Wat is algemene taalwetenschap?
De taalwetenschap is een veelomvattend, maar helaas nogal onbekend vakgebied. Wanneer mensen aan taal denken, gaat dat meestal om de meer praktische toepassing ervan: communicatie, taal leren, grammatica, spelling, enz. Dit zijn uiteraard belangrijke aspecten van taal, maar het doel van de taalwetenschap overstijgt het praktische onderdeel. Het gaat niet om het zelf toepassen van communicatie, grammatica en spelling, maar om de achterliggende vraag: Hoe gaat dat in zijn werk?
De meeste mensen verwachten dat taalwetenschappers alle talen spreken. Met zo’n 5000-6000 talen in de wereld is dat niet alleen een onmogelijke taak, maar ook een onnodige. Taalwetenschappers bestuderen een taal op zich, zonder deze per se zelf te kennen. Het gaat niet om de ervaring van het leerproces, maar om de structuur van de taal. De algemene taalwetenschap biedt een theoretische basis waarop andere deelgebieden, zoals toegepaste taalwetenschap en taalpathologie, op voortborduren.
Algemene taalwetenschap
Verschillende vakgebieden van de algemene taalwetenschap geven antwoord op verschillende vragen. Fonetiek: Welke klanken gebruikt de taal? Fonologie: Welke klanken zijn betekenisonderscheidend binnen een taal? Morfologie: Uit welke kleine betekenisvolle elementen is de taal opgebouwd? Lexicologie: Hoe worden woorden gebruikt binnen de taal? Syntaxis: Hoe worden grammaticale zinnen opgebouwd? Semantiek: Welke logische betekenis hebben de zinnen? Pragmatiek: Welke boodschap wordt met de zin overgebracht?
Fonetiek en fonologie
Deze indeling in vakgebieden wordt duidelijker als we de zin
Hij houdt van chocoladekoekjes bekijken. Het onderscheid tussen fonetiek en fonologie is het lastigst.
- Volgens de fonetiek bestaat deze zin uit 22 klanken: h.ij.h.ou.t.f.a.n.ch.o.k.o.l.a.d.e.k.oe.k.j.e.s.
- Voor de fonologie bestaat deze zin uit 18 klanken: h.ij.ou.t.f.a.n.ch.o.k.l.a.d.e.k.oe.j.s.
Fonetici bestuderen de productie en perceptie van de klanken in alle talen, terwijl fonologen zich bezig houden met welke klanken betekenisonderscheidend zijn (zoals /p/ en /b/ in
pan en
ban) binnen een specifieke taal. Bij deze zin zullen fonetici geïnteresseerd zijn in de realisatie van de diftongen (dubbele klinkers)
ij en
ou, terwijl de fonologen zich richten op de context waarin de klanken gebruikt worden. De zin vertoont bijvoorbeeld het fonologische proces van assimilatie: klanken veranderen onder invloed van klanken in de buurt. Onder invloed van de t-klank van
houdt wordt
van met een f-klank uitgesproken.
De andere vakgebieden
Met de zin
Hij houdt van chocoladekoekjes in het achterhoofd kunnen ook de andere vakgebieden van de algemene taalwetenschap beter uitgelegd worden.
- Morfologie: We zien acht betekenisvolle elementen voor deze zin: hij, houd, -t, van, chocolade, koek, je en –s. Sommige elementen dragen een directe betekenis, zoals hij (verwijzend naar een mannelijk persoon) en chocolade, maar sommige dragen alleen een grammaticale betekenis zoals je voor verkleining en –s voor meervoud.
- Lexicologie: De woordkeuze binnen de zin. De hij in de zin houdt van de chocoladekoekjes. Het is niet “gek zijn op”, “dol zijn op”, “eet graag” of “prefereert”, maar “houden van”. Lexicologen houden zich ook bezig met welke woorden vaak samen voorkomen. In een grote database zullen zij vinden dat houdt vaak gevolgd wordt door van.
- Syntaxis: De grammatica van de zin. Het onderwerp is hij, het werkwoord is houdt van en het lijdend voorwerp is chocoladekoekjes. De aard van het onderwerp (hij) beïnvloedt de vorm van het werkwoord (houd+t).
- Semantiek: De logische betekenis van de zin. Er bestaat een verband tussen hij en de chocoladekoekjes en dit verband wordt omschreven als houden van.
- Pragmatiek: Afhankelijk van de situatie kan de zin een andere boodschap overbrengen. Als een moeder deze zin uitspreekt terwijl er pindakoekjes geserveerd worden voor haar zoon, dan is de achterliggende boodschap dat hij geen pindakoekjes lust. Als een vrouw deze zin zegt omdat haar man chocolade om zijn mond heeft, is de boodschap verontschuldigend.
En spelling dan?
De spelling van de taal is voor taalwetenschappers van ondergeschikt belang. Het maakt een taalwetenschapper niet uit of
hij word of
hij wordt correct is. Spellingsregels worden van bovenaf opgelegd en op scholen aangeleerd. Voor ieders persoonlijke gebruik (en dus ook voor een taalwetenschapper) is het van belang om de regels juist toe te passen. Zonder duidelijke regels wordt het schrijven van de taal een puinhoop en begrijpen we elkaar niet meer. Maar hoe deze regels precies in elkaar zitten, staat los van de taal. De huidige spelling van het Nederlands is een uniforme manier om de Nederlandse taal weer te geven. In die zin dient de spelling haar doel, maar je zou net zo goed plaatjes kunnen gebruiken. Of gebaren. Of Chinese karakters. Voor de Nederlandse taal maakt het niets uit hoe de boodschap wordt overgebracht àls de boodschap maar wordt overgebracht. Spelling is slechts een weergave van de taal en daarom van secundair belang. Het bewijs hiervoor is drieledig: (1) er zijn culturen zonder schrift, maar geen culturen zonder taal, (2) gesproken taal wordt altijd als eerste geleerd en (3) mensen hebben een aangeboren vermogen voor gesproken taal maar niet voor geschreven taal.
Denk er maar eens over na: wat is het echte verschil tussen pannekoek en pannenkoek? Beide woorden verwijzen naar dezelfde lekkernij. Of je dat nu met of zonder tussen-n schrijft, doet niets af aan de smaak van de pannenkoek of hoe wij over pannenkoeken praten. Spelling is als de spiegel van de taal: het biedt een mooi beeld, maar niet meer dan een spiegeling. Het is goed dat men kinderen leert om correct te spellen, maar taalontwikkeling is zoveel meer dan een paar regels over stam+t.
Taalwetenschappers beschrijven wat er binnen de taal gebeurt zonder een oordeel te vellen over de correctheid daarvan. Taalwetenschappers schrijven de regels niet voor, maar bestuderen uiteraard wel wat mensen met die regels doen. Het ontstaan en gebruik van de verschillende schriften op de wereld en hoe spellingfouten bij kinderen op dieperliggende taalproblemen kunnen wijzen, zijn daardoor wel onderwerp van studie.
Raakvlakken
Een combinatie van algemene taalwetenschap en andere vakgebieden levert een aantal kruisgebieden op:
- Geschiedenis: historische taalwetenschap Onderzoekt taalverandering door de tijd en het ontstaan van taal.
- Informatica: computationele taalkunde computers natuurlijke taal laten begrijpen, vertalen, voorlezen of produceren.
- Medicijnen: neurolinguïstiek De studie van hersenactiviteit tijdens taalverwerking. Hierbij worden de hersenen direct bekeken d.m.v. geavanceerde technieken zoals PET-scans en MRI.
- Psychologie: psycholinguïstiek De studie van de hersenprocessen die een rol spelen bij taal. Het gaat hier om de theorie achter taalprocessen als begrijpen, een gedachte uitspreken, woordopslag, grammatica toepassen, enz.
- Sociologie: sociolinguïstiek Onderzoekt hoe taal beïnvloed wordt door sociale factoren zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, etc. (zowel voor een individu als voor groepen).