Varsselder-Veldhunten, Achterhoeks kerkdorp
Varsselder-Veldhunten is een zogeheten kerkdorp in het diepst van de Achterhoek, pal aan de Duitse grens. Het telt niet meer dan zo'n 800 inwoners. Een kerk en een kroeg zijn er nog, de detailhandel verdween er in de tachtiger jaren van de vorige eeuw. Het is een hechte gemeenschap met een rijk verenigingsleven, zoals vaak in een kleine kern gebruikelijk is. Het samengaan van de beide buurtschappen Varsselder en Veldhunten ging niet zonder slag of stoot, maar is wel een boeiend proces geweest.
Twee buurtschappen: Varsselder en Veldhunten
Varsselder-Veldhunten staat bekend als het dorp met de dubbele naam. Oorspronkelijk waren het twee buurtschappen die hun naam alle eer aan deden. Varsselder was een uitgestrekte woonbuurt zonder dorpskern en vormde met Etten en Ulft de
IJsselweiden. Dit waren weilanden tot aan de IJssel, die door de adellijke machthebbers werden beheerd. De boeren mochten hier hun koeien laten grazen tegen betaling. Dit woongebied kreeg verschillende namen toebedeeld waaronder IJsselder en Varswei, waaruit Varsselder ontstond.
Oorsprong van de naam Veldhunten
De oorsprong van de naam Veldhunten moet men zoeken bij de
familie Hunten, die woonde op het adres dat nu bekend staat als Elsterweg 3, de huidige woning van de familie Schepers. Dit waren mensen die veel invloed hadden en anderen de baas waren. Hieromheen vormde zich een kern met een aantal woningen.
Deze en nog verder in het veld gelegen woningen deden de naam Veldhunten ontstaan. Zo was de situatie ongeveer in het begin van de 20e eeuw en het merendeel van de huizen bestond uit boerderijen en
"'kaatsteden" (daghuurderswoningen) . Deze mensen stelden hun diensten ter beschikking aan de grote boeren, hetgeen weer ten gunste kwam van hun eigen bestaan.
Gildegebouw De Tent
Nadat school, kerk en het gildegebouw De Tent (in de volksmond het feestgebouw geheten) waren gebouwd, ontplooiden de twee buurtschappen meerdere activiteiten en werden ondernemend. Dit resulteerde in het feit dat enkele personen zich vestigden als ambachtsman, winkelier of caféhouder. Voordat de locaties tot stand kwamen, werd er veel en lang gepraat over en waar deze gebouwen moesten komen, ofwel op Varsselders, of op Veldhuntens grondgebied.
De mensen waren steeds gewend geweest om hun eigen buurtschap te verdedigen en de tweekamp Varsselder-Veldhunten was dan ook vaak het mikpunt dat zijn grenzen niet kende. Men kwam voor zijn of haar eigen buurtschap op wat vaak heel wat onderlinge strubbelingen opleverde. Het Gilde was de enige vorm van verenigingsleven, dat op gezette tijden zorgde voor volksvermaak.
Voetbalderby Varsselder-Veldhunten
Naarmate het dorp zich verder ontwikkelde werd de rivaliteit alleen maar groter. Kinderen sloegen elkaar de klompen stuk op het hoofd bij de redetwisten die ontstonden. Bij de ouderen was de machtsstrijd nog groter, als er belangen van kerk, school, of verenigingen op het spel stonden. Altijd werd er getracht om de verdeling zoveel mogelijk gelijk te laten verlopen. Of het nu ging om een kerkmeester, gemeenteraadslid,
gildekoning of paardenkeuring, steeds was er strijd tussen de buurtschappen.
Ook toen beiden één kerkdorp waren geworden ging dit door. Er werd zelfs nog een schepje bovenop gedaan, toen er in de jaren vijftig van de 20e eeuw jaarlijks een voetbalwedstrijd kwam tussen Varsselder en Veldhunten en er op Koninginnedag een hanengevecht werd gehouden tussen een haan uit Varsselder en een haan uit Veldhunten.
Bron: Gouwenaar, Wikimedia Commons (Publiek domein) Nieuw elan in de zestiger jaren
In al deze twisten, kwam in de zestiger jaren verandering, toen er een soort van
perestrojka werd ingevoerd, hervorming dus. Men ging anders denken, het verenigingsleven veranderde en men stond meer naast elkaar. De jeugd stelde zich anders op en er kwam een gezamenlijk jeugdgebouw.
Nieuwe verenigingen werden opgericht, waaronder zangkoren, culturele verenigingen en sportgroeperingen. Hiermee verdween een stuk oud zeer en dit werd ondersteund door een ruimer denkende kerk en school. Men kon er later om lachen en met de nodige humor wordt er nog wel eens gekibbeld om iets onbetekenends.
Varsselder, waar in de dorpskern altijd bedrijvigheid is en Veldhunten, waar de landelijke rust heerst, waar de gemoedelijkheid nog hoogtij viert en nog enkele actieve agrariërs hun beroep uitoefenen, boeren die zich in dat gedeelte van het dorp thuis voelen, als onderdeel van een zeer vooruitstrevend dorp, waar de kreet "boeren, burgers en buitenlui" nog zeer toepasselijk is.