De taalhandelingstheorie van J.R. Searle
In 1979 kwam wetenschapper John R. Searle met een theorie over taalhandelingen. De oorspronkelijke Engelse benaming hiervoor is 'speech act theory'. Volgens Searle zijn er vijf manieren waarop wij taal gebruiken. De taalhandelingen die hij heeft beschreven zijn representatieve, directieve, commissieve, expressieve en declaratieve taalhandelingen. Nog steeds wordt zijn theorie over taalhandelingen of 'speech acts' gebruikt in de taalwetenschap.
Representatieve taalhandelingen
Deze slaan op alle taalhandelingen die een stand van zaken uit de werkelijkheid afbeelden. De taalhandeling is een weergave van de toestand in de wereld. De uitspraak hoeft echter niet waar te zijn, het moet alleen maar waar zijn in de ogen van de persoon die de uitspraak doet.
Voorbeelden
- Meedelen
- Inlichten
- Verklaren
- Vertellen
- Weergeven
- Bevestigen
- Ontkennen
- Beweren
Directieve taalhandelingen
De intentie van de spreker bij een directieve taalhandeling is dat hij/zij iets wil. De spreker probeert dat door in communicatief opzicht de hoorder iets te laten uitvoeren, of juist niet te laten uitvoeren.
Voorbeelden
- Bevelen
- Smeken
- Vragen
- Instrueren
- Adviseren
- Aanraden
- Verbieden
- Commanderen
Commissieve taalhandelingen
Met een commissieve handeling bindt of verplicht de spreker zich in de toekomst een bepaalde handeling te verrichten of juist na te laten. Anders dan met directieven moet de spreker zelf handelen om in overeenstemming te komen met de woorden. Er is sprake van 'commitment'.
Voorbeelden
- Zweren
- Beloven
- Wedden
- Zich verplichten
- Garanderen
Expressieve taalhandelingen
Alle taalhandelingen waarmee de spreker zijn gevoelens, houdingen, opvattingen, waardeoordelen of emoties laat zien. Het zijn dus niet, zoals bij representatieve taalhandelingen, uitspraken over de buitenwereld, maar over de binnenwereld van de spreker.
Voorbeelden
- Waarderen
- Beoordelen
- Wensen
- Prijzen
- Schelden
- Klagen
- Mopperen
Declaratieve taalhandelingen
Moeilijk uitgelegd: met een declaratieve handeling zet de spreker 'de wereld in overeenstemming met wat hij/zij op dat moment zegt. Je zou kunnen zeggen dat het een taalhandeling is die een nieuwe werkelijkheid maakt, het zijn taalhandelingen die dingen laten gebeuren. Dit gaat vaak over een bepaalde maatschappelijke institutie, waarbij de spreker macht heeft over de hoorder. Denk bijvoorbeeld aan een rechter die macht heeft over een verdachte.
Voorbeelden
- De oorlog verklaren
- Iemand ontslaan
- Iemand dopen
- Iemand aansprakelijk stellen
- Het zich veroorloven
- Het opzeggen