Alfabet (26 letter)
Het alfabet is genoemd naar de Griekse letters alfa en bèta, samengevoegd alfabet. Alfabet betekent een reeks lettertekens in een vaste volgorde, waarmee de klanken van een taal worden genoteerd.
Geschiedenis
Ongeveer 4500 jaar geleden werd in verschillende plekken op de wereld het schrift uitgevonden. Doordat steeds meer mensen gingen handelen en allerlei spullen gingen verkopen kerfde ze kleine tekeningetjes in kleitabletten om niet te vergeten aan wie je wat had verkocht. De Soemeriërs waren de eersten die op kleitabletten gingen schrijven. De tekens die zij gebruikten hadden wel iets van spijkers weg. Daarom heet hun schrift het spijkerschrift.
In het begin schreven de mensen op een andere manier dan nu. Letters zoals we die nu kennen bestonden toen niet. In plaats van letters schreven ze met tekeningen. Een zo’n tekeningetje betekende een heel woord. Als je het woord aap wilde schrijven tekende je gewoon een aap. De Egyptenaren bedachten ongeveer tegelijkertijd het schrift. De oude Egyptenaren schreven ook met tekeningen, die noemen we hiërogliefen. Net als het schrift van de Soemeriërs is dat een beeldschrift. In China sloegen ze de kleitabletten over en men tekende vanaf het begin op papier. Het Chinese schrift is erg ingewikkeld. Er bestaan maar liefst 50.000 verschillende Chinese tekens.
Omdat het met al die tekens lang duurde voordat een tekst helemaal af was, werden de tekeningen in de loop der tijd steeds simpeler. Op een gegeven moment kwam er een doorbraak, en stonden de tekens niet meer voor een heel woord maar voor een klank. Je had er dus meer nodig om een woord te schrijven. De eersten die een alfabet met klanktekens gebruikten, waren de Feniciërs. In 750 voor Christus namen de Grieken het schrift van de Feniciërs over. Net als hun voorgangers lazen de Grieken de zinnen van rechts naar links. Later bleek dat het lezen van links naar rechts een stuk makkelijker was. De Grieken voegden een aantal letters aan het Feniscische schrift toe, zoals de C, W, F en Y. Door de handel met de Romeinen belandde het Griekse alfabet in Italië. Daar werd het verder verbeterd. Ons alfabet lijkt erg veel op dat van de Romeinen.
In de middeleeuwen konden nog maar weinig mensen lezen of schrijven. Monniken in kloosters waren vrijwel de enige die boeken schreven. Omdat er nog geen drukpers was, moest alles met de hand worden uitgewerkt. De monniken schreven met een ganzenveer op perkament. Schrijven was toen een hele klus, want iedereen vond het belangrijk dat het handschrift mooi was. Monniken maakten altijd hele kunstwerken van hun boeken, daarom heet tijdrovend werk ook wel monnikenwerk. Johannes Gutenberg vond in 1455 de boekdrukkunst uit. Boeken werden voortaan gedrukt met letters van lood. Die drukletters werkten als stempels. Het was een geweldige uitvinding: boeken konden sneller en met meerdere tegelijk worden gemaakt.
Ontcijfering van het Egyptische schrift
In het oude Egypte konden maar weinig mensen hiërogliefen lezen. Toen de de oude Egyptische cultuur was ingestort, was er niemand meer over die wist wat alle afbeeldingen betekende. Zo bleven de hiërogliefen heel lang een raadsel. Het Egyptische hiërogliefenschrift bestaat uit ongeveer 700 verschillende tekens. Rond 1800 slaagde de Fransman Jean Francois Champollion erin een oude Egyptische tekst te vertalen.
Die tekst stond op een steen gebeiteld die Franse soldaten in 1799 tijdens een expeditie van Napoleon naar Egypte in het plaatje Rosette (dat nu Rashid heet) vonden. Op de beroemde steen van Rosette staat onder het gedeelte met de hiërogliefen een Griekse vertaling en demotisch schrift. Aan de hand van die twee kon Jean Francois Champollion het hiërogliefenschrift ontrafelen. Dat heeft hem echter wel 20 jaar gekost.
Blindenschrift
Lezen is een stuk moeilijker als je blind bent. Om blinde mensen toch te laten lezen, bedacht de Fransman Louis Braille in 1824 het brailleschrift. De letters van dit brailleschrift bestaan uit kleine bobbeltjes op papier. Door met de vingers over de bolletjes te gaan kan een blinde lezen wat er staat.
Geheimschrift
In oorlogsituaties werd volop gebruik gemaakt van geheimschrift. In de tweede wereldoorlog gebruikte de Duitsers de Enigma om geheime boodschappen van codes te voorzien. De Enigma lijkt veel op een typemachine. Er zitten drie ronddraaiende schijven in. Die schijven kunnen op verschillende manieren worden ingesteld. OP die manier kan het ding maar liefst 11 miljoen lettercombinaties maken.
De hele oorlog lang dachten de Duitsers dat hun geheime boodschappen niet afgeluisterd konden worden. Dit was echter niet zo. Want al in 1940 kregen de Briten zelf zo’n codeermachine in handen. Een Pool die in de Enigmafabriek werkte, had alle onderdelen mee naar buiten gesmokkeld om het vervolgens aan de Britten te geven. Voordat de Britten de codes konden ontcijferen, moesten ze wel iedere dag de codesleutel kraken. De codesleutel is de manier waarop de schijven stonden ingesteld. Alleen als de ontvangende Enigma machine op precies dezelfde manier stond ingesteld als de versturende Enigma kon je de codes kraken. En die instellingen veranderde elke dag.