De Heilige Sint Barbara: een universele heilige
Dit artikel beschrijft de legende van een zeer intrigerende heilige: Sint Barbara van Nicomedië. Wie was ze? Waar kwam ze vandaan? Wat is haar verhaal en wat is er van waar? Het onderzoekt ook hoe ze wordt afgebeeld en waarom en tevens waar ze beschermheilige van is en hoe dit haar iconografie beïnvloedt.Inleiding
De beroemde verzameling van hagiografieën geschreven door Jacobus de Voraigne was een van de bestsellers van de Middeleeuwen. Vele populaire heiligen zijn in deze Legenda Aurea vereeuwigd. Een van de meest enigmatische hiervan is de heilige Sint Barbara.De Historische Barbara: waar of niet waar?
Over de historische Barbara is helaas weinig bekend. Men denkt dat ze in Nicomedië heeft geleefd en ze wordt dan ook wel “Barbara van Nicomedië” genoemd, al worden ook Heliopolis en Bythinië soms genoemd als haar geboorteplaats. De meeste bronnen echter zijn het er wel over eens dat ze leefde in de tijd van de christenvervolgingen van keizer Maximianus, welke regeerde van 285-305 v. Chr. In tegenstelling tot de historische Barbara is er over haar legende een wirwar aan informatie te vinden. Van het verhaal zijn tientallen net iets van elkaar verschillende versies ontstaan. Daarom beperken we ons hier tot de versie zoals die beschreven is in de Legenda Aurea.Haar legende
De Legenda Aurea vertelt ons dat ze de dochter was van een rijke heidense zakenman genaamd Dioscuros. Barbara zelf bekeerde zich al in haar tienerjaren tot het toen nog vervolgde christelijke geloof. Om Barbara weg te houden van aanbidders besloot Dioscuros haar op te sluiten in een toren die hij liet maken. Het kan ook zijn dat dit een straf was voor haar weigering om te trouwen met de man die hij voor haar uitgekozen. De reden echter, van haar weigering te trouwen lag niet in de aanbidders waar hij Dioscuros vandaan wilde houden, maar in haar verbintenis met de christelijke god voor wie zij maagd wilde blijven.Het volgende gedeelte in de Legenda Aurea is niet geheel duidelijk. Er is sprake van een gebouw dat in aanbouw was en waarin Barbara, toen haar vader weg was op zakenreis, een derde raam liet maken, alleen is het niet zeker of hier een eerder genoemd badhuis wordt bedoeld of de toren waarin ze zou worden opgesloten. Naast dit stukje architectonische herinrichting zou ze ook met haar vinger op de cisterne een kruis hebben getekend dat vandaag de dag nog te zien zou zijn. Een waar wonder, aldus de Legenda Aurea.
Uiteraard ging het derde raam niet onopgemerkt toen Dioscuros eenmaal teruggekeerd was en hij dwong haar de reden erachter te vertellen, waarop ze refereerde aan de heilige drie-eenheid en hij op deze wijze haar bekering ontdekte. Dioscuros besloot hierop zijn dochter te doden met een zwaard, maar zij bad tot God dat hij haar zou beschermen en werd op het laatste moment weggevoerd naar een berg. Dioscuros liet het hier natuurlijk niet bij zitten en wist Barbara te vinden en sleurde haar letterlijk aan haar haren mee terug. Hij sloot haar opnieuw op en bracht haar voor de rechter, welke haar een keuze gaf: of ze zwoor dat ze de Romeinse goden zou vereren of ze zou vreselijke martelingen ondergaan. Uiteraard koos Barbara voor het laatste. Eerst werd ze gevierendeeld, maar ze stierf niet en dus werd dit gevolgd door slagen met staven en een hamer, terwijl men haar zijdes brandde, maar haar wonden herstelden vanzelf. De rechter besloot vervolgens dat haar tepels moesten worden afgesneden. Zo geschiedde, maar opeens daalde er een engel neer uit de hemel die haar naakte, verwonde lichaam kleedde. Nadat dit wonder had plaatsgevonden werd ze naar een andere stad, Dallasion, gebracht waar ze nogmaals berecht werd en deze rechter besloot dat ze moest worden onthoofd. Dioscuros besloot het vonnis zelf uit te voeren en bracht haar naar een berg om haar hier te doden. Echter, voordat ze stierf bad Barbara tot Christus en op dat moment kwam er een stem uit de hemel. Deze sprak dat ze had geleden als een martelaar en dat ze als zijn echtgenote in de hemel kon rusten. Toen haar vader de berg weer af liep werd hij plotseling getroffen door een bliksemschicht en stierf.
Iconografie
De elementen uit haar hagiografie vormen de basis voor de manier waarop ze in de christelijke beeldtaal wordt afgebeeld. Ten eerste is ze bijna altijd een jonge vrouw die rijk gekleed gaat. Ten tweede heeft ze een nimbus om aan te geven dat ze heilig is en omdat ze ook een martelares is heeft ze ten derde meestal een palmtak bij zich of draagt ze een martelaarskroon. Ten vierde heeft ze soms een zwaard bij zich: in de literatuur wordt niet uitgelegd waarom ze dit bij zich draagt, maar een analogie met andere heiligen wijst erop dat dit verwijst naar haar onthoofding. Vaak heeft ze ten vijfde nog een kelk met een hostie bij zich, wat verwijst naar een obscure legende volgens welke een engel haar de communie zou hebben gebracht tijdens haar opsluiting. Haar meest kenmerkende attribuut is echter de toren, die altijd drie ramen heeft. Vaak staat de toren naast of achter haar, maar ze houdt hem ook wel in haar hand. In deze toren kan ook de kelk met de hostie aanwezig zijn.