Nederlandstalige literaire gedichten over de zomer
De zomer is al eeuwen een prachtige inspiratiebron voor veel literaire dichters. Welke Nederlandse en Vlaamse dichters hebben in de loop der tijden klassieke gedichten geschreven over de zomer? Tot de auteurs van beroemde zomergedichten behoren onder meer de Vlaming Prosper van Langendonck en de Nederlanders Jacob Israël de Haan en Frans Bastiaans.
Thema: zomer en zon
Van oudsher staat de zomer doorgaans bekend als een positief thema in de literatuur. In Ierland werd bijvoorbeeld in vele gedichten, gezangen, verhalen en gebeden eeuwenlang de lof gezongen over de godin Aine. Aan haar zouden de rijkelijke zon en de oogst in de zomermaanden te danken zijn. Verhalen over haar stammen uit de middeleeuwen, maar zij werd nog tot ver in de 19e eeuw aanbeden.
Ook in de meeste Nederlandse en Vlaamse gedichten is zomer iets positiefs en aanbiddelijks, zoals in het klassieke gedicht 'Zomer' van Frans Bastiaanse. Ook voor de Vlaming Van Langedonck was de zomer een symbool van schoonheid en aanbiddelijke 'majesteit', maar het riep tegelijkertijd ook veel melancholie bij hem op. Voor Jacob Israël de Haan was de zomer daarentegen een seizoen dat hem vooral veel doodsangst opriep.
Frans Bastiaanse
Wilhelm Ange François Bastiaanse werd geboren op 14 mei 1868 in Utrecht en overleed op 12 juni 1947 in Amsterdam. Hij was jarenlang leraar Nederlands in Hilversum. Bastiaanse schreef veel prachtige natuurlyriek. Zijn impressionistische stijl was duidelijk beïnvloed door een literaire stroming die door Bastiaanse zeer bewonderd werd: de Tachtigers. Dit was een vernieuwingsbeweging die in de periode voordat Bastiaanse zelf literair actief was, voor een revolutie in de Nederlandse literatuur had gezorgd.
Prominente Tachtigers zoals Lodewijk van Deyssel en
Willem Kloos waren zeer ingenomen met het werk van Frans Bastiaanse. Kloos besprak zijn poëzie in lyrische bewoordingen en noemde hem: 'een waarachtige dichter bij gods genade'. Bastiaanse publiceerde onder meer de bundels Natuur en leven (1900), Gedichten (1909) en Een zomerdroom (1919).
Techniek
Het gedicht 'Zomer' van Bastiaanse behoort volgens veel literatuurliefhebbers tot de mooiste gedichten die in de Nederlandse taal over de zomer geschreven zijn. Inhoudelijk is dit gedicht een prachtig voorbeeld van een techniek die door de door Bastiaanse bewonderde Tachtigers (zoals Jacques Perk en Willem Kloos) veel werd toegepast. Het begint met een prachtige, lyrische natuurbeschrijving en aan het einde gaat de dichter vloeiend over naar iets persoonlijks, in dit geval de liefde.
Frans Bastiaanse neemt in de meeste overzichten van de Nederlandse literatuurgeschiedenis geen erg prominente rol in. Dat komt voor een groot deel doordat met name zijn eerste bundels qua stijl en inhoud zo duidelijk door de voorgaande generatie dichters (de Tachtigers) geïnspireerd zijn, zodat hij geen rol als belangrijke literaire vernieuwer heeft gespeeld. Dit neemt niet weg dat veel van zijn werk vaak van een heel hoog niveau is.
Zomer
Ik zat waar zon op 't warme water scheen
En gele bloemen bloeiden aan de kant;
Het grazend vee ging door de weiden heen,
De zomerlucht hing walmend over 't land.
De wilgen waren zilverbleek en stil
Voor 't stralend blauw, van wolk en nevel vrij;
Een glazenmaker vloog, met lichtgetril
Op 't parelmoerig vleugelgaas, voorbij.
De schuwe vissen, in 't koeldonker diep,
Verschoten snel, of stonden lang op wacht,
Waar d'aarde zich, in beeld, nog schoner schiep,
Dromend de zomerdroom van eigen pracht.
En over 't hooiland, waar een wagen stond
Met vers-groen gras te geuren in de zon,
En verder waar het drachtig korenblond
Met brede golving boog ten horizon,
Tot waar een scheem'rend bos zich flauw verhief,
De wereld wegsmolt in der hemelen gloed,
Dreef mijn gedacht, hoe schoon de dag was, lief
Uw schone ziel verlangend tegemoet.
Prosper van Langendonck
Prosper Antoine Joseph van Langendonck werd geboren op 15 maart 1862 in Brussel en overleed in diezelfde stad op 7 november 1920. Hij studeerde enige tijd wijsbegeerte en letteren, maar maakte die studies niet af. Later werkte hij als ambtenaar. In de jaren negentig van de negentiende eeuw behoorde hij tot de oprichters van het tijdschrift 'Van Nu en Straks'. Dit tijdschrift wilde een revolutie in de Vlaamse literatuur ontketenen (enigszins vergelijkbaar met wat de Tachtigers eerder in Nederland hadden gedaan). 'Van Nu en Straks' had als doel om de Vlaamse literatuur 'op te stuwen in de vaart der volkeren'.
Psychische problemen
Van Langendonck had veel last van psychische problemen (hij leed met name aan een erfelijke vorm van schizofrenie). In de laatste jaren van zijn leven werden die problemen erger en erger. Het onderstaande gedicht schreef hij vele jaren eerder, rond zijn dertigste. Dit prachtige, zeer melancholische gedicht, behoort zonder twijfel tot de allermooiste poëzie die in Vlaanderen over de zomer is geschreven.
Zomeravond
O zomeravond, smachtend neergevlijd
op 't gele veld, in 't Westen goudgetint...
Teerkreunend ruisen van de avondwind,
die langs de vlakte in zware weemoed glijdt...
O melodie uit lang verleden tijd,
waarvan ik zin noch woorden wedervind...
O rust, o stilte, blauwige avonddoom!
Doorzichtig ligt ge op verre velden neer...
Zo schouwt mijn geest de beelden van weleer
door 't wazig scheemren van een weke droom.
't Verleden rimpelt, onbepaald en loom,
- verzonken stad in 't stilgevallen meer.
Verheerlijkt glinstren! onbereikbre trans!
O vloeiend zilverlicht zo hoog verbreid...
De zwoele nacht doortrilt uw majesteit,
de aarde is een matte weerschijn van uw glans;
zacht om mijn slapen vloeit uw stralenkrans;
mijn zwellend harte vult de onmeetlijkheid.
Jacob Israël de Haan
Veel mooie gedichten over de zomer zijn pure odes, waarin de dichters hun liefde uitspreken voor dat seizoen, waarin de natuur in volle bloei staat en de zon overvloedig met gouden stralen ons bestaan beschijnt. Het onderstaande gedicht van Jacob Israël de Haan is eigenlijk ook een grote liefdesverklaring aan de zomer, maar hij kiest hierbij een erg originele insteek: juist doordat het leven zo mooi kan zijn tijdens de zomer, zorgt dit seizoen ervoor dat hij dan veel meer doodsangst heeft, dan bijvoorbeeld in de winter.
Biografie
Jacob Israël de Haan werd geboren op 31 december 1881 in Smilde, in een orthodox joods gezin. Eén van zijn zussen was Caroline Lea de Haan, die onder haar pseudoniem Carry van Bruggen een befaamde schrijfster zou worden. Jacob Israël de Haan volgde een opleiding tot lagere schoolleraar en ging later aan de universiteit rechten studeren. Hij was zeer politiek actief. De Haan was jarenlang lid van de SDAP en schreef voor de socialistische krant Het Volk. Ook was hij actief in organisaties die opkwamen voor de mensenrechten. Later wende hij zich af van het socialisme en werd hij religieuzer.
Emigratie
In 1919 emigreerde De Haan naar Palestina. Hij was een grote voorstander van het broederlijk samenleven van Joden en Arabieren in dit land en hij pleitte ook voor onderhandelingen tussen prominente Joden en Arabieren. Zijn opstelling wekte ergernis bij zowel radicale zionisten als radicale Arabieren. Op maandag 30 juni 1924, toen Jacob Israël de Haan terugkeerde van een avondgebed in de synagoge, werd hij door drie pistoolschoten gedood. Jarenlang is onduidelijk geweest wie er verantwoordelijk was voor deze moord. Uiteindelijk is gebleken dat deze moord gepleegd was door een lid van de radicale zionistische organisatie Hagana.
Doodsangst
Niet in de winter, wanneer dagen duister
Als nachten zijn, wier zwaarte mij verdrukt,
Maar in de zomer, als de bloei, de luister
Van dag en nacht, het bevend hart verrukt.
Niet in de winter als deuren en ruiten
Kreunen bij 't woedend waaien van de wind
Maar in de zomer, als vogels hoog fluiten
De dag laat eindigt en weer vroeg begint,
Vrees ik de Dood, haat ik hem machteloos,
Ik heb het leven zó lief en het gaat
Buiten mijn macht genaadloos naar één eind.
O, Vriend, lach niet meer. Maar een korte poos
Eer de wrede Dood ons beiden verslaat
En onze Vriendschap in het niet verdwijnt.