Myanmar, koningsstad Bagan

In de 9e eeuw werd de stad Bagan gesticht gedurende het 1e Birmaanse rijk. Er werden gedurende een aantal eeuwen duizenden religieuze bouwwerken neergezet. Heden ten dagen staan er nog ongeveer 2.000 van deze bouwwerken, waarvan er helaas een aantal beschadigd zijn tijdens de aardbeving van 1975.

Algemeen

In de 9e eeuw ontstond Bagan als een ommuurde stad, die in later tijden de hoofdstad werd van het 1e Birmaanse rijk. De stad bevat nog ruim 2.000 tempels en bakstenen pagoden die nog steeds in goede staat verkeren. In Zuidoost Azië is dit een geweldige archeologische vondst geweest.

Nog steeds heerste er in de stad een sprookjesachtige sfeer, vooral wanneer de zon opkomt. Voor veel Theravade Boeddhisten is Bagan nog steeds een bedevaartsoord.

Geschiedenis

In de 9e eeuw al ontwikkelde Bagan zich tot het economische en politieke centrum van Opper-Birma. Het hoogtepunt van de economische bloei bereikte de koningsstad in de 11e en 12e eeuw. In deze periode regeerde als eerste koning Anawrahta en hij verdreef, na te zijn bekeerd tot het boeddhisme, de priesters die de slangencultus aanhingen.

Tijdens zijn regeringsperiode maakte hij deze Middeleeuwse stad tot een enorme grote stad van 40 km², in die tijd 5 maal groter dan het Middeleeuwse Londen. Er werden ongeveer 6000 heilige gebouwen in de stad neergezet, waarvan ruim 2000 tempels en pagoden die nog steeds in de stad te vinden te zijn. De gebouwen werden opgetrokken uit marmer, steen, en hout. Ze verschenen in diverse maten en vormen. Helaas zijn een groot aantal van deze gebouwen in 1975 bij een aardbeving beschadigd.

Doordat er zoveel tempels gebouwd werden, was de schatkist volledig uitgeput. Het was dus heel logisch dat er een periode volgde waarin de economie afnam. Tempels en kloosters waren al lang door een koninklijk decreet vrijgesteld van belastingen.

Dan valt in 1287 de grote vijand van Bagan, Kublai Khan (de leider van de Mongolen), de stad binnen. De koning moet vluchten en het gevolg is dat Bagan in tal van kleine staten uiteen viel.

Bagan nu

De belangrijkste archeologische plaats van Zuidoost Azië is dus Bagan. De muren van Bagan bevatten de oudste muurschilderijen die dateren van de 11e en 13e eeuw.

De Ananda-tempel

De zoon van koning Anawrahta, koning Kyanzittha, bouwde gedurende zijn regeringsperiode de Ananda tempel. In deze tempel staan vier grote houten Boeddha beelden. Wanneer men op de beelden toeloopt, veranderen twee van hen hun gezichtsuitdrukking. De tempel werd tijdens de aardbeving van 1975 zeer zwaar beschadigd en moest volledig worden gerestaureerd.

De Dhamm-yan-gyi-Pahto

Dit is de grootste tempel van allen en werd gebouwd door koning Kalagya Min in de 12e eeuw. De tempel is volledig van baksteen en gebouwd zonder gebruik van cement. De legende gaat dat de koning een bevel had uitgevaardigd dat de stenen zo dicht op en tegen elkaar gelegd moesten worden dat er letterlijk geen speld tussen te krijgen was. Iedere arbeider die zich niet aan dit bevel hield was onmiddellijk zijn hand kwijt, die werd zonder pardon afgehakt.

De Shwezigon-pagode

Dit is de beroemdste tempel van Bagan. De bouw begon onder beheer van koning Anawrahta, maar die heeft de tempel nooit afgezien. Zijn zoon heeft de tempel afgebouwd. Het heeft een gouden stoepa (een stoepa is een boeddistisch bouwwerk, waarin relieken van Boeddha te vinden zijn). Deze tempel wordt nog steeds gebruikt als waar hij voor gebouwd is.