De facetten van Alma Mahler

Alma was de oudste dochter van de kunstschilder Emil Jakob Schindler (1842-1892) en groeide op in een huishouden, dat contact had met de Weense kunstwereld van die tijd. De beroemde schilder Gustav Klimt (1862-1918) was een goede vriend van haar vader. Daardoor werd Alma, die als meisje al opviel vanwege haar schoonheid, al vroeg gedurende enige tijd diens model, minnares en muze. Ook had ze al jong liefdesrelaties met andere belangrijke persoonlijkheden, als Max Burckhard (1854-1912), directeur van het Weense Burgtheater tussen 1890 en 1898, en de componist Alexander von Zemlinsky (1871-1942), die vanaf 1900 haar muziekleraar was.
Alma als echtgenote en minnares
Het huwelijk met Gustav MahlerHet zou von Zemlinsky zijn, die Alma in contact bracht met de gevierde componist Gustav Mahler (1860-1911), die in 1901 het vierde deel van zijn Vijfde symfonie, het ‘adagietto’, schreef als liefdesverklaring aan haar. In 1902 huwden ze –Alma was toen 23 jaar oud en 19 jaar jonger dan Mahler. Alma moet gehoopt hebben om in het kielzog van Mahler zelf ook erkenning te krijgen als componiste. De liederen, die ze componeerde werden echter tot haar grote woede door haar man niet echt serieus genomen. Wel mocht ze van Mahler hem bijstaan bij het corrigeren van zijn eigen composities. Pas aan het einde van hun huwelijk, toen Alma al een relatie had met Walter Gropius, begon Mahler zich voor het eerst in haar composities te interesseren.
Het huwelijk met Mahler had een nogal dramatische afloop. Het echtpaar had twee dochters, Maria Anna (1902-1907) en Anna Justina (1904-1988). Anna Maria overleed echter op jonge leeftijd en, ook al schijnt Alma nauwelijks verdrietig te zijn geweest over haar dood, heeft ze het Mahler altijd verweten het lot getart te hebben met zijn ‘Kindertotenlieder’. Het huwelijk ging zienderogen achteruit. Alma had diverse buitenechtelijke relaties, onder andere met de architect Walter Gropius (1883-1969). Ook Alexander von Zemlinbsky was ondertussen een aanbidder van haar gebleven en hij had wel interesse in haar kunstenaarsschap, wat waarschijnlijk ook druk uiitoefende. Het schijnt dat Mahler de praktijk van Sigmund Freud bezocht heeft om over zijn huwelijk te praten. Ook werd bij Mahler een hartafwijking vastgesteld, waaraan hij in 1911 zou overlijden.
Het huwelijk met Walter Gropius
Tijdens haar huwelijk met Mahler ging Alma al om met Walter Gropius, later de oprichter van de Bauhaus school in 1919. In 1915 zou ze met hem trouwen, vier jaar na de dood van Mahler. Ze kregen één dochter, Manon (1916-1935). Ook tijdens dit huwelijk had Alma enkele stormachtige buitenechtelijke relaties, om te beginnen met de schilder Oskar Kokoshka (1886-1980), dat enkele jaren duurde.
Oskar Kokoshka
De passie in de relatie met Kokoshka schijnt Alma op den duur te veel te zijn geworden. In al haar eerdere relaties had ze zichzelf altijd binnen een positie kunnen manoeuvreren, waarin ze een zekere macht kon uitoefenen op haar minnaar. Bij Kokoshka kan echter gesproken worden van een echte ‘amour fou’, wat culmineerde in het meesterwerk uit 1915 ‘Die Windbraut’. Daarop zijn Kokoshka zelf en Alma, liggend in elkaars armen, middenin een nachtelijke landschap afgebeeld. Uiteindelijk verliet Alma de expressionistische schilder voor de schrijver Franz Werfel (1890-1945). De hartstochtelijke liefde van Kokoshka schijnt zo ver te zijn gegaan dat hij daarna een pop van Alma heeft laten maken om zich haar tot in de details te kunnen blijven herinneren. Volgens verhalen moet hij die pop zelfs op een keer met zich hebben meegenomen naar het theater.
Het huwelijk met Franz Werfel
Ook de relatie, die Alma met Franz Werfel had, werd nog tijdens haar huwelijk met Walter Gropius begonnen. Ook die was niet echt goed te noemen. Alma had de expressionistische dichter en schrijver leren kennen dankzij Franz Blei, ook een Weens schrijver en vriend van Franz Kafka. Met hem kreeg ze nog tijdens dat huwelijk in 1918 een kind, dat te vroeg werd geboren en 10 maanden later aan progeria (vroegtijdige veroudering) zou sterven. In 1920 scheidde Alma van Gropius, waarna de weg vrij was om, overigens pas in 1929, met Werfel te trouwen.
Vanaf 1938 kregen Alma en Werfel te maken met de opkomst van de Nazi´s in Duitsland, die de ‘Anschluss’ met Oostenrijk bewerkstelligden. Op het moment dat het Duitse leger Oostenrijk binnenkwam bevond Werfel zich net in Italië en werd hij het land niet meer toegelaten. Als toneelschrijver had hij sinds het begin van de jaren dertig al theater geschreven dat de Nazi´s op de hak nam. Bovendien kwam hij van Tsjechisch joodse familie. Het echtpaar moest dus uitwijken naar Frankrijk. Daarvandaan heeft het, bij het begin van de Tweede Wereldoorlog, weer via Spanje en Portugal naar de Verenigde Staten moeten doorreizen. Daar kreeg Werfel snel succes met zijn roman ‘Song for Bernadette’ uit 1942. Het werd in 1943 verfilmd.
Amerikaans staatsburgerschap
Toen Werfel in 1945 aan een hartaanval overleed, is Alma in 1946 Amerikaans staatsburger geworden en in New York gaan wonen. Daar is ze cultureel actief gebleven tot haar dood in 1964.