De Chinese revolutie van 1911 (Xinhai-revolutie)
In het jaar 1911 was China aan een verandering toe. De Qing-dynastie, onder leiding van de Mantsjoese keizer Pu Yi, had het al veel te lang voor het zeggen in China en het keizerrijk moest vallen. Een revolutie was de manier om tot veranderingen te komen. De Xinhai-revolutie (1911) onder leiding van Tongmenghui zorgde hiervoor. Op 10 oktober 1911 begon de revolutie en deze eindigde op 12 februari 1912 met de oprichting van de republiek China
Qing-dynastie
De Qing-dynastie volgde in 1644 de Ming-dynastie op en werd pas in 1911 door de Xinhai-revolutie ten val gebracht. Maar de oprichting van deze dynastie begon al in de 17e eeuw onder leiding van Nurhaci uit de Mantsjoerije-regio. Zijn stam veroverde vele stammen in het noordoosten van China en kreeg andere stammen als bondgenoten. Hij verenigde de overwonnen en aangesloten stammen onder één dynastie, de latere Jin-dynastie. Deze dynastie werd opgevolgd door Nurhaci's zoon Hong Taiji die in 1635 de naam Mantsjoes aannam voor de dynastie. Maar nog geen jaar later veranderde hij de naam in Qing (helder). In 1644 veroverden ze Peking en volgden ze de Ming-dynastie op als heersers, maar pas veertig jaar na de val van Peking had de Qing-dynastie ook daadwerkelijk geheel China in handen. Hun rijk groeide uit tot wel twee keer de grote van hun voorgangers, de Ming-Dynastie. Door het toevoegen van gebieden zoals Tibet, Mongolië, Birma en Taiwan was de Qing-dynastie ook nog eens de meest multi-etnische van alle dynastieën voor hen. Tot aan de Xinhai-revolutie hebben er vele opstanden plaatsgevonden om de Qing-dynastie onderuit te halen maar allen faalden.
Xinhai-revolutie
Na de dood van keizer Guangxu en keizerin-regentes Cixi, kwam de rol als keizer terecht bij de de tweejarige Pu Yi. Zijn vader, prins Chun, werd als regent voor de jonge keizer aangesteld. Al jaren ging het slecht in China. Provincies hadden gigantische schulden en natuurrampen en voedseltekorten zorgden voor onrust onder de bevolking en overal braken gevechten uit. Dit speelde de nieuwe politiek in de kaart en de revolutie begon.
Nieuwe politiek
Tijdens de Bokseropstand,1899-1901, werd er gestreden tegen de westerse invloed van handel, politiek, religie en technologie. Doordat het slecht ging met de economie zag de westerse wereld hun kans schoon om mijnconcessies en vrije handelsverdragen te verkrijgen met China. Hierdoor steeg de armoede in China en menig agrariër en religieuze organisatie kwam in opstand. De keizerin-regentes Cixi stond achter deze opstand en door haar inmenging werd de onvrede over het Qing-dynastie ook nog groter. In het jaar 1900 werd door de Qing-dynastie het 'nieuwe leger' opgericht. In de stad Wuhan, aan de Yangtze-rivier, werd het nieuwe leger gevestigd. Ook de militaire industrie voor wapens en uitrusting werd naar Wuhan gehaald en wel naar het stadsdeel Wuchang. Hierdoor was er een heel nieuw leger en ook veel nieuwe bedrijven die de kamer van koophandel oprichten. Samen met ook nog het assemblee van de provincie vormden ze de Nieuwe politiek
Sun Yat-sen
Iemand die ver voorstander was van de Nieuwe politiek en de weg die ze insloegen was Sun Yat-sen. Hij was een revolutionair Chinees en wilde dat China meer ging lijken op de westerse wereld en ook dit model van leven ging aanhouden. Bij de adel kreeg hij geen gehoor, dit mede door zijn lage komaf en gebrek aan klassieke Chinese scholing. In 1894 ging hij naar Hawaï waar hij de Xingzhong Hui (Genootschap voor de Opleving van China) oprichtte. Menig buiten China wonende Chinees steunden hem daarin. Maar ook in China zelf kreeg hij steeds meer aanhangers. Zo ook in Wuchang.
Opstand van Wuchang
De opstand begon eigenlijk per ongeluk in 1911. Een revolutionaire groep van het leger had een bom gemaakt om de Qing-dynastie schade aan te doen. Per ongeluk ging deze in Wuchang af, waarna er muiterij plaatsvond in het leger. De kamer van koophandel van Wuchang en van stadsdeel Hankou stonden achter de muiters. Na deze muiterij besloot het provinciaal assemblee van Hubei (waar ook Wuchang onder viel) zich af te scheiden van de Qing-dynastie.
De revolutie ging verder
In oktober en november 1911 verlieten nog eens dertien provinciën de Qing-dynastie. Maar dit alles ging niet zonder bloedvergieten. Menig Mantsjoe werd vermoord. De meest bloedige moordpartijen vonden plaats in de stad Xian, waar tienduizend Mantsjoes werden vermoord. Het heeft de elites weken gekost om weer de rust te laten terugkeren. De bevolking zelf echter heeft hier helemaal niks mee te maken gehad. Het provinciale assemblee koos daarna in december 1911 Sun Yat-sen tot hun nieuwe leider en president. Dit terwijl de keizer en zijn vader, de regent, nog steeds de heersers waren over China. Maar vanwege de onrust en de moord op zoveel Mantsjoes had de regent, prins Chun, de bescherming ingeroepen van Yuan Shikai. Shikai, als militair, zette zijn leger echter niet in tegen de opstandelingen maar ging de onderhandeling aan. Hij wilde vrede stichten tussen het keizerlijk hof, het leger en de provincies. Tijdens deze onderhandelingen werd afgesproken dat de keizer diende af te treden. Dat deed hij dan ook op 12 februari 1912. Hierna werd Yuan Shikai in april de nieuwe en eerste president van de republiek China en waren de revolutie en de Qing-dynastie ten einde.
Film: 1911 revolution
De film 1911 revolution werd in het jaar 2011 gemaakt, naar aanleiding van het honderd jarig bestaan van de republiek China. Tegelijkertijd was het ook de honderdste film voor de acteur Jackie Chan. Niet alleen acteerde hij in deze film maar tevens is hij de executive producer en co-director.
In september 2010 begonnen ze met het filmen van de film die vol in het teken staat van de Xinhai-revolutie. Na een half jaar van opnames was de film klaar. Op 23 september 2011 ging de film in China in première en op 29 september 2011 in Hong Kong. Tijdens het vierentwintigste internationale filmfestival in Tokyo was het de openingsfilm.