Schrijvers 20e eeuw: Godfried Bomans - leven en werk
Op 22 december 1971 overleed de grenzeloos populaire schrijver Godfried Bomans. Hij was niet alleen bekend geworden door zijn vele boeken, reportages en artikelen in tijdschriften. Ook zijn optredens voor de radio en televisie hadden bijgedragen aan de populariteit van de veelgelezen schrijver. Zijn turbulente leven laat zich niet in kort bestek beschrijven. Deze korte biografie belicht ook enkele minder bekende kanten van zijn leven.
Populariteit
Zijn optredens voor radio en televisie hadden Godfried Bomans grenzeloos populair gemaakt. Hij overleed, tot ontsteltenis van velen, onverwacht op 22 december 1971. Tijdens zijn leven werden miljoenen exemplaren van zijn boeken verkocht. Hij was geen groot schrijver (tijdens zijn leven was hij jaloers op grote schrijvers als Charles Dickens), maar hij heeft, zeker als sprookjesverteller, zijn eigen grote verdienste. Bovendien heeft hij onnavolgbare beschrijvingen van ons katholieke verleden nagelaten.
Jeugd
Godfried Bomans werd geboren op 2 maart 1913 in Den Haag. Hij groeide op in Haarlem, waar zijn dominante vader een advocatenpraktijk was begonnen. Godfried was bang voor zijn vader. Er werd thuis niet gesproken, vooral niet tegen vader. De communicatie in huize Bomans ging per brief. De opvoeding was Spartaans. Godfried mocht niet met zijn ogen knipperen als zijn vader hem een glas water in het gezicht gooide. Zijn moeder, die tijdens het vasten met een weegschaal de porties voor de kinderen afmat, onthield hem de moederlijke liefde en tederheid waar hij zo naar verlangde. Godfried voelde zich, zo blijkt uit zijn jeugdherinneringen, niet gelukkig in het prachtige ouderlijk huis in Haarlem.
Student en schrijver
Godfried Bomans bezocht het lyceum in Overveen. Hij schreef er zijn eerste werk, het kolderieke treurspel
Bloed en liefde. Zijn succesvolle vader, zelf in korte tijd wethouder van Haarlem en lid van de Tweede Kamer, en een niet onverdienstelijk advocaat en geslaagd zakenman, verwachtte een briljante studiecarrière van zijn zoon. Godfried kon die verwachtingen niet waarmaken. Zijn schrijversdwang was groter dan zijn motivatie om te studeren. Hij maakte zijn rechtenstudie aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam van 1933 tot 1939 niet af. Hij was er lid van het studentenblad 'Propia Cures'. Na het behalen van het kandidaatsexamen verloor hij alle zin in studeren. Hij wilde schrijver worden. In 1937 verscheen zijn eerste werk in boekvorm, de politieke satire
Memoires of gedenkschriften van minister Pieter Bas (1937). In dit boek beschrijft hij op geestige wijze de jeugd en het ontluikende liefdesleven van deze door hem verzonnen politicus. De reacties in de pers waren lovend. Hij werd 'een humoristisch schrijver en groot talent' genoemd.
Na het zoveelste conflict met zijn vader brak hij de rechtenstudie af, om in Nijmegen psychologie en filosofie te gaan studeren, Ook hier kreeg het schrijverschap meer aandacht dan de studie. In 1941 schreef hij, volgens eigen zeggen in drie weken tijd, het boek
'Erik of het klein insectenboek'. De kleine Erik stapt in dit boek een schilderij binnen, waardoor hij terecht komt in de wondere wereld van de insecten. Hij ontdekt dat de mensen en de insecten toch niet geheel verschillend zijn. In het boek maakt Eric een zwerftocht door de insectenwereld, en krijgen insecten allerlei eigenschappen zoals ijdelheid en standsbesef toebedeeld, die ook bij mensen kunnen worden opgemerkt. Het in slechts drie weken tijds geschreven boek werd een groot succes. Binnen enkele jaren verschenen tien herdrukken. Het werd zijn meest herdrukte en gelezen werk. In november 2013 stond het boek centraal tijdens de de campagne Nederland Leest. Openbare bibliotheken deelden gratis exemplaren van het boek uit aan hun leden.
Schrijven en andere werkzaamheden
Bomans zette in 1941, kort na het overlijden van zijn vader, een punt achter zijn studie psychologie en filosofie in Nijmegen en keerde terug naar Haarlem. Daar leefde hij van de inkomsten van zijn boeken, het schrijven van lekenspelen en het vertalen van 'Dickens'.
In 1945 werd hij benoemd tot kunstredacteur van De Volkskrant. Voor die krant schreef hij het politieke stripverhaal
De avonturen van Pa Pinkelman. De politieke realiteit werd in deze strip in fantasieën verwerkt. Het is bekend dat veel leden van het toenmalige kabinet de strip dagelijks met veel plezier lazen. De stripverhalen werden later gebundeld, onder andere in
Pa Pinkelman (1952). Ook de verzonnen interviews die hij schreef als redacteur van het weekblad Elsevier werden later gebundeld in
Kopstukken (1947).
Zijn volgens velen belangwekkendste boek,
Sprookjes, verscheen in 1946. Een tweede sprookjesbundel was
Wonderlijke nachten (1949). De sprookjes van Bomans zijn zeer humoristisch, maar ook altijd wat luguber. Het zijn spannende, enge en romantische verhalen over koningen, heksen, kabouters en andere sprookjesfiguren.
Hij schreef ook boeken die niet zo bekend zijn geworden. Zo verscheen in 1950
Een halve eeuw Trappistenleven, een beschrijving van het leven in het Trappistenklooster in Zundert. Zijn broer Arnold was destijds in dat klooster ingetreden.
Zijn verblijf in Rome, medio jaren vijftig, bleef niet onopgemerkt. Hij maakte een serie reportages voor de De Volkskrant en het weekblad Elsevier.
Zijn werken over geloof en de kerk hebben een serieus karakter. In het boek
in de kou (1969) haalt hij samen met Michel van de Plas herinneringen op aan hun roomse jeugd. De titel is veelzeggend. Ze vonden dat de gelovigen door de kerk in de steek waren gelaten. Een jaar later verscheen het boek
Beminde gelovigen (1970). In dit boek haalt Bomans zijn kostelijke herinneringen op aan het rijke roomse leven.
Bekende Nederlander
Na het verschijnen van
Sprookjes (1946) werd hij een bekende Nederlander, die steeds meer gevraagd werd als gastspreker. IJdel als hij was, pakte hij alle uitnodigingen voor lezingen aan. Ook trad hij op voor de radio, en verscheen hij op de televisie als panellid in onder andere
Kopstukken (KRO) en
Hou je aan je woord (AVRO). Ook liet hij zich interviewen door Mies Bouwman. Legendarisch was zijn optreden tijdens het Edison Gala van 1963, waar hij de eer had om de Edison uit te reiken aan de toen wereldberoemde Marlene Dietrich (O, had mijn vrouw maar één zo'n been, verzuchtte Bomans). Hij werd de populairste en meest gelezen schrijver van Nederland. Aan schrijven kwam hij door het vele bijwerk overigens nauwelijks meer toe.
Bewonderaar van Charles Dickens
De Engelse schrijver Charles Dickens was zijn grote voorbeeld. Hij was zelfs van plan om een biografie over Dickens te schrijven. In 1942 schreef hij hierover een brief aan uitgeverij Het Spectrum. Een autobiografie van zijn hand is nooit verschenen. Wel heeft hij werk van Dickens vertaald. Hij schreef ook een aantal artikelen over de door hem bewonderde schrijver, die vlak na zijn dood werden gepubliceerd in het boek
Dickens, waar zijn uw spoken? (1972). De verwantschap met het werk van Dickens betrof niet alleen de humor, maar ook de achter de scherts verborgen ernst. Beide schrijvers overleden overigens plotseling op 58-jarige leeftijd, tot ontsteltenis van hun vele lezers.
Geïnspireerd door Nicolaas Beets
Het taalgebruik van Nicolaas Beets, wellicht beter bekend onder zijn pseudoniem Hildebrand, inspireerde Godfried Bomans. In navolging van Beets gebruikte Bomans veel ouderwetse, deftig aandoende woorden, en waren ook zijn zinnen doorgaans uiterst zorgvuldig opgebouwd. Bomans was immers schrijver geworden omdat hij, zoals hij het zelf formuleerde, 'drift (hartstocht) had voor de vorm'.
Eenzaam op Rottummerplaat
Hoewel zijn gezondheid te wensen overliet, verbleef hij in juli 1971 op verzoek van de VARA, in navolging van Jan Wolkers, een week op het onbewoonde eiland Rottummerplaat. Het was een moeilijke week voor Bomans, die niet zonder publiek kon. Hij werd ziek. Het was het begin van het einde. Echt herstellen zou hij niet meer. Een verslag van dit verblijf verscheen overigens postuum in
Op reis rond de wereld en op Rottummerplaat. Op het toppunt van zijn roem overleed Bomans, thuis in Bloemendaal, op 22 december 1971 aan een hartaanval.
Er is veel geschreven over het werk en leven van Godfried Bomans, maar hij zal toch altijd een mysterie blijven. Vandaar zijn vele fantasieën en verzonnen verhalen. Hij was een man die zich -letterlijk- niet wilde laten kennen.
Lees verder