Het leven van Albert Schweitzer
Albert Schweitzer was een autodidact. Op een groot aantal terreinen heeft hij een belangrijke rol gespeeld. Hij was arts, theoloog, filosoof, musicus en medisch zendeling. Schweitzer is geboren in Duitsland en ontving voor zijn activiteiten in 1953 de Nobelprijs voor de Vrede. Schweitzer werd aanvankelijk bekend met zijn boek The Quest of the Historical Jesus.
Schweitzer werd geboren in Kaysersberg, in de noordelijke, toen Duitse Elzas, het tegenwoordige Franse Haut-Rhin-departement. Hij is, behalve door zijn medisch werk in Afrika, vooral bekend geworden door zijn filosofie over cultuur en ethiek, en als musicus door zijn studies en interpretatie op orgel en piano van de muziek van Johann Sebastian Bach. In 1953 ontving hij de Nobelprijs voor de Vrede,
In de theologie werd Schweitzer vooral bekend door de publicatie van zijn boek The Quest of the Historical Jesus. Dit publiceerde hij in 1906. Hiermee maakte hij feitelijk een einde naar de eerste golf van het onderzoek rond de Historische Jezus. Dit boek zou ook verreweg de grootste bijdrage van Schweitzer aan theologie zijn. Vanwege zijn medicijnenstudie – en in later stadium zijn werk als arts - zou hij weinig meer publiceren op theologisch gebied. In 1930 zou nog wel een boek over Paulus verschijnen van zijn hand, maar dit was minder belangwekkend.
Historisch overzicht leven Albert Schweitzer
- 1875 - Albert Schweitzer wordt geboren in Kaysersberg, in de noordelijke, toen Duitse Elzas.
- 1893 - Studeert filosofie en theologie aan de Universiteiten van Straatsburg, Berlijn en Parijs.
- 1900 - Hulpprediker in de St. Nicolaikirche in Straatsburg
- 1901 - Hoofd van het Theologisch Seminarie in Straatsburg
- 1905 - 1913 - Studeert medicijnen en chirurgie
- 1912 - Trouwt met Helene Bresslau
- 1913 - Zendingsarts in Lambaréné,Gabon
- 1917 - Internering in Frankrijk, omdat hij als Duitser tijdens de Eerste wereldoorlog op Franstalig gebied was.
- 1918 - Medisch assistent and assistent-pastor in Straatsburg (St. Nicolai Kirche)
- 1919 - Eerste grote voordracht over "Cultuur en Ethiek", aan de Universiteit van Uppsala in Zweden
- 1919 - Geboorte van een dochter Rhena
- 1924 - Terugkeer als zendingsarts in Lambaréné; bezoekt Europa regelmatig voor spreekbeurten
- 1939 - 1948 Lambaréné
- 1949 - Bezoekt voor het eerst de Verenigde Staten
- 1948 - 1965 - Afwisselend te Lambaréné en Europa.
- 1953 - Ontvangt de Nobelprijs voor de Vrede, omdat hij in verzet komt tegen kernwapens.
- 1958 - Vier speeches tegen nucleaire bewapening- en testen.
De zoektocht naar de Historische Jezus
De zoektocht naar de historische Jezus ontstond naar aanleiding van de Verlichting en het rationalistische denken dat daar uit voort kwam. Eén van de gedachten die daar uit voort kwam was dat als ‘iets niet bewezen is, dat het dan niet gebeurd kan zijn’.
Deze gedachte kreeg ook grond in de theologie en daardoor begon men te twijfelen aan een groot aantal in de Bijbel beschreven gebeurtenissen, zoals de incarnatie en opstanding van Jezus Christus. Hierdoor ontstond de vraag wie Jezus nu echt was? Theologen en geleerden gingen op zoek naar de ware Jezus, ontdaan van alle franje en randgebeurtenissen uit de evangeliën. De zoektocht werd de Leben Jesu Forschung genoemd.
David Friedrich Strauss bijvoorbeeld verwierp alle bovennatuurlijke en Messiaanse elementen uit de evangeliën, echter verklaarde hij de goddelijkheid van Jezus als gevolg van een historisch mythologiseringsproces en niet als bewuste manipulatie. Wel werd door veel mensen de nadruk gelegd op de superieure morele leer van Jezus. Voorbeelden hiervan zijn Hermann Samuel Reimarus, die de dubieuze eer krijgt om te worden gezien als de ‘founding father’van de beweging en Thomas Jefferson, de derde president van de Verenigde Staten. Onder deze invloeden werd Jezus niet meer gezien als de zoon van God, maar als een wijze leraar.
De bedoeling van de theologen die zich in de 19e eeuw met de bestudering van dit vraagstuk bezig hielden, was Jezus te ontdoen van vrome fantasie en van kerkelijk en dogmatische inkleding en vertekening. Ze hoopten die schillen af te kunnen pellen en zo de kern over te kunnen houden. Maar in de praktijk bleek dat niet zo eenvoudig te zijn, want waar precies moest men ophouden. De onderzoekers begonnen met alles weg te pellen wat beschouwd werd als resultaat van dogmatische bezinning van de latere gemeenschap, zoals bijvoorbeeld de leer over de goddelijkheid van Jezus, Zijn pre-existentie en twee-naturenleer. Maar waar moest men halt houden? Waar begint die dogmatische bezinning precies? Na het Nieuwe Testament of zelfs al in het Nieuwe Testament. En geheel in de geest van de 19e eeuw werd alles afgepeld dat bovennatuurlijk scheen. Uiteindelijk gebeurde er toen iets dat bij het schillen van een echte ui ook plaatsvindt: het veroorzaakt niet alleen tranen in de ogen, maar er blijkt geen kern te zijn. Alles is schil en er blijft niets over.
Kritiek van Schweitzer
Albert Schweitzer rekende aan het begin van de 20e eeuw echter radicale af met de eerste zoektocht naar de historische Jezus. Om docent te kunnen worden moest hij een tweede promotie doen. Dit werd een geschrift over het leven van Jezus, met als middelpunt het Messiasgeheim en het lijdensmysterie: Geschichte der Leben-Jesu-Forschung. Hij onderzocht een groot aantal biografieën over Jezus, afkomstig van geleerden uit de beweging. Hij vond dat men Jezus veel te veel bekeek door de eigen bril. Schweitzer toonde aan dat alle moderne auteurs van Jezus eigenlijk een projectie maakten van hun eigen idealen en waarden. Jezus was beurtelings een romanticus, een socialist, een universeel denkend filosoof, een apocalypticus. Daardoor werd Jezus gemoderniseerd en was lastig terug te plaatsen in zijn eigen tijd.
Albert Schweitzer laat op indringende wijze zien dat het onderzoek tenslotte met dit negatieve resultaat moest eindigen. De onderzoekers dachten een objectief historisch beeld van Jezus te kunnen tekenen, maar niets was minder waar. Iedereen bepaalde uiteindelijk zelf hoe hij de ‘echte’ historische Jezus zag. Hij was conservatief volgens de conservatieven en progressief volgens de progressieven.
De fundamentele fout die het onderzoek naar de Historische Jezus volgens Schweitzer heeft gemaakt, brengt hij op de volgende wijze onder woorden: “Het is met het onderzoek naar het leven van Jezus wonderlijk gegaan. Het was de bedoeling de Historische Jezus te vinden en men dacht dat men hem dan zo als leraar en heiland in onze tijd zou kunnen plaatsen. De banden waarmee hij eeuwenlang aan de rots van de kerkelijke leer gekluisterd was, maakt men los en men was blij toen er weer leven en beweging in de gestalte kwam en men de historische mens Jezus naar zich toen zag komen. Maar hij bleef niet staan, maar ging onze tijd voorbij en keerde in de zijne terug. Dat nu bevreemde en verschrikte de theologie van de afgelopen decennia, dat zij hem met alle spitsvondige verklaringen en met alle geweld niet in onze tijd vast kon houden, maar hem moest laten gaan. Hij keerde naar zijn tijd terug, zoals een losgelaten slinger in zijn oorspronkelijke positie terugkeert.”
De kritiek van Schweitzer was zo vernietigend dat er voor bijna veertig jaar een einde kwam aan de zoektocht naar de historische Jezus. Pas rond de jaren ’50 ontstond er een tweede golf – onder leiding van Rudolf Bultman – die zich meer focuste op de Jezus die door de discipelen aan ons was overgeleverd in de evangeliën. Schweitzer was één van de eerste mensen die er de aandacht op vestigde dat de evangeliën niet in de eerste plaats geschreven zijn als historische verslagen.
De Jezus van Schweitzer
Schweitzer zelf geloofde meer in de een Jezus van de consequente eschatologie. Schweitzer zag Jezus’ optreden als eschatologisch. Jezus was bij Schweitzer een joodse Messiasgestalte, een radicale crisisfiguur, hoofdspeler in een eschatologisch drama, een revolutionair. Jezus heeft volgens hem een misrekening gedaan, omdat de Messiaanse tijd uitblijft. Om hiermee in het reine te komen gaat bij Jezus het besef leven dat Hijzelf moet lijden en sterven opdat het rijk komt. Hij wil de komst van het Koninkrijk forceren. Maar ook nu kwam de crisis niet. De Messias verscheen niet in Zijn heerlijkheid. Jezus stierf aan het kruis. Maar de discipelen bleven uitzien en gesterkt door de paas- en pinkstervisioenen bleven zij wachten op de komst van Zijn Rijk. Het ware verstaan van Jezus vindt plaats in de relatie van Zijn wil tot de onze. We komen eerst in de ware verhouding tot Hem, als we door Hem gegrepen zijn.
Het behoort tot de belangrijkste thesen van Albert Schweitzer dat Jezus’ leven, prediking, lijden en sterven bepaald worden door een apocalyptische ‘dogmatiek’. Zo moest het gebeuren. Het lag ‘dogmatisch’ allemaal vast. En in die ‘dogmatiek’ geloofde Jezus. Hij leefde in de verwachting dat het koninkrijk Gods zou komen tijdens zijn leven. In dat kader passen ook zijn geboden, zoals hij die in de Bergrede heeft gegeven. De ethiek van Jezus is alleen te begrijpen als interimsethiek. Het is niet de ethiek van het koninkrijk Gods zelf, maar het is de ethiek voor die mensen die wachten op het rijk. Mensen die net als Jezus leven in het ‘interim’. Het is ethiek van boete en bekering. Geen ethiek voor de lange duur, geen algemeen en altijd geldende zedenleer. Het is individualistische ethiek, bestemd voor de enkeling, die alles wat op deze wereld belangrijk kan zijn, opgeeft en de oproep van Jezus volgt in de verwachting van de spoedige komst van Gods koninkrijk.
Voor Schweitzer stond vast dat Jezus alleen tot ons kon spreken als we hem in zijn tijd zien en laten zijn wat hij was: een wonderlijke apocalypticus, een vreemde raadselachtige persoonlijkheid. Zo kan hij mensen van allen tijden steeds opnieuw inspireren en oproepen tot navolging.