijn mijter en zijn staf maar kreeg er een slee, herten en een huis op de Noordpool voor terug. In de dertiger jaren van de twintigste eeuw werd de figuur Santa Claus in felle kleuren getekend voor coca cola-reclamecampagnes als een dikke goedlachse verschijning.
Yankee
De term
"Yankee" werd door de Engelsen gebruikt als scheldwoord voor de inwoners van Nieuw-Nederland. Het zou een samenvoeging kunnen zijn van de namen Jan en Kees. Het kan ook een verbastering zijn geweest voor Jan Kaas. Ook wordt wel beweerd dat de meisjesnaam Janke is verengelsd tot Yankee. De naam Yankee is later een geuzennaam geworden voor de Amerikanen die bij het uitbreken van de Burgeroorlog aan de kant van de Noorderlingen stonden. De aanduiding Yankee wordt veel gebruikt als naam voor sportclubs, zoals de New York Yankees.